Betreft: Tt 2: 14
Vraag:
(a) Kunt u een toelichting geven bij dit vers?
(b) Wordt met ‘eigen’ volk gedoeld op alle christenen, ondanks de verdeeldheid (geen eenheid)?
Antwoord:
(a) Dit vers zegt, dat de Heer Jezus zich voor ons heeft overgegeven. Dat betekent: Hij heeft zich voor ons overgegeven in de dood. Hij heeft het oordeel van God gedragen over onze zonden en Hij heeft de overwinning over Satan behaald.
Het resultaat van het verlossingswerk van de Heer Jezus wordt nu op twee manieren weergegeven. Het doel ervan was: ons vrij te maken van alle ongerechtigheid. Christus heeft namelijk onze zonden (onze verkeerde daden) voor zijn rekening genomen en de straf ervoor betaald. Hij is in de dood gegaan en heeft de straf van God over onze zonden gedragen. Jesaja zegt: ‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem’. Wij hadden echter niet alleen zonden, we waren ook zondig van aard.
Wel, Christus is op het kruis tot zonde gemaakt en die boze zondige natuur van ons is in Hem geoordeeld. God ziet ons nu niet meer als ‘zondaars’, hoewel we nog wel het zondige vlees in ons hebben en ook nog verkeerd kunnen doen. In Gods oog zijn wij echter vrij van alle ongerechtigheid. God gedenkt onze zonden niet meer. Dat geldt natuurlijk alleen voor hen, die werkelijk in de Heer Jezus geloven en hun schuld voor God erkend hebben.
Als tweede doel wordt aangegeven: voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken. Christus wilde ons niet alleen behouden voor de eeuwigheid, nee Hij wil hier op aarde een volk hebben dat God dient en dat goede werken verricht. Dat zijn de werken van het geloof. Zoals God eertijds Israël verloste uit Egypte om Zijn volk te zijn, een volk dat Hem diende, zo zijn wij verlost uit de macht van de zonde en de satan om God te dienen als een ‘volk’. Alleen geen nationaal, maar een geestelijk volk.
(b) Met ‘eigen volk’ wordt gedoeld op alle christenen ondanks alle (betreurenswaardige) verdeeldheid. Voor God vormen alle christenen één volk, één kudde, één lichaam.