Vraag:
Hoe is Hb 8:13 te rijmen met Lv 26: 44, 45 en de teksten waar sprake is van een ‘eeuwig’ verbond?
Antwoord:
Deze teksten lijken inderdaad tegenstrijdig te zijn. Een ding is echter direct al van belang en wel dat het gaat om dezelfde twee ‘partijen’ in het verbond, namelijk God enerzijds en het volk Israël anderzijds.
De verbondsverhouding blijft, de zegening van het verbond blijft ook. We moeten het dan ook zoeken in verandering van voorwaarden. Onder het oude verbond gold de voorwaarde dat Israël de wetten van God moest houden om het leven te ontvangen. Bij het nieuwe verbond schrijft God hun die wetten in de harten.
Verder had het Oude Verbond instellingen die vooruit zagen op Christus, het Nieuwe Verbond is op het volbrachte werk van Christus gegrond.