Betreft: Rm 7. 7b ‘bezig zijn met jezelf’
Vraag:
Je kunt toch niet om jezelf heen. Vaak zit je met niet verwerkte schuldgevoelens en altijd weer moet je je toch afvragen of iets mag of niet? En dat is niet altijd even gemakkelijk.
Antwoord:
We moeten niet op een depressieve, ziekelijke manier bezig zijn met ons zelf en met wat wij van ons geestelijk leven terechtbrengen. Zo leeft in doorsnee gesproken een kind toch ook niet met zijn ouders?
Een portie zelfkritiek is heel gezond. Weten wat je zwakke ‘plekken’ zijn kan helemaal geen kwaad. Maar dat is wat anders als het getob waarmee de persoon van Rm 7 bezig is en velen in zogenaamd ‘zware’ kringen bezig zijn.
Het weten wie we geweest zijn, vinden we bij Paulus ook, maar hij loopt niet met onverwerkte schuldgevoelens rond en dat moeten wij ook niet doen. Paulus weet dat alle schuld weggedaan is. En dat mogen wij ook weten. Het oude is voorbij!
Dat is dus heel wat anders dan wat de moderne psychiaters doen, die schuldgevoelens wegpraten door zonde geen zonde meer te noemen. Het is schuldgevoelens wegdoen omdat de schuld is uitgedelgd door het bloed van Jezus Christus. Het bovenstaande slaat op schuldgevoelens ten aanzien van zaken van vóór onze bekering.
Maar nu komt het leven als nieuwe mensen. Dan kunnen we opnieuw schuldgevoelens oplopen en dat kan terecht en onterecht zijn. Een paar voorbeelden kunnen duidelijk maken wat ik daarmee bedoel. Als we na onze bekering naar een schunnige film zouden gaan kijken doen we iets verkeerds en zal ons geweten ons aanklagen. We hebben dan terecht een schuldgevoel en dat is maar gelukkig want anders zouden we gewoon in bepaald kwaad volharden. De Heilige Geest in ons werkt in op ons geweten en dat is heilzaam, want zo komen we tot schulderkenning. Ook hier moeten we echter niet blijven omlopen met een schuldgevoelen, maar ermee naar Christus gaan en onze schuld belijden. En als we het beleden hebben moeten we ook aanvaarden dat God de schuld weggedaan heeft ( zie 1 Jh 1: 9). Het kan echter ook zijn, dat iemand is opgevoed met de stelling dat we op zondag niet mogen fietsen, omdat dat werken zou betekenen. Als zo iemand dan op zondag wel fietst kan hij ook een schuldgevoel krijgen, als hij namelijk twijfelt of het wel mag. In zekere zin is dat onterecht, hij hoefde namelijk principieel gezien geen schuldgevoel te hebben. Ten eerste leven we niet onder de wet (Rm 6: 14,15), ten tweede is het begrip werken hier fout toegepast. Omdat de persoon in kwestie echter niet uit geloof handelt doet hij iets waarvan hij innerlijk meent dat het niet mag. Hij doet het echter toch en daarin zondigt hij. Dat hij daarover een schuldgevoel krijgt is praktisch gezien dus terecht. Verder geldt dan hetzelfde aangaande belijden wat ik hiervoor schreef.
Blijft nog het punt van wat je als christen nu wel mag of niet mag. Er zijn bepaalde zaken die zonder meer door de Schrift verboden worden zoals aangegeven in 1 Ko 5: 10,11; Ko 2: 5-8. Er zijn evenwel ook zaken die God aan ons geweten overlaat. Wat voor de een op dat vlak verkeerd is (omdat hij niet uit geloof handelt) hoeft voor de ander nog niet verkeerd te zijn. Naar de mate dat we dichter bij de Heer leven zal ons onderscheidingsvermogen hierin scherper zijn.( Rm 12: 2). Het hangt bovendien van onze instelling af. Zo is ‘wat aan sport doen’ op zichzelf niet verkeerd, maar een tak van sport kan ons ook helemaal in de greep krijgen en dan zitten we wel fout. Met muziek ligt dat precies zo. Met het gaan naar theatervoorstellingen komen we alweer dichter bij het grensgebied. En wat ballet betreft -nu spreek ik voor mezelf- vind ik dat ik de grens zou overschrijden als ik er heen ging. Mijn oordeel is dan gevormd naar wat ik soms van ballet zie.
Op dit gebied-waar zaken aan ons geweten overgelaten worden- geldt de spreuk die je achter op auto’s in Duitsland ziet: ‘Bei Zweifel nie…’ Er is zoveel wat we wel mogen, waarom zouden we ‘op het randje’ gaan lopen?!