Er is een oude illustratie die duidelijk maakt hoe een zondaar afkomt van de schuld die door zijn zondige leven is ontstaan. Het verhaal gaat als volgt. De tsaar had de zoon van een vriend een post bezorgd in een fort waar hij belast was met het toezicht op de besteding van de gelden.
De jongeman ging in de fout en gaf eerst zijn eigen geld en daarna het geld dat hij onder zijn beheer had uit om ermee te gokken. Hij begon met kleine bedragen, maar hij waagde steeds meer en bouwde zo een enorme schuld op.
Na een tijdje kreeg hij bericht dat er binnenkort een controle zou plaatsvinden door iemand van het gouvernement. De knaap schrok geweldig en besteedde de avond en een deel van de nacht om uit te zoeken hoe groot zijn schulden waren. Hij zette het bedrag op een papier en schreef eronder: “Een grote schuld…. wie kan die betelen?”. Het beetje geld dat hij nog bij elkaar kon schrapen legde hij ernaast op de tafel.
Hij was van plan zich van het leven te beroven en legde zijn pistool alvast ook bij het papier en het geld. Hij overlegde dat degene die zou komen controleren wel zou begrijpen waarom hij zelfmoord gepleegd had. Hij kwam echter nog niet toe aan zelfmoord want door slaap overmand viel hij in slaap.
In die nacht kwam Tsaar Nikolaas in vermomming – zoals hij wel meer deed – het fort in want hij kende het wachtwoord. Hij vond de knaap met zijn hoofd op tafel liggen, las het briefje en begreep de situatie. Zijn eerste impuls was zijn hand op de schouder van de slapende militair te leggen en hem te arresteren. Toen bedacht hij zich en voorzichtig deed hij heel wat anders: hij zette zijn handtekening onder het briefje op tafel .
De Tsaar sloop daarop weg. Toen de militair wakker werd, greep hij naar zijn pistool en wilde zich door het hoofd schieten maar toen viel zijn oog op het briefje dat hij geschreven had en hij las: “Wie zal dat betalen … Nikolaas”.
Hij begreep dat er iemand binnen was geweest die aangaf dat hij Nikolaas, de tsaar was. Maar was hij dat echt. De man ging in zijn documenten na of de ondertekening echt was en dat bleek heel duidelijk zo te zijn.
Hij zag af van zijn zelfmoordplan en wachtte af wat er gebeuren zou. Nog voordat de controleur kwam werd er door een beambte een pakket afgeleverd bestemd voor onze militair. Hij maakt e het open en trof precies het bedrag aan dat hij schuldig was. Hij borg het geld op in de kluis en toen de controleur kwam en hij de boeken controleerde klopte de zaak.
Het is maar een menselijke gebeurtenis maar ze illustreert precies wat er met de zondeschuld van een zondaar is gebeurd die in het geloof Jezus Christus aanvaardt als zijn Redder. Van het kruis komt als het ware het bericht: “Wie zal dat betalen … Jezus Christus”