Volmaakt zijn

Vraag:

Is het juist, dat er in de Bijbel op verschillende manieren over ‘volmaakt zijn’ gesproken wordt. Kunt u dat duidelijk maken?

Antwoord:

Deze veronderstelling is juist. We onderscheiden de volgende betekenissen:

  1. Principiële volmaaktheid: Alle gelovigen zijn in principe volmaakt in het oog van God. Hun zonden zijn vergeven, ze zijn eens voor altijd geheiligd en bekwaam gemaakt om de hemelse heerlijkheid te beërven (zie Hb 10:14).
  2. Uiteindelijke volmaaktheid in de hemel: die volmaaktheid wordt ons deel als we het opstandingslichaam ontvangen en niets van de zonde en het vlees ons meer aankleeft. We zijn dan onberispelijk en kunnen totaal niet meer zondigen (Fp 3:12; Hb 11: 40)
  3. Praktische volmaaktheid: Dit is geen zondeloosheid, maar een staat van geestelijke volwassenheid: die uitkomt in een wandel die op God gericht is (Mt 5:48); die los is van de aardse zaken (Mt 19: 21); die gekenmerkt wordt door een geestelijke gezindheid waardoor we in staat zijn Gods wijsheid te verstaan (1 Ko 2: 6-9, vgl. contrast 3:1-3); die een volgroeidheid in de kennis van de Zoon van God inhoudt (Ef 4:13); die gekenmerkt wordt door een gericht zijn op de prijs van de hemelse roeping (Fp 3:14), een geleerd zijn in alle wijsheid (Ko 1: 28) en een volwassen onderscheidingsvermogen van goed en kwaad (Hb 5:14).

In de praktijk kunnen we nog wel zondigen omdat we het ‘vlees’ nog in ons hebben. We hoeven niet te zondigen, maar we kunnen het nog wel (1 Jh 2:1, 2), Als we falen en dus toch zondigen dan treedt de Heer Jezus als Voorspraak voor ons op. Als wij dan onze zonden belijden, vergeeft God ze en reinigt Hij ons weer (1 Jh 1: 7, 9).
De leer van het ‘perfectionisme’ ofwel de ‘volmaaktheidsleer’ die inhoudt dat je hier op aarde een staat kunt bereiken waarin je niet meer zondigen kunt, is dus niet bijbels. Omgekeerd mogen we ook niet zeggen: we blijven nu eenmaal zondaars en moeten dus wel zondigen.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies