Vraag:
Waarom laat God het toe, dat we als kinderen van God door satan verzocht worden. Hoe kun je je hiertegen wapenen?
Antwoord:
De duivel is de groter tegenstander van God. Hij probeert altijd het werk van God te bederven en te niet te doen. Wat de mens betreft zien we dat doordat hij Adam en Eva ten val poogde te brengen en dat is hem helaas gelukt. Sinds die tijd zet hij het mensdom op tegen God en probeert hij hen die God dienen ten val te brengen.
We zien dat laatste bij Job. God gebruikt echter dat werk van satan om des te duidelijker het geloof van Job te laten uitkomen en Hij verheerlijkt Zijn naam daarin (Jb 1 en 2).
In het vervolg van het boek komt uit, dat Job nog iets leren moet. Elihu onderwijst hem dat hij het woord tegen God niet op mag nemen en God brengt met vragen Job tot inkeer (Jb 39: 34-38; 42:1-6). Daarop volgt een heerlijk herstel. Zo zien we dat God alles wat satan deed, ten goede gebruikt. We moeten bij dit alles bedenken, dat het woord ‘verzoeken’ twee dingen kan betekenen en wel
- ‘verleiden’,
- ‘beproeven’.
Satans bedoeling is te verleiden, Gods bedoeling is te beproeven, te louteren. In eenzelfde gebeurtenis kunnen deze beide samengaan, zoals we bij Job zien. God laat de satan dus toe zijn werk te doen om de gelovigen te louteren.
Dit optreden van satan zal louterend zijn als wij goed staan voor de Heer. Menen we echter op eigen kracht te kunnen vertrouwen dan gaat het mis. We zien dat bij Petrus. Hij meende sterker te zijn en meer toegewijd dan de andere discipelen. De Heer waarschuwt hem dat de satan begeert heeft te ziften als de tarwe (Lk 22:31-34). Bij het wannen is het de bedoeling dat het kaf eruit vliegt en het koren bewaard blijft. Zo wil God wannen en het verkeerde bij de gelovigen openbaar maken en wegdoen. Satan wil echter zo wannen dat ook het koren wegvliegt en verloren gaat.
Omdat Petrus niet luisterde naar het woord van de Heer, moest hij wel de hand van de Heer ondervinden en deze liet (ogenschijnlijk) satan de overwinning behalen. Simon Petrus viel en verloochende zijn Meester, maar op hetzelfde moment was de Heer al bezig om hem tot inkeer te brengen. De Heer keek hem aan en zo kwam Petrus tot inkeer en later werd hij ook als apostel hersteld. De les die Petrus te leren kreeg had hij nodig omdat hij op zichzelf vertrouwde en geen acht gaf op het woord van de Heer. Dit had evenwel niet plaats hoeven te vinden als Petrus ootmoedig en klein geweest was.
In 1 Pt.5: 8 lezen we dat de satan rondgaat als een brullende leeuw en zoekt wie hij zou kunnen verslinden. Dan staat er echter achter: ‘Weerstaat hem standvastig in het geloof, omdat gij weet dat hetzelfde lijden aan uw broederschap in de wereld zich voltrekt’. Hier zien we dat satan vervolging wil gebruiken om de gelovigen van Christus af te trekken. Die vervolging is voor de kinderen van God echter bedoeld als een beproeving zoals 1 Pt 4:12 getuigt. Wanneer wij in vast geloof op God steunen dan werkt de vervolging louterend en gelukken satans aanslagen niet.
Hoe we ons tegen satan en zijn trawanten te wapenen hebben lezen we ook in Ef 6:10-18. We moeten de hele wapenrusting van God aandoen. Al de onderdelen ervan zijn belangrijk om te overdenken en in de praktijk toe te passen. Als we die wapenrusting aanhebben kan satan niets uitrichten. Een prachtig voorbeeld van afweer van satans verleidingen hebben we in de wijze waarop de Heer Jezus zich in de verzoeking in de woestijn gedraagt. Hij weert satans aanvallen af met ‘Er staat geschreven’ en verslaat de vijand met Gods woord. Zijn voorbeeld hebben we na te volgen.!