We willen daarover het volgende opmerken:
1 Niemand weet hoe de naam van God waarmee Hij Zich bekend gemaakt heeft precies luidt. In het oude Hebreeuws schreef men alleen de medeklinkers van de woorden. De naam van God gaf men weer met JHWH. De Joden van later tijd spraken die naam nooit uit om vooral niet het derde gebod van de Tien Geboden te overtreden. Ze duidden God met een omschrijving aan of lazen in plaats van JHWH de naam of titel Adonai. Het gevolg was, dat na verloop van tijd niemand meer wist welke klinkers er bij deze vier medeklinkers hoorden. Toen men later de Hebreeuwse tekst van klinkers ging voorzien, heeft men de klinkers van Adonai gebruikt om die in JHWH in te vullen en zo ontstond de naam Jehovah. Dat is echter een kunstmatig gevormde naam, die beslist onjuist is. Tegenwoordig helt men over naar het gebruik van de naam Jahweh en in diverse Bijbelvertalingen wordt deze naam nu gebruikt. Maar het staat evenmin vast dat Jahweh de juiste naam is. Wie alle nadruk legt op het gebruik van de juiste naam voor God begeeft zich op glad ijs, want de juiste naam is niet bekend.
2 Een paar honderd jaar voor Christus’ geboorte hebben de Joden het oude Testament in het Grieks vertaald. Deze vertaling wordt ‘Septuaginta’ genoemd. Zij zaten uiteraard ook met het probleem hoe ze de naam van God moesten weergeven. Ze hebben toen niet een naam geconstrueerd waarin de vier medeklinkers JHWH gebruikt werden, maar JHWH weergegeven met ‘Kurios’, waarmee in hun tijd iemand werd aangeduid die gezag over anderen had. Rond 100 voor Chr. krijgt dit woord een religieuze betekenis en worden de goden met deze titel vereerd. Toen de Romeinse keizers vergoddelijkt werden, gaf men hun ook deze titel. Maar daarvoor hadden de Grieks sprekende Joden deze eretitel al aan God gegeven in de plaats van de naam JHWH. Kenmerkend is dat de christenen (o.a. Paulus, geleid door de Heilige Geest) deze titel ook gaven aan Jezus Christus (zie 1 Korinthe 12 vers 3; Filémon vers 9-11 en Kolossenzen 2:6)
3 Nu zou men kunnen zeggen, dat de Joden met het gebruik van de titel Kurios helemaal fout zijn geweest, maar de schrijvers van het Nieuwe Testament nemen dit over! Bij hen was de Griekse vertaling, de Septuaginta waarvan hiervoor sprake was, in gebruik. En in teksten als 2 Korinthe 6 vers 18; Openbaring 1 vers 8; 4 vers 8; 11 vers 17; 15 vers 3; 16 vers 7; 19 vers 6 en 21 vers 22 lezen we niet Jahweh God, de Almachtige, maar Heere (Kurios) God de Almachtige.
4 De vraagstelster citeert een aantal teksten waarin in verschillende vertalingen de naam Jahweh wordt gebruikt. Dat zijn echter allemaal teksten uit het Oude Testament. In het Nieuwe Testament vinden we geen enkel voorbeeld dat Jezus Christus of Paulus of de discipelen God aanspreken of aanduiden met Jahweh. We komen het gebruik van die naam in het Nieuwe Testament niet tegen! En dat bewijst dat het helemaal niet belangrijk is of wij God bij die naam noemen. Een tekst als “Ieder die de naam de Heeren aanroept, zal behouden worden” betekent niet dat iemand per sé de juiste naam voor God moet gebruiken om behouden te worden. Als het dat wel betekende zou het erg droevig met ons gesteld zijn, want – zoals gezegd – niemand weet de juiste naam voor God. Zijn naam aanroepen betekent echter hetzelfde als Hem aanroepen en dat moet gebeuren in het besef dat Hij is: de verheven, getrouwe God, de “Ik ben die Ik ben”. En wie zó tot God nadert en in Jezus Christus gelooft, die wordt behouden.