Brief aan de Filippiërs 4:1-9 vs 1 Mijn geliefde broeders. Waarom zou de apostel in dit verband het woord geliefde inlassen?Omdat hij ze vermanen moet over onenigheid die er is tussen twee zusters. Hij verlangt naar ze . Hoe duidt hij ze zelfs aan? Als mijn blijdschap en kroon. Verklaar het tweede woord van deze […]
De brief aan de Filippiërs 3:1-11 vs 1 Waartoe roept de apostel de gelovigen te Filippi op? Zich te verblijden in de Heer.Komt hij hier later nog op terug? Ja, in hoofdstuk 4:4.Hoe vindt Paulus dat hij hen dezelfde dingen schrijft? Niet vervelend.a)1:25; 2:18 Waarop zal dit “dezelfde dingen” slaan? a)Het verblijdenb) 1:27; 2:2 b)eensgezind […]
Brief aan de Filippiërs 2:1-30 vs 1 De apostel Paulus heeft in hoofdstuk 1 heel mooie dingen van de gelovigen te Filppi opgemerkt o.a. over hun betrokkenheid bij het evangelie. Maar dat betekent niet dat ze een volmaakt standpunt hebben bereikt en er geen hoger niveau mogelijk zou zijn. Het kan altijd hogerop! Dat is […]
DE BRIEF VAN PAULUS AAN DE FILIPPIËRS (FILIPPENZEN) Brief aan de Filippiërs 1:1,2 Stad Filippi -Oorspronkelijke naam ‘Daton’ mof ‘Datos” net als de vlakte waarin de stad laglag vlak bij het Pangaiongebergte dat rijk was aan goud en zilver-Latere naam Krenides naar de bronnen die er ontsprongen. Lag in Thracië.Nu ruïnestad in Oost-Macedonië-Genoemd naar haar […]
Wat de Psalmen niet en wel vermelden.Gemeenschap met de Vader wordt er niet in voorgesteld. Ze bevatten: hoop en vrees van Israël.Ze geven de grondslag voor de omstandigheden van Juda en Israël en dan in de laatste dagen, dat zijn voor hen de dagen die met de verwerping van Christus zijn begonnen. Rom. 3: 19 […]
Tweemaal vijf teksten – In het NT worden vijf teksten vermeld waarin Jezus Christus de Eniggeboren (Zoon) wordt genoemd en eveneens vijf teksten waar over Hem gesproken wordt als de eerstgeborene. Het is belangrijk dat na te gaan. De eniggeboren Deze uitdrukking geeft de relatie aan die er bestaat tussen Jezus Christus en God de […]
Mattheüs 23:34 – De onwil van de mens Wat heeft God zich een moeite getroost met het volk Israël ! Hij heeft het uit Egypte verlost en in Kanaän gebracht. Hij gaf het volk een prachtige eredienst, die van heiligheid, maar ook van zijn barmhartigheid getuigde. Hij redde het volk keer op keer als ze […]
Waarom eren we mensen Vaak bewijzen we mensen eer, maar dan niet om wat ze zijn, maar om wat ze doen, of om hun uiterlijk voorkomen of iets dergelijks. Bij de Heer jezus merken we op dat Hij elke verering op dat vlak afwijst. Op een keer wilde het volk Hem koning maken, maar waardoor […]
Jakobus 3:5 – Grote gevolgen Kleine zaken kunnen grote gevolgen hebben. Dat geldt zowel voor goede als voor slechte dingen. Jakobus denkt in hoofdstuk 3 vers 5 niet aan iets goeds dat klein begint en uitgroeit tot iets groots. Nee, hij denkt aan iets dat verkeerd is en desastreuze gevolgen kan hebben. Hij vergelijkt de […]
Wijsheid onderscheiden van goed geïnformeerd zijn en van intelligentie Wijsheid moet je goed onderscheiden van twee zaken en wel van “goed geïnformeerd zijn” en van “intelligentie”. Iemand die goed geïnformeerd is weet een heleboel. Hij weet van heel wat zaken veel af. Men zegt dan vol bewondering:”Wat weet die knaap veel. De vraag is echter […]
In dit overzicht behandel ik deze kwestie puntsgewijs. 1) Er zijn twee teksten die de betekenis van het kruis op een heel indringende wijze weergeven te weten: 1 Pt 2:22,24 waar staat: “Hij ( d.i. Jezus Christus) die geen zonde heeft gedaan… die Zelf onze zonden gedragen heeft op het kruis”.Deze tekst geeft de oplossing […]
Johannes 17 Er wordt veel over de eenheid van de gelovigen of de christenen gesproken en geschreven. Het is belangrijk daarbij drie aspecten te onderscheiden.Er is de a. de eenheid van het lichaam van Christus Dat is de eenheid van een organisme, niet die van een organisatie, want een lichaam is een organisme. Over de […]
Mattheüs 3:17 Diverse notities, aantekeningen, e.d. die ik de afgelopen tijd klaargemaakt heb voor mijn website zijn ontleend aan een Engels boek uit het begin van de 20ste eeuw (1901 o.a.). Ik ben niet zo maar aan het vertalen gegaan, maar heb de aantekeningen bewerkt. Dit is ook het geval met de volgende artikelen die […]
De zondeval als feit In dit artikel gaan we uit van de historiciteit van de zondeval. Door die val in de zonde zijn we zondig van aard geworden en doen we zonden als verkeerde daden. Bovendien is er een breuk met God ontstaan.Ook al geloven ze niet in de zondeval als feit, toch zijn er […]
Hebreeën 11:1 – Hoe moeten we onze houding bepalen? Hebreeën 11:1-7 heeft te maken:met de kwestie van de schepping (vs. 1-3);met de kwestie van het kwaad (vs. 4);heeft te maken met het probleem van de dood (vs. 5,6);heeft te maken met de kwestie van het oordeel (vs. 7). Alleen de Schrift bepaalt hoe onze houding […]
Lukas 15:11 Bij zijn weggaan Hij was arrogant “Geef mij het deel van het bezit dat mij toekomt”;Hij zette door “Hij pakte alles bij elkaar en ging weg;Hij was verkwistend “Hij bracht zijn bezit door in een losbandig leven”; In het vreemde land Hij werd berooid “Hij begon gebrek te lijden”;Hij zocht naar een oplossing […]
1) Van de doden zegt de Schrift dat ze in het dodenrijk zijn. Deze term dodenrijk’ is een neutrale term in die zin dat ermee ‘het rijk van de doden’ wordt aangeduid in tegenstelling tot ‘het rijk van de levenden’. Het woord hades, zoals de Griekse term luidt betekent zoiets als ‘het ongeziene’. Als iemand […]
Jesaja 28:7 – Drankmisbruik Het is bekend dat bij de opkomst van het industriële tijdperk vooral in Engeland het gebruik van bedwelmende drank een angstig hoge vlucht nam. In die tijd werd een poster verspreid van een meisje dat haar vader trachtte af te houden van het binnengaan van de kroeg waar hij zijn pas […]
De opname is een feit, maar hoe zit het met de tijd? De elk-moment-verwachting. Dat de Heer Jezus terugkomt om de gelovigen op te nemen en ze in het Vaderhuis te brengen staat als een paal boven water. Jh14:1-3 is daarover zo duidelijk als het maar kan wezen.Een andere zaak is ook duidelijk, namelijk dat […]
Een sullige anekdote Als inleiding op dit artikel wil ik twee anekdotes vertellen: een sullige en een zinnige. Eerst de sullige maar: In de jaren vijftig begon ik mee te werken aan de ‘Jongenskampen Wilts’, tegenwoordig heten die ‘De Oase – kampen’. Ik was toen nog ongetrouwd. Op een keer gaf bij aankomst in het […]
Handelingen 20 – De leiding van de Heilige Geest bij de reis van Paulus naar Jeruzalem Iemand vroeg mij: “Hoe zit het met de kwestie van de leiding van de Heilige Geest in het leven van Paulus wat zijn laatste reis naar Jeruzalem betreft. Liet hij zich wel in alles door de Heilige Geest leiden? […]
Een vraag over de Islam. Eind augustus 2004 benaderde een gelovige mij met het volgende probleem, dat ik zo samenvat: Altijd weer horen we over de Islam en de grote invloed die deze religie uitoefent. Als we als gelovigen spreken over de eindtijd dan hebben we het over Thyatire met als grote betrokkene de Roomse […]
Om welke zonde gaat het? Iemand vroeg mij: ‘Is het mogelijk dat een gelovige de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest begaat? Ik geloof in de Heer Jezus Christus en erken Hem als mijn persoonlijke Heer en Verlosser. Maar het feit dat er een onvergeefbare zonde bestaat jaagt me schrik aan. En omdat het me […]
De aanleiding voor een herbezinning Door een vraag van een broeder werd ik er toe aangezet me nog eens te bezinnen op de gelijkenis van het mosterdzaad. In het kader van de gelijkenissen van Mt 13.is deze gelijkenis ‘onder ons” altijd in negatieve zin uitgelegd. Men voerde (ik deed dat destijds ook) voor die mening […]
Psalmen 34:7 Het oude Engelse Vade-Mecum levert me nog steeds nieuwe stof. Zoals vroeger verteld heb, bewerk ik de stukjes op mijn eigen manier. Hier dan een artikel in verband met de ongeziene wereld. Moderne uitvindingen Veronderstel dat het microscoop niet zou zijn uitgevonden dan zou de microwereld voor ons onbekend terrein zijn. Hetzelfde geldt […]
Heeft de ark van Noach wel ooit bestaan? Veel mensen vragen zich af of de ark van Noach wel echt heeft bestaan.Tegen mensen die daarop een bevestigend getuigenis geven merken ze schamper op:’ Kom nou, geloof je dat fabeltje nog?’Fabeltje? Moet je horen, alle volken: Chinezen, Indiërs, Indianen, enz. hebben een overlevering over een grote […]
Mattheüs 24:32 Ingrijpen met gericht In de geschiedenis van de mensheid heeft God meer dan eenmaal ingegrepen met een gericht. De zondvloed is er een voorbeeld van en Sodom en Gomorra zijn er de stille getuigen van.Zogoed als die gerichten hebben plaatsgevonden, zo goed zal er in de eindtijd een gericht plaatsvinden. Of men dat […]
Adam en Eva Het is mooi om te zien hoe God op een van de eerste bladzijden van de Bijbel ons een ‘voorafschaduwing’ geeft van de verhouding van Christus en Zijn Gemeente.De gedachten die Hij van vóór de schepping had aangaande Christus en Diens Bruid krijgen, om zo te zeggen, gestalte in de verhouding van […]
Schriftplaatsen: 1 Th 1:9,10; 1 Kor.10:31: Drie groepen mensen: In de laatste van de hierboven genoemde teksten worden drie groepen mensen onderscheiden te weten: Joden, Grieken of volken en de Gemeente van God. Wat heeft Christus over de toekomst van de Gemeente, de Kerk gezegd? Hij heeft beloofd terug te komen, zie Jh 14:1-3; 1 […]
Het woord ‘christen’ Het woord christen komt driemaal in het Nieuwe Testament voor. In de titel is al aangegeven in wat voor opzicht dat het geval is, maar ik wil het een beetje uitwerken? Christen genoemd worden? In Hd 11:26 lezen we dat de discipelen in Antiochie voor het eerst christenen genoemd werden. Tot aan […]
Twee vertaalprincipes Deze notitie gaat over de principes van“bijbelvertaling”en dat met als illustratie Ruth 1:18. Bij het vertalen van de Bijbel uit de grondtaal: Hebreeuws en Aramees wat het Oude Testament betreft en het Grieks wat het Nieuwe Testament aangaat, kan men o.a. twee verschillende principes hanteren. 1) Het ene is een zo letterlijk mogelijke […]
De bijbel, de uitleg, de toepassing Zoals in het vorig artikel aangekondigd, willen we in deze artikelenserie een aantal bijbeluitleggingen en toepassingen de revue laten passeren. We herhalen nog even wat we toen stelden dat er tussen de Bijbel, de uitleg van de Bijbel en de toepassing die wij van een bijbelgedeelte maken een onlosmakelijk […]
BIJBEL………………UITLEG………………TOEPASSING Dat er tussen de uitleg van de Bijbel en de Bijbel zelf een onlosmakelijk verband bestaat is iedereen natuurlijk duidelijk, want zonder Bijbel kun je niet van bijbeluitleg spreken. Kennelijk is het echter niet iedereen zo klaar, dat er eenzelfde soort verband bestaat tussen de uitleg van een bijbelgedeelte en de toepassing ervan. Ik […]
Psalmen 4:29 In verband met het bidden werd mij de vraag gesteld tot wie we mogen of moeten bidden, waarbij die vraag nader gespecificeerd werd. Deze vraag wil ik verwerken in een beknopt artikel. Tot God Bij de beantwoording van de vraag tot wie we mogen bidden zullen we moeten bedenken dat God ons geen […]
Efeziërs 6:18 BIDDEN denk erbij aan Ef. 6:18a Algemeen: Bidden is je als nietig, afhankelijk schepsel wenden tot God, de Algenoegzame, Soevereine Schepper van hemel en aarde om Hem iets te vragen. Voor Christenen: Je wenden als kind tot je hemelse Vader. Of ook: met God bij praten’ Eerste Gebed: ‘O God wees mij, zondaar […]
Judas :21 Wat betekent ‘zich bewaren” De tekst die boven dit artikel staat vraagt om een uitleg, want wat betekent “zich bewaren in de liefde van God”. hoe doe je dat? Het is van belang het verschil op te merken met vers 1 van deze brief. Daar staat “ aan de geroepenen die in God […]
Zolang Ik in de wereld ben Het artikel over “Het volk dat in duisternis wandelt” eindigde met de vermelding van het woord van de Heer dat wij het licht van de wereld zijn en dat we ons licht hebben te laten schijnen. Op deze gedachte ga ik in dit artikel door met een bewerking van […]
Gods liefde voor het verlorene In Lk 15:7 is sprake van negenennegentig rechtvaardigen die de bekering niet nodig hebben. Voor ik op die kwestie inga is het nodig de bedoeling van de drie gelijkenissen van Lukas 15 te onderkennen. Deze drie vormen één geheel en ze hebben in eerste instantie tot doel de liefde van […]
Behoed uw hart boven al wat te bewaren is want daaruit zijn de oorsprongen des levens (Spr 4:23). In de NBV vertaling wordt deze tekst als volgt weergegeven: “Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven” Hier wordt in wat begrijpelijker taal; de tekst weergegeven. Bij […]
1-Johannes 1:9 Wat is zondigen? Het vers waarvan we een gedeelte hierboven in de titel hebben weergegeven is het middelste van drie verzen die over zonde en zondigen gaan. Zondigen betekent “het doel missen” en wel het doel dat God met ons mensen voorheeft. Maar we missen dat doel niet omdat we door onkunde een […]
C MOGELIJKE HOUDINGEN Situatie plaatselijk Voor we over de houding spreken die de ene vergadering ten opzichte van de andere zou kunnen innemen, willen we eerst onder ogen zien hoe gelovigen zich plaatselijk ten opzichte van dit probleem opstellen. Zij die de zienswijze voorstaan dat zusters in ons midden liederen moeten kunnen opgeven en gebeden […]
J.G. Fijnvandraat en G.H. Kramer ZWIJGEN IN DE GEMEENTEN Over het opgeven van liederen en voorgaan in gebeden door zusters WOORD VOORAF In de ‘Ga het na’-reeks zijn verschenen:deel 1: ‘Met welke gelovigen vieren wij het avondmaal’deel 2: ‘Erkenning van tucht in de Gemeente’deel 3 a: ‘Tot Hem uitgaan buiten de legerplaats’3 b: ‘Zich onttrekken […]
Hoofdstuk 3 TEKSTEN EN ARGUMENTEN ONDER DE LOEP In dit hoofdstuk worden reacties besproken van broeders met betrekking tot het vraagstuk van verontreiniging, zoals mij die mondeling en schriftelijk bereikt hebben. Deze reacties – vrij geformuleerd- zijn cursief weergegeven en mijn commentaar daarop in gewone druk. 1) Hebben de voorschriften van Lv.5:2,3 en Nm19:11-16 ons […]
Hoofdstuk 2 AFZONDERING JA…..MAAR WANNEER EN HOE? Angst voor verontreiniging Zoals gezegd spreek de Schrift heel duidelijk over afzondering, maar dan over afzondering van de wereld en haar kwaad en over afzondering van ‘christenen’ die er een zondige levenspraktijk op na houden of verkeerde leer huldigen. Helaas worden de teksten die over deze afzondering gaan, […]
BEOOGD LEZERSPUBLIEK De ‘Ga het na’-reeks is bedoeld voor gelovigen die in de christenheid bekend staan als ‘de broeders’. Ze willen die naam echter beslist niet als een soortnaam voeren, maar achten iedere gelovige hun broeder of zuster in de Here Jezus Christus. Als ‘groepering’ worden ze wel aangeduid als ‘vergadering van gelovigen’. Maar ook […]
LAAT IEDER DIE DE NAAM VAN DE HEER NOEMT ZICH ONTTREKKEN AAN ONGERECHTIGHEID Inleiding In de tweede zowel als in de eerste brief aan Timoteüs geeft de apostel Paulus zijn jongere medewerker aanwijzingen hoe hij zich ’te gedragen heeft in het huis van God’ (vgl.1Tim. 3:15. De toon van de tweede brief is ernstiger dan […]
Hebreeën 13:13 Deel 3aTot Hem uitgaan buiten de legerplaatsUitleg en toepassing van Hebr. 13: 13 Deel 3bZICH ONTTREKKEN AAN ONGERECHTIGHEIDUitleg en toepassing van 2Tim 2:19 BEOOGD LEZERSPUBLIEK De ‘Ga het na’-reeks is bedoeld voor gelovigen die in de christenheid bekend staan als ‘de broeders’. Ze willen die naam echter beslist niet als een soortnaam voeren, […]
Is ‘alles’ altijd ‘alles’? Een bekende uitlegkundige regel luidt: ‘Lees wat er staat, neem wat er staat, dan heb je wat er staat.’ Als globale vuistregel kan ik best met deze regel uit de voeten, maar als men hem klakkeloos gaat toepassen, haak ik af. Neem bijvoorbeeld Joh.6: 27: ‘Werk niet om het voedsel dat […]
Woord vooraf Het eerste deeltje van de ‘Ga het na’-reeks was in korte tijd uitverkocht. Over het algemeen had men er veel waardering voor. Ik ontving slechts enkele negatieve reacties. Daarin miste ik echter een duidelijke weerlegging aan de hand van de Schrift. Wel vroeg men zich af hoe ik stond tegenover het bevel van […]
Hij wel… en ik niet? Nu kan het zijn dat iemand voor zijn werk of vanwege andere omstandigheden in een situatie komt dat hij geen ‘vergadering’ kan bezoeken met wie we ‘officieel’ in gemeenschap zijn. Wanneer hij daar dan gelovigen vindt die oprecht op bijbelse grond willen samenkomen en die bozen in leer of wandel […]
Houdt de belijdenis, dat de Bijbel het onfeilbaar, volkomen betrouwbaar Woord van God is, automatisch in:a. dat alles wat in de Bijbel staat waar is?b. dat we elke uitspraak in de Bijbel letterlijk hebben op te vatten?Het mag sommigen vreemd in de oren klinken, dat we beide vragen met ‘nee’ beantwoorden. Deze les zal duidelijk […]
In deze les behandelen we een aantal bijzonderheden over de Bijbel, die van belang zijn om te weten. 01) In de vorige les hadden we het over de apocriefe boeken. Ik noemde toen een paar bekende apocriefe boeken, die ‘behoren tot’ het…… Testament. Er zijn echter ook apocriefen bij het Nieuwe Testament, zoals de Openbaring […]
De uitspraken van het Nieuwe Testament laten er geen twijfel over bestaan dat het Oude Testament, de Schrift of de Schriften genoemd, voor Jezus Christus en de apostelen het absolute Woord van God was. Maar hoe staat het nu met het Nieuwe Testament? Daarvoor geldt precies hetzelfde. In deze les gaan we na welk getuigenis […]
In de vorige les zijn we nagegaan, hoe de Heer Jezus over de Schriften spreekt en hoe Hij ze gebruikt. Nu doen we hetzelfde wat de apostelen betreft. 01) Reeds meerdere malen is in deze lessen gewezen op de uitspraak van de apostel Petrus (2 Petrus 1: 21), dat profetie niet is voortgekomen uit ……, […]
De Heer Jezus heeft in Zijn gesprekken met de Joden nooit het gezag van de Schriften discutabel gesteld, integendeel, Hij verweet hen hun gebrek aan kennis van de Schrift en hij wees hen er op dat ze zich aan het gezag van de Schrift niet onderwierpen. Redeneringen als: ‘De Bijbel bevat slechts Gods Woord’ of: […]
Hoe moeten we de uitspraak: ‘De Bijbel is het Woord van God’ opvatten? Is de hele Bijbel het Woord van God en zijn dus alle mededelingen volkomen betrouwbaar, of zijn alleen bepaalde gedeelten van de Bijbel Goddelijk? Of is slechts de boodschap, die uit de Bijbel tot ons komt, Gods Woord? Wie zal op deze […]
Hoe weten we dat de Bijbel het Woord van God is? Dat is een vraag, waar veel jonge mensen mee zitten en waar nog veel meer anderen zich nooit ernstig op bezonnen hebben. Het laatste is erg jammer, want het is voor onszelf en voor ons getuigenis ten opzichte van anderen van het uiterste belang […]
Vaak wordt beweerd, dat de Bijbel tijd- en plaatsgebonden is. ‘De Bijbel’, zo zegt men, is ‘een Oosters boek, geschreven in een tijd, die tweeduizend en meer jaren achter ons ligt. Wij in het Westen en in onze tijd kunnen dat boek zo maar niet begrijpen en allerlei voorschriften uit de Bijbel zijn niet zonder […]
Dat de zesenzestig boeken van de Bijbel één geheel vormen is te danken aan het feit, dat de schrijvers door de Geest van God werden geïnspireerd. Hoe dat gebeurde weten we niet, dan zouden we namelijk zelf de werking van de inspiratie hebben moeten meemaken. Toch weten we wel wat van inspiratie, doordat namelijk de […]
In les 4 hebben we opgemerkt dat de term Schriften heenwijst naar de veelheid van schrijvers en dus ook nadruk legt op de ‘menselijke’ kant van de Bijbel. Deze laatste uitdrukking kan gemakkelijk aanleiding geven tot misverstand. In onze tijd wordt meestal over het ‘menselijke element’ in de Bijbel gesproken om aan te geven dat […]
In de vorige les hebben we het gehad over de eenheid van de Bijbel. Dit onderwerp is nog niet afgerond en we gaan er dus mee door. De eenheid van de Schriften blijkt namelijk ook als we nagaan wat de inhoud, het doel en de kracht van de Schriften is. 01) Aangaande de hoofdinhoud van […]
Ondanks het feit dat aan de Bijbel meer dan veertig schrijvers, samenstellers, enz. hebben meegewerkt en ondanks het feit dat de zesenzestig boeken waaruit de Bijbel bestaat een geweldig gevarieerde inhoud bezitten, vormt de Bijbel toch een eenheid. Het is er mee als met het menselijk lichaam, dat uit veel leden en organen bestaat, maar […]
De ongeveer veertig Bijbelschrijvers die we kennen, vertonen een geweldige variatie in karakter, ontwikkeling, woongebied, levensomstandigheden, enz. (zie les 1 en 2). Maar ook hun geschriften zijn onderling zeer onderscheiden, ja, zelfs een enkel Bijbelboek vertoont vaak een rijk gevarieerde inhoud. We gaan dat in deze les na. 01) We bekijken eerst de Bijbelboeken onderling […]
Dat veertig mensen over een tijdsverloop van zo’ n 1500 jaar zesenzestig boeken schrijven, die een eenheid vormen, is al een wonder op zichzelf. Maar dat is nog niet alles. Deze veertig schrijvers waren namelijk geen veertig mensen met eenzelfde opleiding, ingewijd in eenzelfde vak. Ook stemden ze niet overeen in karakter of levensomstandigheden en […]
De eerste cursus gaat over een aantal bijbelse begrippen. Ik laat hem hier met enkele wijzigingen volgen. De namen van bijbelboeken worden in het aangeven van de Bijbelteksten altijd voluit geschreven met het oog op hen die niet zo met de Bijbel bekend zijn. Onder alle boeken neemt de Bijbel een bijzondere plaats in. Niet […]
In de lessen van de oorspronkelijke B1 cursus was bij elke vraag of gedeelte van een vraag een bepaalde ruimte gelaten waar men het antwoord op een stippellijn kon invullen. In deze cursus op de website is alleen een kleine ruimte gelaten door stippeltjes aangegeven om duidelijk te maken dat men een antwoord moet formuleren. […]
In de vijftiger en zestiger jaren van de voriger eeuw heeft br. B.Ottens een serie van 6 bijbelcursussen opgesteld voor kinderen, de zgn. A-cursussen. Br. J.G. Fijnvandraat volgde met cursussen voor volwassenen ( de B-cursussen) en maakte ook ‘een overgangscursus’ over Jozef. Deze lessen zijn destijds uitgegeven door ‘St. Wat zegt de Bijbel’. Aan mogelijke […]
Wanneer mensen uit een christelijk land naar het buitenland gaan om daar het evangelie van Jezus Christus te verkondigen dan spreken we van zending. De gelovigen die dat doen noemen we zendelingen. De Rooms-katholieken spreken van ‘missie’ en van ‘missionarissen’. Deze beide woorden worden in beperkte mate ook wel in protestantse kringen gebruikt..Men probeert in […]
Hoe bedrijven we zending? a. In het verleden gebeurde dat doordat men zich vestigde in een zendingsgebied en daar voor lange tijd, soms levenslang, bleef werken; b. In de naoorlogse tijd vestigde men zich vaak voor een min of meer afgebakende tijd in zo’n gebied. De reden van vertrek kon/kan zijn dat er genoeg inlandse […]
Flitsen uit het Mattheüsevangelie(Mattheüs 11 : 12 – 15) Met geweld…. ? Wilt u een paar voorbeelden uit de bijbel geven van mensen die “geweld” moesten gebruiken om het heil bij Christus te ontvangen?Daar heb je Zacheüs. Vanwege de mensen kon hij Christus niet zien, en hij schaamde zich om zo maar dwars door de […]
De Wereld van het Oude Testament en het Nieuwe Testament Bij het NBG is verschenen ‘De wereld van het Oude Testament’ geschreven door John Bimson. Dit werk kan beschouwd worden als een modernere versie van ‘in het land van de Bijbel’ van I.Snoek. Het handelt over een groot aantal onderwerpen met betrekking tot het maatschappelijk, […]
Een steeds opduikende vraag Vaak vraagt men waarom er toch zoveel verschillende bijbelvertalingen in omloop gebracht zijn. Waarom houden we ons niet bij één vertaling, zoals bijvoor- beeld de statenvertaling, die de oudste rechten heeft? In boeken en vakbladen is deze materie uitvoerig behandeld, maar slechts weinigen lezen die kennelijk, want de vraag wordt steeds […]
In het midden van de 17e eeuw vestigden de Hollanders zich op de zuidkust van Afrika en werd zodoende door hen de grondslag gelegd voor de Kaapkolonie, waarmee de naam van Jan van Riebeek onafscheidelijk verbondenis. Ongeveer 2 eeuwen gingen voorbij, waarin de Kaap zowel gunstige als ongunstige tijden meemaakte. Tijdens de Napoleontische tijd werd […]
De 63-jarige straatmuzikant Guiseppe Vattano heeft het klaar gespeeld. om de eerste prijs in een lelijkheidswedstrijd in de wacht te slepen. In het bij Pinerolo gelegen plaatsje Luserna san Giovanni is hij al zijn concurrenten de baas gebleven dank zij “zijn natuurlijke gaven”, zoals hij het uitdrukte. Met sjerp en oorkonde en 10.000 lire op […]
Onder deze titel verscheen in 1949 een artikel in één van onze plaatselijke dagbladen, dat in hoofdzaak op het volgende neerkwam: Als ge in Parijs komt, zult ge ongetwijfeld de straatventers of standwerkers ontmoeten, die medehelpen om Parijs haar charmant en tevens geraffineerd uiterlijk te geven. Op boulevards, straten, pleinen en stationsemplacementen, ja zelfs in […]
Het is merkwaardig op te merken hoeveel tijd en geld de mensen in het algemeen aan hun uiterlijk ten koste leggen. Schoonheidssalons doen goede zaken! Maar ook de kappers hebben hun klanten. Niemand toch houdt ervan als een ragebol op de wereld rond te lopen. Als je bovendien nog, zoals de kapper van Een, kans […]
Flitsen uit het Mattheüsevangelie(Mattheüs 13 : 1 – 8) Vier soorten grond De Heer spreekt in deze gelijkenis over vier soorten grond waarop het zaad valt. Zo’n oosterse akker is namelijk niet een mooi vierkant stuk grond, maar een vrij ruig, soms steenachtig gebied, dat gedeeltelijk bewerkt is, voor zover er met een ploeg is […]
Een behoorlijk aantal jaren terug maakte ik een bespreking mee, waarbij het o.a. ging om het kennen van Gods wil in ons leven. Een van de broeders die bij die bespreking aanwezig was stelde dat er een voorwaarde is waaraan we moeten voldoen om Gods wil te leren kennen. Hij wees daarbij op Jh 7:17 […]
Vraag: “De heiligen-schaar lofzingend in zijn woning” (lied 148: 1) moet een schaar van ontslapen heiligen zijn, want “En wij ook” (vers 2) ziet op de gelovigen hier op aarde. “Juichend brengen hemelkoren ” (lied154:3) moet ook zien op ontslapen heiligen in het paradijs, met wie wij op aarde één zijn.Is er een Schiiftplaats waarin […]
Betreft : 1 Kor. 12:31 Vraag: Hoe kun je streven naar de grootste genadegaven Antwoord : Enerzijds is het bezit van een gave een zaak van ontvangen van wat een ander – in dit geval God – geeft (lees 1 Kor.12: 4-11). Maar net als bij bekering die en geloof dat door God bewerkt moet […]
Antwoord op brief Graag wil ik ingaan op je vraag. Het is fijn dat je tot bekering bent gekomen en mag weten wedergeboren te zijn. Wat je ouders betreft is het duidelijk dat de doop hun niet het eeuwige leven geeft. De doop bewerkt de wedergeboorte niet. In Joh. 3:5 wordt met water niet gedoeld […]
1 Door weerspannig te zijn en de Heilige Geest te bedroeven Js 63:10; Ef 4:30 2 Door de Heilige Geest te weerstaan Hd 7:51 3 Door de Heilige Geerst te verzoeken Hd 5:9 4 Door de Geest uit te blussen 1 Th 5:19
Wet en genade “Want de wet is door Mozes gegeven; de genade en waarheid is door Jezus Christus geworden” (Joh. 1:17). In dit vers ligt een tegenstelling, Jezus Christus is het vleesgeworden Woord, vol van genade en waarheid (vs. 14). Als zodanig had God Zich in de oude bedeling niet geopenbaard. Toen gaf Hij door […]
VOOR DE ZWOEGENDE FAKKELSJOUWERS Niemand kan in ernst mij euvel duiden,dat ik als oudste der aardse luiden,lijdt aan een lichte vorm van geheugenverlies.Iets waar ik overigens niet over knies.Het brengt echter wel met zich mede-dat ik om bovengenoemde reden-tevergeefs terugga in mijn memorie-en dat is een droevige historie-om mij weer voor de geest te halenwat […]
Betreft : Luk 4:18 Vraag: Wie zijn die armen, gevangenen, blinden en die verbrokenen? Wat is de link tussen de Geest des Heren is op Mij en de zalving? Antwoord: 1 De armen, blinden etc. waren in eerste instantie de armen enz. onder het Joodse volk De Heer was vol erbarmen met betrekkinbg tot hen. […]
1 Wanneer bidden ‘te allen tijde‘ 2 De kracht van het gebed ‘in de Geest’ 3 Onze instelling erbij ‘met alle volharding’ 4 De intensiteit van het gebed ‘met alle smeking; 5 Voor wie bidden? ‘voor alle heiligen en bijzonder voor werkers > Paulus 6 De inhoud “dat Paulus( en alle werkers)met vrijmoedigheid mocht spreken
Het is van buitengewoon groot belang te beseffen dat de Bijbel mij persoonlijk aanspreekt. God spreekt mij in zijn Woord niet over wat mijn broeder of zuster ten opzichte van mij moet doen, maar over wat ik ten opzichter van mijn broeder of zuster moet doen. Als beginsel weten we dat natuurlijk wel, maar in […]
Ezechiël… ofwel: OP WEG NAAR HET EINDDOEL (4) Ezechiël heeft gezien hoe de heerlijkheid van de God van Israël van de tempel wegtrok naar de Olijfberg (11:23). Maar daarmee was het wat Israëls heilshistorie betreft niet: punt-uit! Dat laat zich al afleiden uit het feit dat de profeet niet getoond wordt dat de heerlijkheid verder […]
God onze toevlucht.Ps. 46:2 God is ons een toevlucht en sterktePs. 46:8 Een burcht is ons de God van JacobPs 46:12 Een burcht is ons de God van JacobSpr.18:10 De naam des Heren is een sterke torende rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar.Ps. 61:4 Want gij zijt mij een schuilplaats geweest, een sterke toren tegen […]
Ps. 80:4 O God herstel onsPs. 80:8 O God der heerscharen, herstel onsPs. 80:20 HERE, God der heerscharen, herstel ons
Ps. 34:5 uit alle verschrikkingen; vers 8 hen die Hem vrezen; vers18 als zij roepen; vers 20 uit alle talrijke rampen die de rechtvaardige treffen.Ps. 34:19 Hij verlost de verslagenen van geest (vgl. Matth. 5:3).
Jes. 61:10 : Wij verblijden ons in de Heer, net als straks het volk Israël, omdat Hij ons bekleed heeft met de klederen van het heil;Ps. 43: 4 : Net als voor de Korachieten mag God tot wie we naderen, de God zijn van onze jubelende vreugde;1 Petr.1:9 : In Christus kunnen we ons verheugen […]
Luk. 24:36 : Hijzelf stond in het midden van de discipelen;Ef. 2:20 : Jezus Christus Zelf is de hoeksteen van de geestelijketempel, de Gemeente;1 Thess. 4:16 : De Heer Zelf komt om ons op te halen;1 Thess. 5:23 : De God van de vrede Zelf wil ons geheel en al heiligen;2 Thess. 2:16 : De […]
Het is (mij) goednabij God te zijn (Ps. 73:27)dat ik verdrukt geweest ben (Ps. 119:71)onze God te Psalmzingen (Ps. 147: 1)
Als de Zoon des mensen komen zal … Zoon des mensen? Wat is dat nu weer voor een vreemde en ouderwetse uitdrukking?! Ik kan me voorstellen dat u zo reageert. Weet u, de naam “Zoon des mensen” is een titel van Jezus van Nazareth. Een andere titel van Hem is “Zoon van God”. Deze beide […]
Schrift en Schriften Zoals eerder gezegd bestaat de Bijbel uit 66 boeken, waarvan het Oude Testament er 39 en het Nieuwe Testament er 27 bevat. Met het oog op deze veelheid van boeken spreken we over “de Schriften”of ook over “de heilige Schriften”. Deze vele geschriften vormen echter een eenheid en met het oog daarop […]
WAT is geluk? Iemand zei het eens zo: gezondheid en een slecht geheugen. Bij de jaarwisseling verschijnen er in veel dagbladen lijsten van hen die in het afgelopen jaar overleden zijn. Meestal treft men er ook de namen aan van hen die – om zo te zeggen – de wereldpers gehaald hebben.Zo heeft indertijd het […]
Het is pikdonker. In de voormalige boerderij zoek ik voorzichtig mijn weg. Ik struikel over een bank, stoot me aan een tafel en zoek tevergeefs naar het lichtknopje dat ergens achter een van de balken boven de vroegere koestal moet zitten. Tastend langs de balken grijp ik in een paar spinnenwebben, ik voel het stof […]
De Bijbel is een geweldig boek. Neem nu eens het allereerste vers uit dit boek. Dat luidt: “In het beginne schiep God de Hemel en de aarde” (Gn. 1:1) Wat staat dat er heel eenvoudig en tegelijk geweldig verheven. Vergelijk deze scheppingsoorkonde nu eens met de verhalen van de heidense volken over het ontstaan van […]
Uit: “Bode des Heils in Christus”, jaargang 133 (1990) Een brede poort De poort, de deur, van de voorhof is 10 meter breed. Dit is heel wat breder dan een huisdeur, of een kerkdeur. Deze deur wordt niet op een bepaalde tijd geopend om mensen binnen te laten, om vervolgens gesloten te worden, als de […]
Twee boeken die met gezag spreken. Er zijn twee boeken waardoor God spreekt en beide stralen gezag uit. In Psalm 19 vinden we een heenwijzing naar elk van deze twee boeken en wel in vers 1-7 naar het boek van de natuur enin vers 8-15 naar dat van de schriftuur. De kwestie van gezagEr heersover […]
Betreft: Openb. 22:18, 19 Vraag: Kan men Openb. 22:18 en 19 toepassen op de hele Bijbel? Antwoord: Met deze uitspraak doelt de schrijver, de apostel Johannes, op het boek de Openbaring. Het beginsel, dat we aan het Woord van God niet mogen afdoen, of toedoen is echter algemeen geldig. (Deut. 4:2; 12:32; Jer. 26:2; Spr. […]
Betreft: Openb. 21:9-14 Vraag: Wat heeft dit gedeelte te maken met de teksten die met betrekking tot ons over de heerlijkheid Gods handelen? Antwoord: Rom. 3:23 zegt dat alle mensen – als zondaars – de heerlijkheid Gods derven (missen, niet bereiken).Rom. 5:2 geeft echter aan, dat de gelovigen – de verloste zondaars, dus – roemen […]
Betreft: Openb. 21:9 i.v.m. 2 Kor. 11:2 en Ef. 5:22-33 Vraag: Hoe kan de Gemeente het lichaam van Christus zijn en tegelijk de bruid van Christus. En wat is Israël dan als de Gemeente de bruid van het Lam is? Antwoord: De Schrift is zeer flexibel wat betreft de beelden, die erin worden gebruikt. In […]
Betreft: Openb. 21:3 Vraag: Wat wordt hier met ’tent’ bedoeld? Antwoord: De NBG-vertaling heeft hier ’tent’ staan, de St.vert. en Telos hebben ’tabernakel’, wat in feite hetzelfde aangeeft.De betekenis kan zijn dat God bij de mensen woont: God ’tabernakelt’ bij de mensen, zou je kunnen zeggen.Het woord ’tabernakel’ doet echter ook aan een woonplaats denken. […]
Betreft: Openb. 21:1-9 Vraag: Wie zullen er de nieuwe aarde bewonen? Antwoord: Nadat de Heer teruggekomen is om de Zijnen in het Vaderhuis op te nemen (Joh. 14:1-3; 1 Thes. 4:15-18; 1 Kor. 15:51-57 en Fil. 3:20, 21) blijken er twee groepen gelovigen op aarde te zijn:a. 144.000 verzegelden uit alle stammen van Israël;b. Een […]
Betreft: Openb. 20:14 Vraag: Is de tweede dood een tweede oordeel? Antwoord: Toen Adam en Eva zondigden werden zij sterflijke mensen. De Heer had gezegd dat als ze van de boom aten, zij de dood zouden sterven (Gen. 2:17). Ze vielen toen ze ongehoorzaam waren niet meteen dood neer, maar ze werden sterfelijk. Volgens sommige […]
Betreft: Openb. 20:11 Vraag: Krijgen de mensen die in ongeloof gestorven zijn bij de opstanding ook een nieuw lichaam? Antwoord: Van de gelovigen weten we dat zij in de opstanding een ‘nieuw’, verheerlijkt lichaam krijgen. Het oude lichaam is begraven, maar staat in een verheerlijkte toestand op.In 1 Kor. 15 wordt het begraven met zaaien […]
Betreft: Openb. 20:10; 21:25; 22:5 Vraag: Hoe zijn deze schriftplaatsen met elkaar te rijmen? Antwoord: De uitdrukking dag en nacht duidt op een heel etmaal en betekent dus een tijd van 24 uur. In Openb. 4:8; 14:11; 7:5; 12:10 betekent het eigenlijk hetzelfde als ‘altijd’ (of in negatieve zin ‘nooit’). De gedachte aan een lichtgedeelte […]
Betreft: Openb. 20:6 Vraag: In vers 5 staat, dat de overige doden niet weder levend werden voordat de duizend jaren voleindigd werden. Er wordt dus in vers 6 niet over gelovigen, maar over ongelovigen gesproken? Antwoord: In Openb. 20:5 is sprake van mensen, die geen deel hebben aan de eerste opstanding en over wie de […]
Betreft: Openb. 20:4 Vraag: Komen de hier genoemde mensen ook in de hemel? Ze hebben zich toch niet vóór de wederkomst van Christus (voor de Gemeente) bekeerd? Antwoord: Deze getuigen hebben allen deel aan de eerste opstanding. Het is niet aannemelijk dat mensen die deel hebben aan de opstanding en dus een opstandingslichaam bezitten in […]
Betreft: Openb. 20:4 Vraag: Hoe kunnen de martelaren uit de periode van de Grote Verdrukking om het getuigenis van Jezus onthoofd zijn? Ze erkennen Jezus toch pas aan het eind van de Verdrukking? Antwoord: Hoever de prediking van het Koninkrijk in de periode van de Grote Verdrukking inhoudelijk gaat is de vraag. Het Nieuwe Testament […]
Betreft: Openb. 20:1-6 Vraag: Wie worden bedoeld met de uitdrukking ‘hen die onthoofd waren’ en wie met ‘de overige doden’? Antwoord: Om deze teksten goed te kunnen begrijpen moeten we inzien dat het boek de Openbaring in drie delen is verdeeld, zoals aangegeven wordt in 1:19. En wel als volgt:Wat gij gezien hebt… vinden we […]
Betreft: Openb. 20:1-4 Vraag: Leven wij nu al in het duizendjarig rijk? Hoe moet ik vers 3, 4 en 5 van Openb. 20 bekijken? Komt er na het duizendjarig rijk nog iets anders? Antwoord: In nr. 4 van de Toetsreeks is uitvoerig aangetoond, dat we nu niet in het duizendjarig rijk leven. Ik herhaal kort […]
Betreft: Openb. 20:3 Vraag: U stelt dat we nu niet in het duizendjarig rijk leven omdat satan nu niet gebonden is, maar nog actief is en rondgaat als een brullende leeuw.Maar in 2 Petr. 2:4 wordt van de duivelse engelen gezegd dat ze opgesloten zijn in de afgrond en met ketenen gebonden en toch zijn […]
Betreft: Openb. 17:7, 9 Vraag: Kan de hoer van Babylon het Vaticaan zijn? Antwoord: Op deze vraag zouden we met ‘ja’ kunnen antwoorden, maar dat is dan wat kort door de bocht. Daarom het volgende, uitgebreidere en nauwkeurigere antwoord.De vrouw zit op het beest en er is alle reden om in dit beest het hersteld […]
Betreft: Openb. 14:11 en 20:10 Vraag: Hoe moeten we ons de pijniging in de hel voorstellen? Is het een lichamelijke kwelling of een geestelijke? Pijnigen de verlorenen elkaar of zijn er ‘kwelduivels’? Antwoord: Het is geen vreugde om over de hel te moeten schrijven, maar de Bijbel spreekt nu eenmaal over deze verschrikkelijke plaats, die […]
Betreft: Openb. 14:4 Vraag: Gaat het hier enkel om ‘mannen’? Antwoord: Wanneer we hier het ‘niet met vrouwen bevlekt’ letterlijk moeten nemen, dan gaat het inderdaad om mannen. Die verklaring heeft echter wat tegen, wanta. De sexuele omgang binnen het huwelijk wordt nooit een bevlekking genoemd;b. Het zou vreemd zijn als een scheppingsgave een zondige […]
Betreft: Openb. 13:8 en Ef. 1:4 Vraag: Het is mij niet duidelijk dat hier sprake is van verschil. Waarom niet: 1. uitverkiezing, 2. wereld neemt vorm aan, 3. ingeschreven in boek? Antwoord: Het gaat om het verschil in tijdsaanduiding in de uitdrukking die in Openb. 13:8 wordt gebruikt en de tijdsaanduiding die we in Ef. […]
Betreft: Openb. 12:9, 17 Vraag: Wie word hier met de vrouw bedoeld? Antwoord: De beschrijving van de vrouw in vers 1 herinnert ons aan de tweede droom van Jozef. In zijn droom ziet Jozef de zon, de maan en twaalf sterren en die stellen het huis van Jakob voor. Er is dus alle reden om […]
Betreft: Openb. 12:3; 13:1 Vraag: In Openb. 12:3 is sprake van zeven diademen op de zeven koppen; in 13:1 is sprake van tien diademen op de tien horens. Wat is de zin daarvan? Antwoord: Het antwoord is niet zo gemakkelijk te geven, maar we moeten het misschien zoeken in het feit, dat in 13:1 evenals […]
Betreft: Openb. 12:1-6 Vraag: U ziet in de vrouw van Openb. 12:1 v.v. het volk Israël en in de zoon die geboren wordt Jezus Christus. Maar… volgens Openb. 4:1 gaat het om dingen die op het moment dat Johannes schreef nog gebeuren moeten. En Jezus Christus was toen toch allang geboren en ten hemel gevaren? […]
De Openbaring een korte bespreking van de opvattingen over het boek als geheel en het probleem van het getal 666 en van de vrouw uit hfst 12 Van het boek De Openbaring worden o.a. een drietal verklaringen gegeven, en wel:a. het hele boek heeft betrekking op de verhouding van de christenen tot het Romeinse Rijk […]
Betreft: Openb. 11:12 Vraag: Wordt met ‘de’ wolk geduid op de wolk van heerlijkheid des Heren ofwel de ‘sjechina’? Antwoord: Destijds daalde de Heer neer onder Israël in de wolk van de heerlijkheid. Deze rustte op de Tabernakel. In Ezech. 8:4; 9:3; 10:4, 18 en 11:23 lezen we hoe die wolk de tempel en de […]
Betreft: Openb. 11:2 Vraag: Wie stellen de twee getuigen voor? Antwoord: Het is moeilijk, zo niet onmogelijk te zeggen wie de twee getuigen zijn. Hun namen worden niet genoemd en nergens lezen we een duidelijke aanwijzing wie ze zijn. Toch laat zich uit wat ze doen iets afleiden.Er staat o.a. dat ze macht hebben:1) De […]
Betreft: Openb. 9:1 en 20:1 Vraag: In 9:1 staat ‘haar’ werd gegeven en in 20:1 staat: de engel had een sleutel in ‘zijn’ hand. Het gaat in beide gevallen toch om eenzelfde wezen, namelijk een engel. Of is de ster in 9:1 geen engel? Antwoord: Afgezien van de vraag wie of wat er door de […]
Betreft: Openb. 8:3 Vraag: a. Welk altaar is in Openb. 8:3 bedoeld?b. Wat is het verschil tussen het reukofferaltaar en het brandoffer altaar? Antwoord: a. Hier is het reukofferaltaar bedoeld, want b. In de tabernakel stond het brandofferaltaar in de voorhof, het was van koper en er werden offers op verbrand. Die offers spraken ervan […]
Betreft: Openb. 6:12 en Joël 2:31 Vraag: Staan deze twee teksten in verband met elkaar? Antwoord: Er zijn een aantal teksten die spreken over het verduisterd worden van zon en maan en die alle betrekking hebben op de eindtijd.Joël 2:31 is gedeeltelijk vervuld op de Pinksterdag te Jeruzalem. Petrus haalt dit gedeelte aan, maar het […]
Betreft: Openb. 6:9, 10 Vraag: Mogen wij wel vragen, wat deze zielen vragen? Antwoord: Dit gebed past niet in deze tijd. Wij leven in de tijd van de genade (‘het aangename jaar des Heren’) en behoren te bidden in overeenstemming met de genade die God betoont.Straks zal echter ‘de dag van de wraak’ aanbreken (vgl. […]
Betreft: Openb. 6:2; Ezech. 14:21 Vraag: a) waarom kan het witte paard niet iets gunstigs voorstellen, het is toch ‘wit’?b) In Ezech. 14:21 lezen we over vier plagen, waarvan er drie direct met de paarden van Openb. 6 overeenstemmen. Stemt het oordeel van de wilde dieren dan niet met het witte paard overeen?c) De ruiter […]
Betreft: Openb. 5:9-11 Vraag: a) In welke tijdsperiode vindt de wraak waarover in dit vers gesproken wordt plaats?b) Kunt u een overzicht geven van de openbaringen van de 7 zegels? Komt dit overeen met onschuld, geweten, bestuur, belofte, wet, genade, 1000j vrederijk? Antwoord: a) Vanaf hoofdstuk 4:1 begint het derde deel van het Boek de […]
Betreft: Openb. 5:6, 8 Vraag: Wie zijn de hier genoemde oudsten en wie zijn de ‘heiligen’? Antwoord: Er zijn verschillende redenen om aan te nemen, dat de oudsten een voorstelling geven van de gelovigen, die bij de komst van Jezus Christus in de lucht, opgenomen zijn en in het vaderhuis gebracht zijn (zie Joh. 14:1-3 […]
Betreft: Openb. 3:20 Vraag: Wordt hier gedoeld op de deur van de gemeente of op die van het hart? Antwoord: Vaak wordt deze tekst gebruikt als een evangelisatietekst voor zondaars. Men roept onbekeerden dan op om het hart te ontsluiten voor de Heiland. Dat mag wel, maar dat is dan een toepassing van deze oproep, […]
Vraag: a) Wie zijn zij, die zeggen Joden te zijn en het niet zijn, maar liegen?b) Wat is de ure der verzoeking, die over de hele wereld komen zal?c) Wie is degene die verzoekt?d) Wie worden verzocht?e) Wat is de tempel van God? (vs. 12)f) Wat is Mijn nieuwe naam? Antwoord: a) De zeven brieven […]
Betreft: Openb. 2:26, 27 Vraag: Slaat vers 27 niet alleen op Jezus Christus? Hij zal hen hoeden is toch niet hetzelfde als ‘zij’. Trouwens wie zijn wij, dat we zouden kunnen oordelen?! Antwoord: Johannes schrijft de zeven brieven aan de zeven gemeenten in opdracht van de Heer Jezus, zie Openb. 1:19. De aanhef van elke […]
Betreft: Openb. 2:17 Vraag: a. Wat wordt bedoeld met geven van een nieuwe naam?b. Wie of wat wordt met de witte steen bedoeld? Antwoord: a) Toen God de dieren bij Adam bracht om ze namen te geven, ging het er maar niet om dat ‘het beestje nu eenmaal een naam moest hebben’. Neen, Adam gaf […]
Betreft: Openb. 2:11; 20:6, 14; 21:8 Vraag: Kunt u uitleggen wat de 1e en de 2e dood betekent? Antwoord: De benaming ‘eerste dood’ komen we niet in de Schrift tegen. We gebruiken die term gemakshalve om de tegenstelling met de tweede dood aan te geven. Eigenlijk is het andersom: de Bijbel gebruikt de term ’tweede […]
Betreft: Openb. 2:9 Vraag: We kunnen toch niet zeggen, dat alle Joden die niet in Jezus Christus geloven bij de satan horen? Ze geloven toch wel in de God van Abraham, Izaäk en Jacob? Antwoord: Wat de directe uitleg voor de toenmalige gemeente betreft, moeten we bedenken dat het gaat om Joden, die het evangelie […]
Betreft: Openb. 2:7 Vraag: Graag een verklaring van de uitspraak: ‘Wie oren heeft … hore wat de Geest tot de gemeenten zegt’, in verband met de uitspraken van de R.K. kerk? Antwoord: Als er stond: ‘wie oren heeft, die hore wat de Geest door de gemeente tot hem zegt, zouden we van de gemeente of […]
Betreft: Openb. 2:6, 15 Vraag: Wat waren de Nicolaïeten en wat waren hun werken? Antwoord: Van deze verzen worden twee verklaringen gegeven: a) De Nicolaïeten zouden aanhangers zijn van een zekere Nicolaüs. Volgens een bepaalde overlevering zou dat de Nicolaas, een van de zeven ‘diakenen’ genoemd in Hand. 6:5 zijn. Voor dit laatste zijn echter […]
Betreft: Openb. 2 en 3 en kerkverlating Vraag: Er staat toch nergens in Openb. 2 en 3 dat gelovigen uit de ene gemeente zich moeten afscheiden om naar een andere te gaan? Antwoord: Dat staat inderdaad niet in Openb. 2 en 3. Maar voor de leer aangaande de Gemeente en gemeentelijke tucht moeten we te […]
Betreft: Openb. 1:20 Vraag: Wie of wat wordt bedoeld met de ‘engelen van de zeven gemeenten’ Antwoord: In de aanhef van elk van de zeven brieven, die volgen, staat ‘schrijf aan de engel van de gemeente …’ Bij elke plaatselijke gemeente wordt dus één engel gedacht, en niet meerdere engelen. De vraag is nu wie […]
Openbaringen 1:19 Uit: “Bode des Heils in Christus”, jaargang 123 (1980) De leer dat de gemeente vóór de Grote Verdrukking wordt opgenomen brengt een drietal consequenties mee, namelijk: a. Tijdens de Grote Verdrukking moet de gemeente zich in de hemel bevinden. We mogen dus in het bijbelboek, dat over de toekomst spreekt, te weten de […]
Betreft: Openb. 1:10 Vraag: Is met ‘geest’ de Heilige Geest bedoeld of duidt dit woord op de geest van Johannes? Antwoord: Aangezien in het oude Grieks alleen hoofdletters werden geschreven kan men aan het woord ‘geest’ nooit zien of het op de menselijke geest of op de Heilige Geest slaat. We moeten uit het verband […]
Betreft: Openb. 1:10 Vraag: Is in dit vers sprake van de dag des toorns ofwel van de dag des Heren, die komen gaat? Antwoord: Van dit vers worden twee uitleggingen gegeven, namelijka. Het betreft de toekomende oordeelsdag;b. Het betreft de zondag, de eerste dag van de week. Volgens de eerste uitleg wil de tekst zeggen, […]
Betreft: Openb. 1:7 Vraag: Zijn met de uitdrukking ‘zij die hem doorstoken hebben’ niet zijn moordenaars bedoeld. Dat doorsteken gebeurde toch pas nadat Hij al gestorven was? Antwoord: De woorden ‘doorsteken’ zien op een bepaalde daad die met ‘steken’ te maken heeft. Het is niet hetzelfde als de spijkers door zijn handen en voeten slaan. […]
Betreft: Openb. 1:5 Vraag: Wat betekent de uitdrukking ‘eerstgeborene van de doden’? Antwoord: Bij de uitdrukking ‘eerstgeborene uit de doden’ (Kol. 1:18) denken we eraan, dat Christus de eerste in rang is van allen, die uit – dat wil zeggen van tussen uit – de doden opstaan. Dit betreft dus alle gelovigen. Bij de uitdrukking […]
Betreft: Openbaring van Johannes Vraag: Wie heeft deze ‘foutieve’ titel bedacht, want volgens 1:1 is het de Openbaring van Jezus Christus. Antwoord: Vanaf de vroegste tijden (tweede eeuw) werd over het boek geschreven als het boek van Johannes. Men noemde het boek dus naar de auteur en zo kwam de titel ‘Openbaring van Johannes’ in […]
Betreft: Judas vs. 8 Vraag: Kunnen de dromers die het vlees verontreinigen drugsgebruikes zijn? Antwoord: Met het woord ‘desgelijks’ of ‘evenzo’ van vers 8 wijst Petrus terug naar vers 4. De dromers van vers 8 zijn dezelfde als de mensen die de Gemeente zijn binnengeslopen waarover vers 4 spreekt. Het zijn mensen die het geloof […]
Betreft: Judas vs. 7 Vraag: Moet onder het achterna lopen van ander vlees niet verstaan worden, dat men omgang met dieren had (zie 1 Kor. 15:39)? Antwoord: In de regel denken we bij deze tekst aan de zonde van homosexualiteit. Het is natuurlijk niet onmogelijk dat de omgang met dieren (sodomie genoemd) er (ook) mee […]
3 Johannes : 3 Vraag: Wat moeten wij onder ‘uw’ waarheid verstaan? Antwoord: Gajus had niet een aparte leer die we zijn waarheid zouden kunnen noemen We zullen het zo moeten opvatten dat de waarheid van het christelijk geloof in zijn levenswandel zo uitkwam dat de apostel Johannes de waarheid met Gajus identificeerde.
2-Johannes Vraag: Wat is het verschil tussen de leer die Christus gebracht heeft en de leer aangaande Christus? Antwoord: (a) De leer die Christus gebracht heeft omvat al het onderwijs dat de Heiland zijn discipelen gegeven heeft, zoals we dat vinden in de evangeliën. (b) Onder de leer aangaande Christus verstaan we datgene wat de […]
2-Johannes Vraag: Hoe moet onze praktische houding zijn t.o.v. dwaalleraars en redelozen? Antwoord: Als het gaat om dwaalleraars dan geeft 2 Joh. ons een duidelijke instruktie. We mogen ze niet in huis ontvangen dat wil zeggen geen gastvrijheid verlenen. We mogen ze niet groeten, dat wil zeggen geen zegen op hun werk toewensen of hen […]
Betreft: 1 Joh. 5:18 Vraag: a) Er staat, dat de satan geen vat op de gelovige heeft en u geeft dat weer met: hij is geen speelbal van satan, maar ik voel me vaak wel een speelbal van satan. En hoe dichter ik bij God probeer te leven, hoe meer satan mij er van af […]
Betreft: 1 Joh. 5:16, 17 Vraag: Wat is zonde tot de dood? Is dat wat de R.K.Kerk ‘doodzonde’ noemt? Zijn er dan twee soorten zonde? Waartussen wordt dan onderscheid gemaakt en waarom? Antwoord: Over de vraag wat zonde tot de dood is, zijn de meningen zeer verdeeld. Deze verzen uit 1 Joh. 5 zijn ook […]
Betreft: 1 Joh. 5:13 Vraag: Als iemand gelooft in de Here Jezus, maara. hij went zich niet af van zijn zonden;b. hij doet dat wel, maar laat zijn licht niet schijnen;c. hij wil net als de rijke jongeling de Heer niet in dat ene punt volgen… heeft zo iemand dan het eeuwige leven? Antwoord: In […]
Betreft: 1 Joh. 5:7, 8 Vraag: Wat wordt bedoeld met: de Geest, het water en het bloed? Antwoord: Met de Geest wordt gedoeld op de Heilige Geest, die getuigt als Geest van de Waarheid. Van deze Geest staat in Joh. 15:26 dat Hij getuigen zal van Christus (en van zijn werk).Met water wordt gedoeld op […]
Betreft: 1 Joh. 4:17b Vraag: Wat betekent de uitspraak dat ‘zoals Hij is, wij nu al zijn in deze wereld’? Antwoord: Jezus Christus is de Zoon van Gods liefde. Die liefde openbaarde zich in Hem toen Hij op aarde was. Nu is Hij niet meer in de wereld, maar is Hij verheerlijkt aan Gods rechterhand. […]
Betreft: 1 Joh. 3:15 (2) Vraag: Heeft dit vers met de uitverkiezing te maken? Is die er? Antwoord: Er is inderdaad een uitverkiezing en bij God staan alle dingen vast. Maar tot op zekere hoogte geeft God de mens ‘speelruimte’. De mens is volledig zelf verantwoordelijk en God roept hem op zich te bekeren.Nooit kan […]
Betreft: 1 Joh. 3:15 Vraag: Graag een nadere verklaring over het tijdelijk aspect van het bezit van het eeuwig leven? Antwoord: Het eeuwig leven is het leven van God en van Christus en dat bestaat van eeuwigheid tot eeuwigheid, omdat God de eeuwige is. Er is geen begin aan zijn bestaan en geen einde.Het eeuwige […]
Betreft: 1 Joh. 3:6, 9; 5:18. Vraag: Volgens deze teksten zondig je niet meer als je wedergeboren bent. Maar ik zondig helaas nog wel. Ben ik dan niet wedergeboren? Die vraag beangstigt mij! Antwoord: Iemand die wedergeboren is, is geen zondaar meer hoewel hij nog wel kan zondigen. We waren zondaars, maar verkeren niet meer […]
Betreft: 1 Joh. 3:2 Vraag: Een mens kan toch niet gelijk worden aan zijn Maker? Antwoord: In de eerste brief van Johannes wordt soms in een zin over God en over de Heer Jezus gesproken, zonder dat er een duidelijke overgang gemaakt wordt. Dat is mede een bewijs dat Jezus Christus God is.Dat maakt echter […]
Betreft: 1 Joh. 2:28, 29 Vraag: Leren deze verzen ons dat we kinderen van de Heer Jezus zijn? Antwoord: We zijn kinderen van God en broeders van de Heer Jezus. In de eerste brief van Johannes wordt echter het ene moment over de Heer Jezus gesproken en het andere moment over God zonder dat dat […]
Betreft: 1 Joh. 2:25 Vraag: Hoe kun je het eeuwige leven bezitten (Joh. 5:24) terwijl je het volgens deze tekst nog moet verwerven? Antwoord: Het eeuwige leven als nieuw beginsel bezitten we nu al doordat we wedergeboren zijn. We zijn ook uit de dood in het leven overgeplaatst. We waren dood voor God door onze […]
Betreft: 1 Joh. 2:16 Vraag: Wat betekent ‘een hovaardig leven’? Antwoord: Het woord ‘hovaardig’ dat gebruikt wordt in de NBG vertaling van 1951 is een ouderwets woord dat beter weergegeven kan worden met ‘hoogmoed’. De Statenvertaling heeft de Griekse uitdrukking die hier gebruikt wordt weergegeven met ‘de grootsheid des levens’ wat eigenlijk nog begrijpelijker is. […]
Betreft: 1 Joh. 2:16 Vraag: Veroorzaken macht en bezit volgens deze tekst de hebzucht, de zondige begeerten en de hoogmoed? Antwoord: In deze tekst wordt niet over macht en bezit gesproken. Er wordt alleen aangegeven door welke drie zaken, drie begeerten, de wereld beheerst wordt. Het begeren van macht en bezit behoort tot deze drie […]
Betreft: 1 Joh. 2:16 (3) Vraag: Kan het woord wereld vervangen worden door satan? Antwoord: Nee, de satan is de overste van de wereld. Het woord wereld is in het Grieks ‘kosmos’. Dat woord duidt in de regel op de geschapen wereld, maar dan met de mensen incluis. Zij bepalen het karakter van de wereld […]
Betreft: 1 Joh. 2:15-17 en 1 Joh. 2:25 Vraag: Ik haat het aardse leven niet. Veel heeft na mijn bekering een nieuwe glans gekregen. Valt alles in de wereld in de drie categorieën van 1 Joh. 2:16? Antwoord: Het woord ‘haten’ heeft in de Bijbel niet altijd de betekenis, die wij er in het gewone […]
Betreft: 1 Joh. 2:12 Vraag: a) U geeft aan, dat het een kenmerk van de kinderen van God is, dat hun de zonden vergeven zijn. Maar is dat een kenmerk? Dat staat er toch niet?b) Kun je deze vergeving wel een kenmerk van de kinderen van God noemen? Het is toch niet iets uiterlijks? Antwoord: […]
Betreft: 1 Joh. 2:2; 4:10 Vraag: Waarom staat er een verzoening en niet de verzoening? Hij is toch ook niet een Zoon van God, maar de Zoon van God; niet een Verlosser, maar de Verlosser? Antwoord: In het Grieks ontbreekt in deze teksten het lidwoord. In het Nederlands moet je dan: óf het lidwoord weglaten, […]
Betreft: 1 Joh. 2:2 (2) Vraag: (a) Is Jezus Christus voor alle mensen gestorven? Zo ja, betekent dat dan dat alle mensen gered zijn?(b) Wordt met ‘voor onze zonden’ gedoeld op de zonden van de Israëlieten, de zonden van de heidenen of de zonden van de hele wereld? Antwoord: (a) Het werk van de Heer […]
Betreft: 1 Joh. 1:9 Vraag: Aan wie moeten we onze zonden belijden: aan de Vader of aan de Zoon? Antwoord: In de eerste brief van Johannes wordt soms zonder enige overgang gesproken over de Vader en daarna in hetzelfde verband over de Zoon. Zie b.v. 1 Joh. 2:28 en 29, als ook 1 Joh. 3:1-3.Wat […]
Betreft: 1 Joh. 1:7 Vraag: Moet deze tekst niet luiden: het bloed van Jezus, Zijn Zoon, reinigt van alle zonden. Kan het bloed van de Heer Jezus onze zondige natuur wel reinigen? Antwoord: In 1 Joh. 1:9 staat, dat God getrouw is om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.Het […]
Betreft: 1 Joh. 1:7 (2) Vraag: In de St.Vert en NBG-vert. staat in dit vers ‘reinigt ons van alle zonde’; in het Boek staat ‘wast …ons schoon van alle zonden’. Maar er is toch verschil tussen de woorden zonde en zonden? Antwoord: Met het woord ‘zonde’ kan gedoeld worden op een enkele verkeerde daad. Het […]
Betreft 1 Joh. 1:5 Vraag: Het wil er bij mij niet in, dat een God van liefde de ongelovigen eerst opwekt en een nieuw lichaam geeft om hen dan voor eeuwig te pijnigen. Alleen als niet God, maar satan de macht had, zou ik dit kunnen aannemen. Antwoord: De opmerking betreft een kwestie, die tegen […]
Betreft: 2 Petr. 3:12 Vraag: Als gelovigen in deze tijd verwachten wij toch de komst van de Heer Jezus voor de zijnen? (1 Thes. 4:16-18) Antwoord: Inderdaad, maar het één sluit het ander niet uit. Als eerste verwachten wij het moment dat de Heer ons komt halen in de lucht (1 Thes. 4:15-18) en Hij […]
Betreft: 2 Petr. 3:11, 12 Vraag: Hoe kunnen wij de dag van Christus verhaasten? Antwoord: De vraag gaat uit van de zogenaamde Telosuitgave van het Nieuwe Testament, die de genoemde uitdrukking weergeeft met “terwijl u de komst van de dag van God verwacht en verhaast”.De Statenvertaling heeft “verwachtende en haastende tot de toekomst van de […]
Betreft: 2 Petr. 3:10 Vraag: (a) Wat wordt er met het woord ‘elementen’ bedoeld?(b) Wat houdt deze tekst in? Antwoord: Het woord elementen kan slaan:a. 1 op ‘grondbeginselen’. Zo bijv. in Gal. 4:3, 9; Kol. 2:8, 20; Hebr. 5:12, maar ooka. 2 op ‘grondbestanddelen’, dus op de stoffelijke bestanddelen in natuurkundige zin. Deze betekenis zal […]
Betreft: 2 Petr. 3:9 Vraag: Spreekt ‘sommigen’ in dit vers ‘allen’ niet tegen? Antwoord: Dat doet het niet, het woord sommigen geeft niet aan, dat de Heer Zich alleen over hen wil ontfermen. Het geeft in tegendeel aan dat Hij zelfs niet wil dat sommigen verloren gaan, dus dat niet allen gered zouden worden. Het […]
Betreft: 2 Petr. 2:20-22 Vraag: Geldt dit ook voor onze kinderen die afgedwaald zijn? Of geldt van hen Joh. 10:28? Antwoord: Op deze vraag is erg moeilijk een antwoord te geven. In eerste instantie doelt Petrus op mensen die vanuit de wereld zich bij de christenen hebben aangesloten, maar die later de christenen de rug […]
Betreft: 2 Petr. 2:16 Vraag: Welke dwaasheid van Bileam werd er verhinderd? Antwoord: Bileam meende toch naar Balak te kunnen gaan en het volk te kunnen vervloeken? Uit Num. 22:20 en 21 zou je de konklusie kunnen trekken dat God hem toestemming gaf om te gaan, maar het gedrag van Bileam was beslist niet naar […]
Betreft: 2 Petr. 2:4 Vraag: Moet er in plaats van ‘krochten’ der duisternis, niet staan ‘krachten’ der duisternis? Antwoord: Nee, er moet inderdaad staan ‘krochten’ der duisternis. Het woord ‘krocht’ is een wat ouderwets woord voor een onderaardse, duistere en griezelige ruimte. Je zou kunnen denken aan een spelonk, maar dan een heel duistere en […]
Betreft: 2 Petr. 1:7 Vraag: Is broederliefde alleen gericht op medegelovigen en niet op alle mensen? Antwoord: In 2 Petr. 1:7 wordt eerst gesproken over ‘broederliefde’ en daarna over de ‘liefde jegens allen’. Er worden hier twee verschillende woorden of uitdrukkingen gebruikt. Dat betekent, dat het óf om twee verschillende zaken gaat, óf dat het […]
Betreft: 1 Petr. 4:19 Vraag: Wil God dan dat de mensen lijden? Antwoord: In de eerste plaats moeten we bedenken, dat het gaat om gelovigen aan wie Petrus schrijft. Gelovigen hebben in deze wereld lijden te verwachten. Christus heeft gezegd: “Ze hebben Mij vervolgd, ze zullen ook u vervolgen”. Dat wil niet zeggen, dat de […]
Betreft: 1 Petr. 4:8 en Jak. 5:20 Vraag: Waarom staat in 1 Petr. 4:8 en in Jak. 5:20 dat de liefde tal van zonden bedekt, zo ook in Spr. 10:12? Antwoord: In 1 Petr. 4 en Jak. 5 ligt de nadruk op het feit, dat de liefde niet slechts een enkele zonde vergeeft, maar tal […]
Betreft: 1 Petr. 3:21 Vraag: Wat betekenen de woorden: ‘een bede van een goed geweten voor God? Antwoord: Er worden twee uitleggingen van deze tekst gegeven en wel: a. Iemand die een goed geweten heeft, vraagt om gedoopt te worden. Hij wil doen wat God van hem vraagt. b. Het is de vraag van iemand […]
Betreft: 1 Petr. 3:18 Vraag: Wat wordt er bedoeld met het woordje “ook” in dit vers? Antwoord: Het woordje “ook” verbindt dit vers met de voorafgaande verzen. In die verzen is sprake van lijden om de gerechtigheid (vs. 14) en lijden terwijl je goed doet.Welnu, ook Christus heeft geleden, ja Hij is zelfs in de […]
Betreft: 1 Petr. 3:7 Vraag: Ziet het woord door “broos” (nw. Vert.) of “zwak” (St. Vert; Telos) weergegeven op zwakheid van het vat of op de kostbaarheid ervan. Broos vaatwerk is toch verfijnd, kostbaar vaatwerk? Antwoord: Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Verfijnd vaatwerk is in de regel broos of zwak. Maar […]
Betreft: 1 Petr. 3:5; 1 Tim. 2:9 Vraag: Vrouwen als Sara en Rebekka hebben blijkens Gen. 24 sieraden gedragen. Maar dat is toch niet een bewijs dat het dragen van sieraden niet verboden is? Abraham deed immers toch ook heel verkeerde dingen, die wij niet mogen navolgen? Antwoord: De eerste kwestie waar het om gaat […]
Betreft: 1 Petr. 2:24 Vraag: Is de N.B.G.-vertaling van 1 Petr. 2:24 wel juist?Deze weergave zou toch inhouden dat Christus tijdens zijn leven al onze zonden droeg? Antwoord: Deze vertaling is aanvechtbaar en leidt tot de genoemde gevolgtrekking, die in strijd is met het algemeen getuigenis van de Schrift.Dan zou de God de Heer al […]
Betreft: 1 Petr. 5:13 Vraag: Mogen we uit dit vers gecombineerd met Mark. 12:12 afleiden dat de Maria die daar genoemd wordt de vrouw van Petrus is en dat hij haar in zijn brief “de medeuitverkorene” noemt? Antwoord: Over deze zaak bestaat nogal wat verschil van mening. Velen verklaren deze verzen figuurlijk en wel zo: […]
Betreft: 1 Petr. 1:2 (2) Vraag: In dit vers is sprake van besprenging met het bloed van Jezus Christus. Moet dan de doop ook niet door besprenging gebeuren? Antwoord: In het Oude Testament lezen we dat Mozes het bloed van het verbond sprenkelt op de tabernakel en op Israël (zie o.a. Ex. 24:8 en vergelijk […]
Betreft: Jak. 5:20 Vraag: Wat wordt bedoeld met ‘een ziel van de dood zal behouden en tal van zonden bedekken’? Antwoord: In Jak. 5:15, 16 gaat het om iemand die ziek is en dat kennelijk doordat hij gezondigd heeft. Let op de omkering in vers 16 van de volgorde! Als een gelovige in zonde voortleeft […]
Betreft: Jak. 5:14 Vraag: Hoe en wanneer moeten we dit toepassen in onze tijd? Antwoord: Er is alle reden te veronderstellen dat het gaat om een ziekte, die het gevolg is van persoonlijke zonde van de zieke. In vers 15 is weliswaar voorwaardelijk sprake van: als hij zonden gedaan heeft, maar in vers 6 wordt […]
Betreft: Jak. 5:1, 2 Vraag: Op welke tijd slaat dit? Antwoord: Om met de laatste vraag te beginnen: er zijn drie mogelijkheden:-Het gaat om Gods vergelding in dit leven van elke rijke individueel en in de loop der tijden;-Het gaat om het oordeel dat de rijken treft na hun dood, hetzij in het dodenrijk (Luk. […]
Betreft: Jak. 4:15 Vraag: De afkorting D.V. en wat daarmee bedoeld wordt, wordt m.i. vaak verkeerd gebruikt. Bijv. ‘Wij gaan D.V. trouwen…’ Of: ‘Wij gaan D.V. verhuizen..’. Het kan immers wel eens helemaal niet Gods wil zijn, dat de twee personen trouwen of het betreffende gezin gaat verhuizen. Het gaat toch om de vraag of […]
Betreft: Jak. 4:7 en kastijding Vraag: In een tijd dat ik het erg moeilijk had, zei iemand tegen mij, dat ik me moest onderwerpen onder de slaande hand van God. Ik voelde me echter al zo geslagen. Is de hand van God er niet juist om ons te beschermen? Antwoord: De vrienden van Job hebben […]
Betreft: Jak. 4:7 Vraag: Hoe moet je weerstand bieden aan de duivel? Hoe zit dat met je gedachten? Antwoord: We moeten in de eerste plaats beseffen, dat Jakobus zich in vers 4 richt tot mensen die de wereld en het wereldse leven liefhebben en die blijkens vers 6 hoogmoedig waren in hun eigen gedachten. Tot […]
Betreft: Jak. 4:4, 5 Vraag: Graag een uitleg van deze verzen. Antwoord: Deze verzen zijn niet gemakkelijk te verklaren omdat in een paar zinnen een aantal gedachten wordt samengevoegd. Een bijkomende moeilijkheid is dat we niet weten of het woord geest slaat op de Heilige Geest of op de menselijke geest. Het Grieks van die […]
Betreft: Jak. 4:3 Vraag: Graag een uitleg van deze tekst Antwoord: In vers 1 geeft Jakobus aan, dat er strijd voorkomt onder hen aan wie hij schrijft. Daarbij geeft hij aan waaruit die strijd voortkomt, namelijk uit hun hartstochten. De apostel werkt dit niet nader uit. We weten niet precies op welke hartstocht hij doelt. […]
Betreft: Jak. 3:9 b Vraag: Graag wat uitleg van deze tekst. Antwoord: Dit vers grijpt terug op Gen. 1:26-28 waar we lezen dat God de mens naar zijn beeld, als zijn gelijkenis gemaakt heeft. Dat feit wordt door Jakobus aangehaald om zijn betoog over de tong duidelijk te maken. Van dat orgaan met de tong […]
Betreft: Jak. 2:24 Vraag: Behoudenis door het houden van de wet (door werken)? Is de leer van Jakobus niet in strijd met die van Paulus? Antwoord: Geen rechtvaardiging door de wet. Dat we door het houden van de wet de hemelse zaligheid niet kunnen verdienen, wordt in het algemeen door alle orthodoxe christenen erkend. Er […]
Betreft: Jak. 2:18 (2) Vraag: De Statenvertaling heeft in dit vers staan: ‘Toon mij uw geloof uit uw werken, dan zal ik, enz.’. Andere vertalingen (NBG, Telos, Korte Verklaring) hebben: ‘Toon mij uw geloof zonder de werken….’. Wat moet het nu zijn? Antwoord: De Statenvertalers geven in de Kanttekeningen bij de Statenbijbel aan: ‘anderen lezen […]
Betreft: Jak. 2:18 Vraag: Is een geloof dat uit werken voortkomt ook een geloof? Antwoord: In Jak. 2:18 staat niet dat er een geloof uit werken zou voortkomen, maar dat je uit werken je geloof kan tonen. En dat is heel wat anders.Uit de groene blaadjes van een plant komt geen leven voort, maar de […]
Betreft: Jak. 2:14-17 Vraag: Kan iemand werkelijk geloven en dat zonder werken? Kan zo iemand dan behouden worden? Antwoord: Uit deze verzen blijkt juist dat het een niet kan en het ander ook niet. De vraag van vers 14: ‘Kan dat geloof hem behouden’ is een retorische vraag, dat wil zeggen er wordt geen antwoord […]
Betreft: Jak. 2:13 Vraag: Graag een uitleg van dit vers. Antwoord: Dit vers bevat twee uitspraken, te weten:(a) het oordeel zal onbarmhartig zijn over hem, die geen barmhartigheid gedaan heeft, en(b) de barmhartigheid roemt tegen (of: triomfeert over) het oordeel. De eerste uitspraak betekent dat God zonder barmhartigheid hen zal oordelen die geen barmhartigheid aan […]
Betreft: Jak. 2:6 Vraag: Waarom sleepten de rijken de armen voor de rechtbank? Antwoord: Dat gebeurde in geval ze iets aan die rijken schuldig waren en het niet konden betalen. Ze dwongen ze dan alles te verkopen of lieten ze in de gevangenis werpen. Matt. 18:23-30 geeft er een voorbeeld van hoe dat gebeurde.
Betreft: Jak. 1:27 (2) Vraag: Wat is er bedoeld met zichzelf onbesmet van de wereld te bewaren? Antwoord: In de wereld heerst de zonde en die openbaart zich op allerlei terrein: fraude, zedelijk kwaad in woord en daad, leugen en bedrog, ontrouw en noem maar op.We hebben ons werk te doen in deze wereld, maar […]
Betreft: Jak. 1:27 Vraag: Horen daar ook alleenstaanden bij? Antwoord: Er staat: ‘weduwen en wezen bezoeken in hun verdrukking’. Het gaat dus in eerste instantie om twee groepen die het moeilijk hebben en die verzorging nodig hebben. Weduwen en wezen waren in die tijd (en zijn het in veel landen nog) heel kwetsbaar. Ze waren […]
Betreft: Jak. 1:18 Vraag: Waaruit blijkt dat dit vers over wedergeboorte spreekt? Antwoord: In de tekst komt het woord ‘voortbrengen’ voor en dat woord wordt op andere plaatsen gebruikt voor het ter wereld brengen van een kind door een vrouw.Het kan dan ook vertaald worden met ‘baren’. De Statenvertaling heeft het ook zo weergegeven.
Betreft: Jak. 1:13, 14 Vraag: a) God kan door het kwade niet verzocht worden, maar volgens Mark. 1:12 werd de Heer Jezus door de satan verzocht en de Heer Jezus was toch God?!b) Kun je zeggen dat God verzoeking toelaat? Kan een verzoeking ook een beproeving van ons geloof zijn? Dit naar aanleiding van 1 […]
Betreft: Jak. 1:6 Vraag: Wat is het verschil tussen niet geloven en twijfelen? Antwoord: Wanneer we zeggen ‘hij gelooft niet’ bedoelen we te zeggen, dat de betreffende persoon niet in God gelooft. Daarnaast kun je spreken over ‘iets niet geloven’, ‘gebrek aan geloof hebben’ ‘ergens aan twijfelen’ en dergelijke.In wezen is het dan zo, dat […]
Betreft: Jak. 1:6 Vraag: Als we in een bepaalde situatie niet weten wat te doen of te zeggen, mogen we God om wijsheid bidden, maar hoe komt die tot ons. Moet je daar lang op wachten? Antwoord: We mogen in alle situaties God om wijsheid bidden. De voorwaarde, die Jakobus stelt is echter dat we […]
Betreft: Jak. 1:4 b en 5 Vraag: Zijn deze twee verzen niet tegenstrijdig? In de één is sprake van in niets te kort schieten en in de andere gaat het over wel te kort schieten. Antwoord: De Bijbel is natuurlijk nooit in tegenspraak met zichzelf en het is zeker niet zo, dat Jakobus zichzelf in […]
Betreft: Jak. 1:2, 3, 12 Vraag: Heeft beproeving ook een resultaat wat dit aardse leven betreft? Antwoord: Het resultaat betreft ook dit leven. Dat volgt al uit Jak. 1:3 waar staat dat de beproeving volharding werkt. We zien dat ook in Rom. 5:3 waar sprake is van de uitwerking van ‘verdrukking’. Die dient toch ook […]
Betreft: Jak. 1:2, 12 Vraag: Kun je onder ‘verzoeking’ verstaan: ‘benauwdheid’, ‘verdrukking’? Antwoord: Bij verzoeking kunnen we denken aan verdrukking of benauwdheid, die een beproeving of een test voor ons geloof is. In andere gevallen slaat ‘verzoeking’ op ‘verleiding. Dat is het geval in Jak. 1:13. Satan wil die verleiding gebruiken om ons ten val […]
Betreft: Hebr. 13:16 Vraag: Wat is het verschil tussen ‘weldadigheid’ en ‘mededeelzaamheid’? Antwoord: In het woord weldadigheid zit de gedachte van wel-doen, goed-doen. Bij mededeelzaamheid komt enkel naar voren dat iemand van zijn bezit meedeelt aan een ander.Sommige uitleggers menen dat het twee benamingen zijn voor dezelfde soort ‘offeranden’. Anderen menen dat we in Hebr. […]
Betreft: Hebr. 13:7, 17, 24 Vraag: Wat zijn voorgangers? Antwoord: Goddelijke maatstaven Het woord ‘voorganger’ duidt in het oorspronkelijke iemand aan, die vooropgaat. Deze betekenis moeten we goed vasthouden wanneer we willen begrijpen, wat Gods Woord onder voorgangers verstaat. Terecht werd jaren gelden door een gelovige opgemerkt, dat de bijbel wel spreekt van ‘voorgangers’, maar […]
Betreft: Hebr. 13:2 Vraag: Wat betekent het dat sommigen ‘engelen’ hebben geherbergd? Antwoord: Hierbij moeten we denken aan Abraham die drie mannen ontving en ze te eten gaf (Gen. 18:1-15). Even later kwam hij tot de ontdekking dat het engelen waren. Een ervan was zelfs ‘de Engel des Heren’.Een hoofdstuk verder lezen we dat twee […]
Betreft: Hebr. 12:14 (2) Vraag: Geldt dit ook voor iemand die met de mond belijdt dat hij een gelovige is, maar bij wie veel wereldse dingen voor het dienen van de Heer gaan? Wat is bedoeld met de heerlijkheid niet binnengaan? Antwoord: In Hebr. 12:14 staat dat als iemand niet jaagt naar vrede en heiliging […]
Betreft: Hebr. 12:14 en 2 Tim. 3:5 Vraag: Hoe kunnen we vrede houden met alle mensen en de slechte mensen toch op een afstand houden? Antwoord: Gelovigen mogen nooit ruziemakers zijn. Ze moeten erop uit zijn in vrede te leven met alle mensen. In Rom. 12:18 staat: ‘Voor zover van u afhangt houdt vrede met […]
Betreft: Hebr. 12:5-7 Vraag: Dat wij de gevolgen van onze zonden te dragen krijgen, geloof ik wel, maar de straf tuchtiging of kastijding ervoor heeft Christus toch ondergaan? Antwoord: Wat de eeuwigheid betreft zijn al onze zonden weggedaan. Christus heeft er de straf voor ondergaan (Jes. 53:5) en God brengt ze ons nooit meer in […]
Betreft: Hebr. 12:1 Vraag: Hebben zij die ontslapen zijn, kennis van de dingen op aarde? Antwoord: Voor deze vraag wordt wel Hebr. 12:1 aangevoerd. Men legt deze tekst dan zo uit dat de ontslapenen er getuige van zijn hoe wij ons op aarde gedragen. Ze zijn rondom ons en zien toe op ons leven.Het is […]
Betreft: Hebr. 11: 31 Vraag: Wat betekent met vrede opnemen in dit verband? Antwoord: De Israëlieten waren voor de Kanaänieten vijanden. Toen de verspieders bij Rachab kwamen had ze stilletjes haar stadgenoten kunnen waarschuwen. Dan zouden de verspieders gevangen genomen en ter dood gebracht zijn. In plaats daarvan verstopte ze ze en liet ze ze […]
Betreft: Hebr. 11:20 Vraag: In dit vers is sprake van ’toekomstige dingen’, slaat dat op het beloofde land Kanaän? Antwoord: Er staat dat Izaäk Jakob en Ezau zegende aangaande toekomstige dingen. Daar de zegen van die twee niet gelijk was, kan het vers dus niet zonder meer op het bezit van Kanaän slaan, want Ezau […]
Betreft: Hebr. 11:4 Vraag: Volgens Hebr. 11:4 geloofde Abel beter dan Kaïn, maar God geeft je toch het geloof, hoe kan hij je er dan op beoordelen? Worden alleen de grote gelovigen gered, die alles begrijpen en nooit twijfelen? God is toch rechtvaardig, onze tekortkomingen zijn Hem toch niet onbekend? Antwoord: In Hebr. 11:4 staat […]
Betreft: Hebr. 11:4 Vraag: a. De uitdrukking ‘Het geloof van Abel heeft zijn offer beter/meerder gemaakt ‘zegt toch hetzelfde als’ Abel bracht door het geloof een beter offer’?b. In wat voor zin bracht Abel een beter offer en hoe wist hij, dat hij zo’n offer brengen moest?c. Hebben Adam en Eva de les die in […]
Betreft: Hebr. 11:1 Vraag: Kunt u een verklaring van dit vers geven? Antwoord: In het gewone leven denkt men bij het woord ‘geloven’ aan: iets aannemen of voor waar houden, terwijl je er toch niet echt zeker van bent. ‘Je moet het maar geloven’ heet het dan. Wat het christelijk geloof betreft, zegt men wel […]
Betreft: Hebr. 10:26, 27 Vraag: Deze verzen zijn onbegrijpelijk. We zondigen toch iedere dag nog. Deze verzen zouden inhouden dat alle christenen dus toch nog verloren gaan?! Antwoord: Uit Joh. 10:28 volgt dat de schapen van de goede Herder niet verloren gaan. Uit 1 Joh. 2:1, 2 volgt dat gelovigen niet hoeven te zondigen, maar […]
Betreft: Hebr. 10:25 Vraag: Kun je wel een gelovige zijn terwijl je nooit een kerkdienst of godsdienstige bijeenkomst bezoekt? We mogen toch ‘onze eigen bijeenkomst’ niet verzuimen? Antwoord: Eerst even een uitleg van Hebr. 10:25. Met de eigen bijeenkomst wordt in dat vers gedoeld op de samenkomst van de Gemeente, die toen nog niet verdeeld […]
Betreft: Hebr. 10:23 Vraag: Kun je bij dit vers ook Ef. 6:16 betrekken? Antwoord: Ef. 6:16 spreekt over ‘het schild van het geloof’. Dat heeft niet direct met verwachting of hoop te maken. Vers 17 is wel ter zake. Daar is sprake van ‘de helm van het heil’ waarmee op het toekomstig heil gedoeld wordt. […]
Betreft: Hebr. 10:22 Vraag: (a) Hier staat dat ons hart door besprenging gereinigd is van het besef van kwaad. Maar we moeten toch juist besef van kwaad hebben om het uit ons leven weg te doen?(b) Wat houdt het woord ‘besprenging’ in? Antwoord: (a) De Statenvertaling en de Telosuitgave van het N.T. hebben in plaats […]
Betreft: Hebr. 10:21 Vraag: Slaat de term ‘huis van God’ op de Gemeente van Jezus Christus of slaat het alleen op de Joden in de verstrooiïng?Het ‘ons’ in Hebr. 1:1 ziet toch op het Joodse volk? Antwoord: De brief aan de Hebreeën is gericht aan christen-joden en niet aan het Joodse volk als zodanig. Dat […]
Betreft: Hebr. 9:28 Vraag: Dit vers wekt de indruk dat Jezus Christus niet de zonden van de hele wereld gedragen heeft. Hoe zit dat? Antwoord: Soms wordt het offer van de Heer Jezus als dat van een persoon gesteld tegenover de zonden van velen andere personen. Het contrast komt dan beter uit, want het woord […]
