Romeinen 09:22 Graag een nadere toelichting

Betreft: Rm.9: 22,23

Vraag:

Graag een nadere toelichting met betrekking tot het onderscheid tussen deze verzen

Antwoord:

Het verschil tussen de beide verzen is erg belangrijk.
Van de vaten (voorwerpen) van ontferming (barmhartigheid) staat;

  • dat God ze tot heerlijkheid heeft voorbereid
  • dat God ze tot heerlijkheid heeft voorbereid
    (of; dat Hij ze van te voren tot heerlijkheid bereid heeft).

Van de vaten of voorwerpen des toorns staat er niet dat:

  • God ze tot het verderf bereid heeft, maar alleen ‘ten verderve toebereid’, waarbij in het midden gelaten wordt wie dat heeft gedaan. Ze kunnen dat dus zelf gedaan hebben.
    Er staat ook niet dat
  • ze van te voren daartoe bereid zijn of dat ze voor bereid zijn
    Dit verschil mogen we niet uit het oog verliezen. Deze mensen hebben door hun zonden zich toebereid voor het verderf en dat hebben ze tijdens hun leven gedaan.

God heeft namelijk geen mensen van te voren voor de hel bestemd.

In vers 22 gaat het om mensen, die ‘voorwerpen des toorns’ genoemd worden. Op hen rust de toorn van God vanwege hun zonden en ze zullen die toorn eenmaal ondervinden.
In vers 23 gaat het over mensen, die ‘voorwerpen van ontferming’ genoemd worden. Uit zichzelf zijn deze laatsten ook ‘kinderen van de toorn’ (Ef 2: 3).
God heeft zich echter over hen ontfermd. Christus is voor hen gestorven en door het geloof zijn ze gerechtvaardigd en is hun schuld voor eeuwig uitgedelgd.
Het gaat dus om ongelovigen in vers 22 en om gelovigen in vers 23.

Van de vaten of voorwerpen van de ontferming staat dat ze naar de rijkdom van zijn (Gods) heerlijkheid voorbereid zijn. Over die heerlijkheid spreekt Ef 1: 18; 3: 16; Ko 1: 27, vgl. Fl 4: 19. God toont in het evangelie de rijkdom van zijn heerlijkheid. Zijn heerlijkheid of grootheid komt uit in de vergeving van onze zonden. Zijn genade en barmhartigheid komen daarin schitterend aan het licht. God deelt ons echter ook zijn heerlijkheid mee. Straks zullen we de eeuwige heerlijkheid van het Vaderhuis beërven (Jh 14: 1-3). Om een beeld te gebruiken: toen de verloren zoon door zijn vader werd omarmd was dat een toonbeeld van de grote (heerlijke) barmhartigheid van de vader; maar toen de zoon het beste kleed aan kreeg en aanzat aan de feesttafel deelde hij in de heerlijkheid van zijn vader.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies