Toen de Moravische zendelingen naar Groenland gingen, lukte het hen niet om tijdens het eerste jaar van hun verblijf daar enige ingang bij de bevolking te krijgen. Toen ontstond er een zware pokkenepidemie waardoor velen op hun slaapplaatsen moesten blijven liggen. De zendelingen gingen ze opzoeken en verzorgden hun lichaam en ziel in de naam van hun Meester. Toen werd de weg naar hun hart geopend. De bevolking zei:”Jullie hebben ons verzorgd tijdens onze ziekte, je hebt meegeleefd met ons verdriet; jullie hebben onze doden begraven, vertel ons nu over jullie godsdienst.
Door de zelfopoffering van deze zendelingen gingen de harten van de Eskimo’s open voor het evangelie. Daar zit een les in voor ons. We moeten eerst het hart van de mensen bereiken voordat ze openstaan voor het evangelie. We zien dat ook in het optreden van de Heer Jezus. Hij sprak eerst tot het hart van de Samaritaanse vrouw door haar te vragen:”Geef mij te drinken”, daarna bereikte Hij haar geweten door de vraag: “Ga heen, roep uw man en kom hier” (Jh 4:1-26).