Betreft: Rm 7: 12
Vraag:
Wordt in dit vers onder de wet alleen de tien geboden verstaan? Of ook ook alle verdere voorschriften?
Antwoord:
Het woord wet kan verschillende betekenissen hebben. Er kan mee bedoeld zijn:
-de wet van de tien geboden, die Mozes op twee stenen tafel gegrift op de berg Horeb ontving (Ex 24: 12; Hd 7: 53; Gl 3: 19),
-het totaal van alle wetten, die God aan Israël gaf (2 Kn 23: 24,25; Hd 21: 20,21),
-een bepaalde wet, die onderdeel is van de totale wet (Lv 6: 9,14,25; 7: 1, enz.; Dt 31: 9-11)
-een bepaald gebod dat ouders hun kinderen geven (Sp 6: 20)
-de vijf boeken van Mozes (Mt 7: 12; 11: 13; Lk 16: 16; Gl 4: 21). In Ps119 bijvoorbeeld wordt aan meer gedacht dan aan de wet, die op de Sinaï werd gegeven. De Psalmist denkt daar ongetwijfeld aan de vijf boeken van Mozes.
-het hele Oude Testament.
-een bepaalde stelregel of wetmatigheid, bv Rm 3: 27 de wet of regel van het geloof; Rm 7: 23 een andere wet/wetmatigheid, namelijk die van de zonde.
Hoewel we in Rm 7: 7-13 ook wel aan de hele wet van Mozes mogen denken, is toch in het bijzonder de wet van de tien geboden bedoeld. Dat laat zich hieruit afleiden, dat er in vers 7 sprake is van het gebod om niet te begeren. En als in vers 10 gezegd wordt, dat het gebod ten leven was, dan herinnert dat aan de uitspraak van Lv 18: 5 dat wie de geboden gedaan heeft daardoor zal leven. En dat daarbij aan de tien geboden gedacht moet worden volgt weer uit Mk 10: 17-20.