Betreft: Rm 9: 13
Vraag:
Waaruit leidt u af, dat deze profetie niet Jacob en Ezau persoonlijk betreft, maar het volk Edom en het volk Israël ?
Antwoord:
Daarvoor zijn de volgende gronden aan te voeren:
a. In Gn 25: 23 staat niet: Twee kinderen zijn in uw schoot, maar twee volken.
Van die volken staat dat de ene natie sterker zal zijn dan de andere
b. In de geschiedenis is Ezau nooit de dienstknecht van Jakob geweest. Het volk Edom is echter wel aan het volk Israël onderworpen geweest.
c. In Ml 3: 4 staat: ‘Ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt’ Dat ziet op het volk Edom in het berggebied van Seïr. Bovendien is er sprake van Edom, dus van het volk.