Niet iedereen kon het waarderen dat Spurgeon in zijn toespraken en in gesprekken kwistig strooide met humoristische opmerkingen. Sommigen vonden dat wat oneerbiedig. Iemand die regelmatig bij hem in de kerk kwam, sprak hem daarover aan en zei dat hij zich wel eens mocht afvragen of God humor wel op prijs stelde.
Spurgeon luisterde en raadde als reactie op de fillipica van de man, hem aan eens naar de dierentuin te gaan en met aandacht de apen te bestuderen, waarbij de man dan goed moest beseffen dat deze dieren door God geschapen waren. Een poos later ontmoette de man hem weer en zei: ‘Sorry voor mijn woorden, maar als God dat soort dieren geschapen heeft, moet Hij humor toch wel kunnen waarderen.
… of iedereen deze anekdote kan waarderen, is een andere verhaal.