Betreft: Rm 11: 11
Vraag:
Als Israël de Christus had aangenomen dan waren er geen takken weggebroken. Wat was er dan van de bekering van de heidenen terecht gekomen?
Antwoord:
Er zijn heel wat van zulke ‘als…’ vragen te stellen. Bijvoorbeeld: ‘Als Adam en Eva nu eens niet gezondigd hadden, wat zou er dan gebeurd zijn?’. Of: ‘Als Eva wel, maar Adam niet gezondigd had, hoe zou het dan gegaan zijn?’. Zulke vragen vergelijken we wel eens met ongelegde eieren. Uit zulke eieren komen geen kuikens. En zo leveren deze vragen ook niets op. We weten namelijk niet hoe God dan gehandeld zou hebben. En we hoeven dat ook niet te weten. Wij hebben te maken met hoe het in Gods voorzienigheid gegaan is.
Het lag vast dat de Christus verworpen zou worden (Mt 26: 24). En zoals het voorzegd was is het ook gebeurd. Dat doet niets af aan de verantwoordelijkheid van een man als Judas en van de leiders van het volk. Zij werden niet gedwongen te handelen zoals ze deden (Vgl. Js 5: 5-10), maar ze handelden naar de boze ingeving van hun hart.
Daarmee vervulden ze precies wat God voorzegd had en wat zijn raad was (vgl. Hd 4: 27,28). Het loopt God namelijk nooit uit de hand. Hij heeft alle dingen voorzien, Zijn raad stond en staat vast. De mens doet wat hem goeddunkt en vervult daarmee – zonder dat hij dat wil of weet – de raad van God.