Betreft: Kwestie van slavernij (Ef. 6:5; Kol. 3:22; File; Titus 2:9)
Vraag:
Waar staat dat slavernij een gevolg is van de zonde?
Zou u een slaaf terugzenden naar zijn meester?
Wat moeten we aan met teksten die aan slaven gericht zijn?
Antwoord:
Slavernij een gevolg van de zonde? Er staat nergens met zoveel woorden in de Bijbel dat slavernij een gevolg is van de zonde, maar het laat zich wel afleiden. Zo staat er ook niet dat ziekte en oorlog een gevolg is van de zondeval. Hetzelfde geldt voor polygamie (het feit, dat één man meerdere vrouwen heeft). Bij de schepping heeft God gesproken over de verhouding man – vrouw. Hij heeft gesproken over nageslacht en dat brengt de verhouding ouders – kinderen met zich mee. Dit zijn dus verhoudingen die in en met de schepping gegeven zijn. Die verhoudingen bestaan ook binnen de Gemeente en God geeft aanwijzingen die daarop betrekking hebben.
Nu hebben zich in de loop van de tijden verhoudingen ontwikkeld die tegen de geest van de Schrift indruisen. Polygamie is daar een voorbeeld van. Hoewel we nergens een uitdrukkelijk verbod ervan vinden, laat het zich toch uit de Schrift afleiden dat deze verhouding niet naar Gods gedachten is en dus een gevolg van de zondeval. God heeft namelijk aan Adam niet meerdere vrouwen gegeven, maar slechts één vrouw. Het is de opstandige Lamech van wie we het eerst lezen dat hij twee vrouwen nam. Later hebben helaas ook de gelovigen zich meerdere vrouwen genomen, maar de ‘trammelant’ die dat met zich mee bracht liet al duidelijk zien, dat dit een foutieve zaak was.
We lezen tot Gn 9 nergens dat een mens een medemens niet mocht doden, toch kon Kaïn weten dat hij zijn broer niet mocht doodslaan. Toen hij dat wel deed beging hij een misdaad en die was het gevolg van het feit, dat de mens door de zondeval een zondaar van aard geworden was.
Zo heeft God Adam geschapen als een vrij man naar het beeld van God. En het was zeker niet de bedoeling dat de ene mens de ander als koopwaar zou verhandelen. Het feit dat God aan Israël verbiedt een weggelopen slaaf naar zijn meester terug te zenden (Dt 23:15) geef wat dat betreft een duidelijke indicatie. Als slavernij een normale verhouding zou zijn, zou dit verbod immers rebellie betekend hebben.
Uit Dt 23:15 volgt dat de bijbel beslist niet achterloopt en slavernij als iets normaals zou beschouwen. God bestreed het kwaad van slavernij wel niet direct, maar gaf indirekt wel aan hoe Hij erover dacht. Hij er over dacht.
Zou u een slaaf terugsturen naar zijn meester?
Ook Paulus liep niet achter toen hij de slaaf Onésimus terugstuurde naar zijn meester. Hij kende Dt 23 net zo goed als wij en misschien wel beter. Hij paste dit voorschrift van de wet onder gelovigen echter niet toe. Hij wilde dat de kwestie niet op de grondslag van wet, maar op basis van genade zou worden opgelost en dat Filémon zijn slaaf op vrijwillige basis zou afstaan.
Als ik leefde in een land waar slavernij algemeen gebruikelijk was, zou ik niet tegen de slavernij ageren. Als ik dat wel deed zou het evangelie geen ingang vinden omdat de aandacht dan op maatschappijkritiek gericht zou zijn en men het evangelie als iets revolutionairs zou afwijzen. Ik zou net als Paulus tegen de slaven zeggen: probeer met legale middelen vrij te komen, maar ontketen geen opstand tot schade van de evangelieverkondiging.
Aan gelovige meesters zou ik voorhouden dat slavernij niet naar de gedachte van God is en hen bewegen hun slaven vrij te laten. In het Romeinse rijk deden de heidense meesters die tot bekering kwamen dat in heel veel gevallen en daar ging een goed getuigenis van uit. Op deze wijze zou ik in zo’n land tot afschaffing van de slavernij proberen te komen. Een dergelijke geval doet zich nu natuurlijk niet meer voor.
Een modern geval van slavernij is de vrouwenhandel die plaatsvindt, het verderfelijke daarvan is voor iedereen wel duidelijk.
Voorschriften voor slaven, wat moet je ermee?
De voorschriften voor de meesters (heren) en de slaven laten zich heel gemakkelijk overbrengen op de dienstverhouding, die wij kennen als werkgever en werknemer. Verschillende vertalingen hebben in Ef 6 en Ko 3 het woord ‘slaaf’ vervangen door dienstknecht en dan kun je de toepassing op onze tijd heel gemakkelijk maken. In het werk is er een verhouding van werkgever en werknemer. Tot op zekere hoogte is dat een gezagsverhouding net als die van heer tot slaaf. Welnu, een werknemer heeft zijn opdrachtgever te gehoorzamen en zijn werk goed te doen. De werkgever heeft op zijn beurt zijn ‘ondergeschikten’ goed te behandelen, ze niet uit te schelden of ruw tegen ze uit te varen, enz.