Anekdotes van en over Spurgeon zijn in allerlei publikaties te vinden. Of dat met de volgende ook het geval is weet ik niet, want ik heb die vernomen van een zekere Weston, wiens schoonvader Joseph Smith een huisvriend van Spurgeon was. Die Weston was een opvallende verschijning. Hij was wat de Engelsen noemen ‘every inch a gentleman’ ofwel ‘op en top een heer’.
Als hij tijdens het spreken iets moest voorlezen, pakte hij uit zijn vestzak een lorgnet dat best een erfstuk van zijn vader geweest kon zijn. Wij vonden het wel komiek hoe plechtig hij dat ding gebruikte. Maar in de huiskamer met een aantal gasten (ik ontmoette hem ter gelegenheid van een conferentie) was het een uiterst onderhoudende verteller. Hier volgt wat hij vertelde
Lied 1 uit Sankey
Spurgeon was gewend na de kerkdienst een aantal gasten uit te nodigen om bij hem thee te drinken. Zijn woonhuis lag midden in de velden en een smal paadje voerde er van de kerk naar toe. Op een zondag liep een heel gezelschap in de ganzenmars achter Spurgeon aan, terwijl Smith de rei sloot. Aangezien het nogal een stukje lopen was , riep Spurgeon naar achteren: ‘Joseph, a song’. Smith begreep dat er gezongen moest worden en riep naar voren: ‘number 1 Sankey’.
Sankey was een medewerker van Moody en luisterde diens toespraken met zijn gezang op. Later zijn zijn liederen met die van anderen opgenomen in een bundel, die kortweg Sankey genoemd werd. In een dergelijk geval zouden wij geroepen hebben ‘Honderdnegenendertig Johan de Heer’. Uit volle borst zong het gezelschap ( moet ik erbij zeggen: in het engels?): ‘Mannen, broeders, ziet het teken, wapperend in de lucht, uw versterking komt van boven wees dus niet beducht, enz.’. Toen het eerste couplet gezongen was, riep Spurgeon, terwijl hij zich omkeerde: ‘Terug!‘. De gasten vroegen zich af wat dit te betekenen had, maar draaiden zich gewillig om en liepen de andere kant op. ‘Nu het tweede couplet riep Spurgeon naar Smith, die nu aan het hoofd van de groep liep. Smith zette in: ‘Ziet een vreselijk leger naderen, satan aan het hoofd…’
Dit was nu de humor van Spurgeon, die niet iedereen waarderen kon.