Een vader wilde iets stelen en zette zijn zoontje op de uitkijk. Voordat hij het begeerde spul wegpakte keek hij links en rechts en nog eens links en rechts om te zien of er ook iemand in de buurt was die kon zien wat hij deed. Toen hij niemand zag zou hij zijn slag slaan, maar zijn zoontje riep: ‘Vader er is één richting waarnaar u nog niet gekeken hebt’. De man dacht dat er misschien toch nog iemand aankwam en vroeg zijn zoontje wat hij bedoelde. Het jochie zei: ‘U hebt vergeten naar boven te kijken’. De man werd door die woorden getroffen, nam zijn zoontje bij de hand en verdween zonder zijn plan uit te voeren.
Een waar verhaal? Ik weet het niet, maar nam het over uit een boek met allerlei behartenswaardige voorbeelden. Een ‘soft’ voorbeeld? Mag zo zijn. Maar de les blijft geldig dat we bij iedere verkeerde daad die we van plan zijn uit te voeren eens ‘naar boven moeten kijken’. Dat niet om het luchtruim af te speuren naar mogelijke camera’s. Maar om ons af te vragen wat God van onze voorgenomen handelingen vindt. Dat kan ons van heel wat verkeerde zaken afhouden.