Betreft: Rm 14: 14
Vraag:
Bepalen wij dus zelf onze normen ?
Antwoord:
We moeten deze tekst natuurlijk in zijn verband bezien. Het gaat er niet om dat wij ieder voor onszelf zouden bepalen of een of andere daad wel mag ja dan nee. Het gaat om de kwestie van het eten. (Rm 14: 2,3). De Joden hadden spijswetten over reine en onreine dieren. Die wetten hadden ze niet zelf uitgedacht, die waren hun door God gegeven. God bepaalde die norm. Deze spijswetten waren nu opgeheven en Paulus geeft dus als zijn overtuiging dat (wat voedsel betreft) er niets is dat onrein is (vgl. 1 Tm 4: 4). Aan Petrus heeft God dat te Joppe bekend gemaakt (Hd 10). Dat de spijswetten opgeheven zijn bepalen wij mensen dus niet, maar God.
Niet iedere Jood zag dat echter in en er waren er velen die meenden dat bijv. varkensvlees nog steeds onrein was en ze aten dat niet. Zij bepaalden die onreinheid niet, nee ze hielden zich aan de norm die God eertijds had ingesteld en zagen niet in dat die norm opgeheven was. Voor hun geweten hielden ze zich echter aan Gods norm. Als ze nu toch varkensvlees zouden eten terwijl hun geweten hen dat eigenlijk niet toestond, dan was het voor hen een onreine daad.