Romeinen 09:21 Vaten tot eer of oneer

Betreft: Rm 9: 21

Vraag:

Wordt bij vaten tot eer of oneer gedacht aan bijv. een bloempot tegenover een wc-pot? Die zijn op hun eigen plaats toch wel bruikbaar.

Antwoord:

Vers 21 grijpt terug op vers 14 tot en met 20. Het gaat er in die verzen om, dat God volkomen soeverein is; dat wil zeggen dat Hij aan niemand verantwoording schuldig is van zijn handelen. Die soevereiniteit wordt geïllustreerd met het voorbeeld van de pottenbakker. Een pottenbakker bepaalt zelf wat voor soort pot hij maakt. De pot zelf heeft daarbij geen enkele stem in het kapittel. Zo kan de pottenbakker een pot maken tot eer, dat wil zeggen tot eervol gebruik en een andere tot oneer, dat is tot alledaags, profaan gebruik. In hun soort zijn beide soorten nuttig, maar daar gaat het niet om; het gaat enkel om de soevereinitiet die de pottenbakker over het leem heeft in het licht te stellen.

In vers 22 stapt de apostel nu van het voorbeeld van de pottenbakker over op de handelwijze van God ten opzichte van bepaalde mensen. Daarin wordt nu ook de soevereiniteit van God benadrukt. Daarvoor diende namelijk het voorbeeld van de pottenbakker. In dit vers wordt niet meer over vaten tot eer of tot oneer gesproken. Nogmaals: de dienst van de vaten is in vers 21 (en ook in vers 22) niet in het geding, het gaat om de macht of de soevereiniteit van de pottenbakker om van het leem een pot te maken zoals hij dat wil.

In vers 22 zegt de apostel nu niet, dat God net zo handelt als de pottenbakker wat het maken van potten betreft, maar dat God soeverein is om: a) vaten van de toorn te verdragen en die zich te laten toebereiden tot het verderf en b) zijn barmhartigheid te bewijzen aan de vaten die te voren tot heerlijkheid zijn toebereid.
Bij deze vaten gaat het niet om hun gebruik zoals bij de vaten tot eer of tot oneer, maar om hun bestemming en dat heeft dus enerzijds met het oordeel, anderzijds met het eeuwig behoud te maken.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies