Betreft: Rm 13: 1 militaire dienst
Vraag:
Kun je als christen in militaire dienst gaan
Antwoord:
Rm 13: 1 en andere schriftplaatsen roepen ons op de overheid onderdanig te zijn. Dat houdt in dat we de overheid moeten gehoorzamen. Er staat ook dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt.
Anderzijds volgt uit Hd 4: 19 en 5: 29 dat we God meer moeten gehoorzamen dan de mensen. Dat betekent dat a) als de overheid ons iets gebiedt dat God verbiedt of b) iets verbiedt dat God gebiedt, wij God zullen gehoorzamen en dan zijn we noodgedwongen ongehoorzaam aan de overheid.
De vraag is nu of het vervullen van militaire dienst met de konsekwentie dat we wapens moeten gebruiken om de vijand te doden iets is wat God verbiedt.
Vaak meent men dit pleit beslist te hebben met een beroep op het gebod van Ex. 20: 13 ‘Gij zult niet doodslaan’, maar zo simpel is het niet, want:
-Gn 9: 6 zegt dat een doodslager gedood moet worden. De overheid heeft dus wel degelijk het recht – om niet te zeggen – de plicht de doodstraf uit te voeren,
-Dezelfde God die Zijn volk het gebod oplegde om niet te doden, liet Israël oorlogen voeren.
-Rm 13 kent de overheid de zwaardmacht toe en het zwaard gebruik je niet om iemand te strelen, maar om hem te doden.
De kwestie is deze, dat het in Ex. 20: 13 niet gaat om het doden in algemene zin. Het slaat niet op het gebruik van het zwaard door de overheid in geval van doodslag of oorlog, maar op het doden in de persoonlijke sfeer. Dat was verboden, behalve dan ook nog dat onder Israël de bloedwreker de doodslager mocht doden.
We zien dan ook dat David onderscheid maakt tussen het vergieten van bloed uit persoonlijke overwegingen en het vergieten van bloed in een oorlog (zie 1 Kn 2: 5).
Ook merken we op, dat Johannes de Doper de soldaten die zich bekeerden niet gebood van beroep te veranderen, maar ze gebood niemand te plunderen of vals te beschuldigen, maar tevreden te zijn met hun soldij (Lk 3: 1).
Dus dan maar in militaire dienst gaan en desnoods doden om het leven? Nee, als iemand meent op grond van het bovenstaande zijn dienstplicht te kunnen vervullen dan kan hij niet alle verantwoordelijkheid afschuiven op de overheid, die hem naar het front zendt. ‘Bevel is bevel’ gaat namelijk niet op. Wanneer in een oorlogssituatie bevelen gegeven worden om onschuldigen te doden zoals het uitmoorden van steden of dorpen dan moet een christen dat weigeren.
Er is echter nog iets dat overwogen moet worden. Iemand die in principe niet tegen militaire dienst is kan als overweging hebben dat hij er is om het vaderland te verdedigen. Maar wat als de overheid heel duidelijk een aanvalsoorlog ontketent tot vergroting van gebied of macht?
Men zal bij het opkomen in militaire dienst wel duidelijk kunnen stellen dat men
-beslist niet elk bevel uitvoert,
-bij een brute aanvalsoorlog weigert het wapen te gebruiken.
Daar komt echter dit probleem bij dat we het Navo-verband kennen en we dus niet alleen met akties van onze eigen overheid te maken hebben, maar ook met die van onze bondgenoten. Dat kan de kwestie van beoordeling moeilijk maken.
Gelukkig zijn er echter voor gewetensbezwaarden in ons land mogelijkheden voor een alternatieve oplossing. Men kan:
- plaatsing vragen bij een onderdeel waarbij men geen wapens behoeft te gebruiken behalve in noodgevallen. Te denken valt aan een onderdeel als de geneeskundige troepen. Men krijgt dan wel training in beheersing van een aantal wapens, maar alleen om die te gebruiken als de vijand b.v. de neutraliteit van hospitalen etc. schendt,
- verzoeken om vervangende dienst te doen. In dat geval wordt men geplaatst bij een (semi)overheidsbedrijf. Deze vervangende dienst duurt langer dan de gewone diensttijd.
Met dit antwoord is niet alles gezegd, maar ik probeer alleen een paar richtlijnen te geven.