Zondige natuur – Zonde als daad

Vraag:

Kunt u het verschil duidelijk maken tussen 2 Ko 5:21 en 1 Pt 2: 22-24

Antwoord:

De bijbel maakt onderscheid tussen ‘zonde’ als een enkele daad (het meervoud is dan ‘zonden’, en ‘zonde’ als aanduiding van onze zondige verkeerde aard of natuur.
We onderscheiden dus: zonde als zondige aard of als zondige natuur. Wat het laatste betreft deugt de mens innerlijk niet wat zijn aard betreft en zonde als verkeerde daad is een uiting van die verkeerde aard. Dan gaat het niet over de geaardheid van de mens, maar over dat wat hij doet in gedachten, woorden en daden.
Deze twee zaken moeten we goed onderscheiden. Zowel vanwege onze zondige aard, als vanwege onze zondige daden kunnen we niet de hemel binnengaan. We zitten dus met een tweevoudig probleem en daarin moet voorzien worden, willen we behouden kunnen worden.

Het geweldige is nu, dat het kruis de oplossing biedt voor beide zaken. Volgens 2 Ko 5. 21 is Jezus Christus op het kruis tot zonde gemaakt. God maakte Hem als het ware tot die boze zondige mens die wij zijn. Onze boze, zondige aard werd op het kruis door God geoordeeld, als het ware weggesneden (denk aan de besnijdenis). God ziet de gelovige niet meer als een ‘zondaar’ hoewel we nog wel kunnen zondigen. Nee, God ziet ons als zuivere, reine mensen: we zijn gerechtigheid Gods in Christus geworden. God ziet ons als volmaakte, perfecte mensen. God ziet in ons geen ongerechtigheid, geen ongerechtige natuur. In het probleem van onze zondige aard is dus voorzien.

Volgens 1 Pt. 2:24 heeft Christus onze zonden gedragen op het hout. Hij heeft dus onze zondige daden op het kruis voor zijn rekening genomen. Hij heeft daar de straf voor onze zondige daden gedragen (zie Js 53:5). Als iemand zich bekeert dan scheldt God hem de straf voor de zonden kwijt. De bedoeling is nu dat we niet meer in de zonde gaan leven, dat we geen zondige daden meer doen. We zijn in Gods oog met Christus gestorven Aan het oude leven zijn we afgestorven en nu moeten we ‘voor de gerechtigheid leven, dat wil zeggen we moeten dat doen wat juist is, wat recht is in Gods oog.

We kunnen het bovenstaande als volgt in schema brengen: 2 Ko .5: 21 1 Pt 2:22-24

a Christus had geen zondige a Christus heeft nooit gezondigd natuur (kende de zonde niet). (die geen zonde gedaan heeft).
b werd door GOD a.h.w. tot b heeft onze zondige daden voor zondaar (tot zonde) gemaakt zijn rekening genomen (heeft ze en als zodanig geoordeeld op het hout gebracht) en heeft de straf ervoor gedragen
c onze zondige natuur is weg. wij zijn met Christus gestorven oordeeld. Wij zijn rein, gerechtigdvaardigd, we leven niet meer om zonden te heid Gods in Christus) doen, maar om (voor de gerechtigheid te leven) goede daden, goede werken te doen.

Hier gaat het om: Hier gaat het om:
a wat Christus niet bezat a. wat Christus niet deed
b wat Hij werd gemaakt b wat Hij voor zijn rekening nam
c wat wij zijn geworden c hoe wij nu moeten leven

Maar, let wel goed op. In deze verzen is sprake van ‘ons’ en ‘onze’ Paulus en Petrus schrijven aan bekeerde, aan gelovige mensen. De grote vraag is dus of we ons bekeerd hebben tot God, of we erkend hebben zo verdorven te zijn als de Schrift dat van ons zegt, of we erkend hebben dat we het oordeel verdiend hebben, of we aanvaard hebben dat Christus dat oordeel voor ons heeft gedragen, of we onze zonden hebben beleden en aanvaard hebben dat Christus daarvoor de straf onderging op het kruis. dat is bekering en geloof in Jezus Christus.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies