Betreft: Rm 8: 15
Vraag:
Hoe moeten we ‘Abba, Vader’ opvatten?
Antwoord:
In Mk 14: 36, Rm 8: 15 en Gl 4: 5,6 komen we de aanspraak ‘Abba, Vader’ tegen. In de grondtekst, ofwel in het Grieks, staat er ‘Abba, Pater’. Abba is echter geen Grieks woord, maar een Aramees. Er staat dus twee keer vader, een keer in het Aramees en de andere keer in het Grieks. Hoe moeten we dit nu opvatten?
Markus geeft weer wat de Here Jezus in de hof Gethsémané gebeden heeft. Nu heeft de Heer geen Grieks, maar Aramees gesproken. Het is dus mogelijk dat onze Heiland God aangesproken heeft met ‘ Abba, Abba’ wat een versterking of verinniging van de aanspraak inhoudt.
De schrijver Markus heeft dan voor zijn lezers het tweede Abba in het Grieks weergegeven met ‘Pater’.
Hoe dat ook zij, de herhaling is als een versterking of verinniging van de aanspraak bedoeld. Als we denken aan een verinniging dan zouden we dat in het Nederlands kunnen weergeven met ‘lieve Vader’ of met het kinderwoord ‘Pappa’. Dat zijn echter niet meer dan pogingen om de gevoelswaarde van de aanspraak aan te geven.
Wanneer we denken aan een versterking dan zou ‘Vader, Vader’ de gevoelswaarde hebben van ‘Vader toch’.
Het blijft echter bij pogingen tot verklaring.