Betreft: Hebr. 9:27, 28 Vraag: Graag een nadere verklaring van deze verzen. Antwoord: Even een kleine inleiding. In de verzen 24-28 is sprake van drie ‘verschijningen’ of ‘openbaringen’ van Jezus Christus. In tijdsvolgorde zijn dat:-Zijn verschijning of openbaring in de voleinding van de eeuwen om door zijn offer de zonde weg/te niet te doen (vs. […]
Betreft: Hebr. 9:26. Vraag: Wat betekent het dat de zonde is weggedaan? Er wordt toch nog dagelijks gezondigd? Antwoord: Het is van belang te onderscheiden tussen de zonde als daad en de zonde als boze macht in ons (vgl. Rom. 7:17). In Hebr. 9:26 gaat het om het laatste.Er zijn een aantal teksten waarin de […]
Betreft: Hebr. 9:23 Vraag: Wat is de bedoeling van dit vers? Antwoord: Dit vers vertelt ons dat de tabernakel met alles wat erin stond een afbeelding of zinnebeeld is van de hemelse dingen.Zo lezen we in Openb. 11:19 ‘En de tempel Gods die in de hemel is ging open en de ark van zijn verbond […]
Betreft: Hebr. 9:22 Vraag: Welke zonden worden niet vergeven? Dit n.a.v . Hebr. 9:22, waar staat dat bijna alle dingen door bloed worden gereinigd…. dus niet alle zonden. Welke zonden niet? Antwoord: Bij het lezen van de Bijbel moeten we ons eerst afvragen wat de directe betekenis van een vers is en daarna welke geestelijke […]
Betreft: Hebr. 8:3, 4 Vraag: Kunt u mij deze verzen uitleggen? Antwoord: Als Jezus Christus op aarde (hoge)priesterdienst in de tempel had willen verrichten dan had Hij een offer nodig om dat te brengen. De priesterdienst bestond immers voornamelijk in het brengen van offers. Veronderstel nu dat men inderdaad met offerdieren bij onze Heer kwam, […]
Betreft: Hebr. 7:20, 21 Vraag: Wat is hier de zin van de eedzwering? Antwoord: Onder mensen is eedzwering een bevestiging van wat gezegd is of beloofd wordt. Iemand zweert dat wat hij zegt waar is of dat hij inderdaad zal doen wat hij heeft beloofd. Hij doet dat bij een hoger persoon of een hogere […]
Betreft: Hebr. 7:14 Vraag: Wat heeft deze tekst met het ontstaan van de Bijbel te maken? Antwoord: In de les wordt een parallel getrokken tussen de Bijbel, het geschreven woord van God en de Heer Jezus het vleesgeworden Woord. Om dat duidelijk te maken zetten we deze twee naast elkaar: De Bijbel Jezus ChristusDoor mensen […]
Betreft: Hebr. 7:1-28 Artikel 21 van de Ned. Geloofsbelijdenis. Vraag: (1) In dit artikel is sprake van ‘de ordening van Melchizedek’. Wat houdt dat in? Wat was er zo bijzonder aan Melchizedek?(2) Hoe moeten we dat wat van Melchizedek in Hebr. 7 beschreven staat, verklaren? Antwoord: (1) In de Schrift is sprake van twee soorten […]
Betreft: Hebr. 6:4-6 Vraag: God vergeeft toch alle zonden? Krijg je maar eenmaal de kans om christen te worden? Antwoord: In zijn algemeenheid gezegd, vergeeft God alle zonden. Er is echter een uitzondering, namelijk de lastering van de Heilige Geest. Zij die dat doen, schrijven willens en wetens het werk van God aan de duivel […]
Betreft: Hebr. 5:13, 14 Vraag: Wat houdt het ‘woord der gerechtigheid’ in?Over welke gewoonte gaat het in vers 14? Antwoord: Ieder, die (geestelijk gesproken) melk gebruikt is onervaren wat de inhoud van het evangelie betreft. De term ‘woord der gerechtigheid’ ziet op het evangelie, dat onsa. zegt hoe een zondaar gerechtvaardigd wordt,b. aangeeft hoe we […]
Betreft: Hebr. 4:13 Vraag: Het lukt velen om zich mooi voor te doen. Maar schuld kun je toch niet afkopen? God zou in je hart moeten kunnen kijken. Antwoord: Veel mensen zien inderdaad kans zich mooi voor te doen net als de farizeeën in de dagen van de Heer Jezus, maar Christus kende ze door […]
Betreft: Hebr. 4:3 Vraag: a) Slaat dit ingaan in de rust op de rust en vrede die we ontvangen reeds hier op aarde of ziet het op de rust die we straks bij God ontvangen?b) Wat betekent het ingaan in de rust? Antwoord: a) Dit vers slaat op de toekomst. Hier en nu ontvangen we […]
Betreft: Hebr. 2:16 Vraag: Wat wordt er met zaad Abrahams bedoeld? Het letterlijk nageslacht zoals in Luk. 13:16 en 19:9? Antwoord: In Luk. 13:16 en 19:19 gaat het wel om twee mensen die letterlijk nageslacht van Abraham waren, maar met de uitdrukking ‘dochter (zoon) van Abraham’ doelt de Heer niet op dat feit. Alle Joden […]
Betreft: Hebr. 2:14 Vraag: a) Kun je op grond van deze tekst zeggen dat de levende ongelovigen satan niet meer toebehoren?b) Zijn de ongelovigen na hun dood niet meer in de machtssfeer van satan? Antwoord: a) Dat kun je zeker niet zeggen, want in Hand. 26:18 lezen we dat de mensen zich moeten bekeren uit […]
Betreft: Hebr. 2:5 Vraag: Wat moeten we verstaan onder het toekomstig aardrijk? Antwoord: In deze tekst gaat het over de toekomende wereld of het toekomstige aardrijk, dat aan de mens onderworpen zal zijn. Die mens is uiteindelijk de Mens Jezus Christus (zie vers 8 b en vervolgens).Dit toekomstige aardrijk zal niet de nieuwe aarde zijn, […]
Betreft: Hebr. 1:5 Vraag: In dit vers wordt een uitspraak uit 2 Sam. 7:14 of 1 Kron. 17:13 aangehaald en op de Heer Jezus toegepast. Maar in die gedeelten gaat het toch om Salomo? In 2 Sam. 7:14 wordt de mogelijkheid veronderstelt, dat de nakomeling op de troon van David ongerechtigheid zou bedrijven. Zoiets kan […]
Betreft: Hebr. 1:4 Vraag: Wat bekent ‘een uitnemender naam’? Antwoord: Het woord ‘naam’ houdt niet altijd een eigennaam in, het kan ook betekenen een titel. Een uitnemender naam ontvangen houdt dan in een hogere titel krijgen. Zelfs kan er los van enige titel gedacht worden aan een hogere positie.Zo lezen we in Ef. 1:21 dat […]
Betreft: Hebr. 1:3 Vraag: Volgens deze tekst zit de Heer Jezus aan de rechterhand van de Majesteit. Zit de Here Jezus dan zelf op de stoel van de Majesteit. (1 Petr. 3:22; Kol. 3:1; Rom. 8:34). Antwoord: De Schrift bevat de volgende uitdrukkingen: De derde en vierde uitdrukking zouden de indruk kunnen wekken, dat Christus […]
Betreft: Hebr. 1:1, 2 Vraag: In deze verzen is er sprake van dat Jezus Christus tot erfgenaam is gesteld van alle dingen. Maar een erfenis gaat toch pas over op een ander als de dood van de eigenaar van de erfenis (de erflater) heeft plaatsgevonden? Antwoord: In Ps. 2:8 lezen we dat God volken gegeven […]
Betreft: Filémon vs. 23 en Hand. 28:16 Vraag: Wat is het verband tussen deze beiden verzen? Antwoord: In beide teksten staat dat Paulus gevangen zat. En hoewel dat niet direkt uit Filémon vs. 23 blijkt, zo zijn er toch diverse argumenten voor aan te voeren dat het om dezelfde gevangenistijd gaat, die Paulus te Rome […]
Betreft: Filémon vs. 5 Vraag: (a) Zat de apostel nog vast aan een ouderwets idee over slavernij?(b) U stelt dat slaaf zijn een gevolg is van de zonde. Waar vind ik dat in de Bijbel? Antwoord: a) Een predikant beweerde eens dat het gedrag van Paulus fout was en dat de apostel ‘achter liep’. Hij […]
Betreft: Filémon vs. 5 Vraag: Moet in dit vers staan ‘liefde en geloof’ zoals de St. vert. en Telosuitgave van het N.T. hebben of ‘liefde en trouw’ zoals de nieuwe vertaling van het N.B.G. heeft. Antwoord: Taalkundig kan het woord ‘piston’ dat hier gebruikt is zowel met geloof als met trouw weergegeven worden. Er worden […]
Betreft: Filémon vs. 1 en 9 Vraag: Moet het zijn ‘een gevangene van Jezus Christus’ of ‘een gevangene voor Jezus Christus’? Antwoord: Letterlijk staat er in het Grieks ‘een gevangene van Jezus Christus’. Dat betekent echter niet, dat hij sinds zijn bekering door Jezus Christus gevangen genomen en zich sinds die tijd in de gevangenschap […]
Betreft: Brief aan Filémon (Gevangenschapsbrieven) Vraag: Volgens de Goed Nieuws Bijbel is de brief aan Filémon niet in Rome in het jaar 60/61 of 62/63, maar in Efeze in het jaar 54 ongeveer, geschreven. Nu heeft Paulus zowel tijdens zijn zendingsreis Efeze aangedaan. Het kan dus goed zijn dat hij daar gevangen heeft gezeten. Bovendien […]
Betreft: Filémon vs. 1 (2) Vraag: Waar schreef Paulus de brief aan Filémon? Antwoord: a. Blijkens vers 1, 9 en 23 bevond Paulus zich bij het schrijven van deze brief in gevangenschap. b. We weten, dat Paulus gevangen gezeten heeft te Filippi, te Caesarea en te Rome (twee maal). c. Van deze vallen de gevangenschap […]
Betreft: Tt 3: 5 en Jh 13: 10 Vraag: Wat is het verband tussen Tt 3: 5 en Jh 13: 10? Antwoord: In Jh 13: 10 is sprake van een wassing van het hele lichaam en van wassen van de voeten.Het eerste ziet op de reiniging die plaatsvindt als de zondaar het woord van God […]
Betreft: Tt 3: 5 Vraag: Volgens mij staat in deze tekst, dat je rein bent als je gedoopt bent. Voldoet de kinderdoop hier ook aan? Antwoord: Het woord ‘bad’ (of ‘wassing’) in Tt 3: 5 en het woord ‘water’ in Jh 3: 5 duiden niet op het water van de doop. Het water is een […]
Betreft: Tt 2: 14 Vraag: (a) Kunt u een toelichting geven bij dit vers?(b) Wordt met ‘eigen’ volk gedoeld op alle christenen, ondanks de verdeeldheid (geen eenheid)? Antwoord: (a) Dit vers zegt, dat de Heer Jezus zich voor ons heeft overgegeven. Dat betekent: Hij heeft zich voor ons overgegeven in de dood. Hij heeft het […]
Betreft: Tt 1: 7 Vraag: Wat betekent het woord ‘aanmatigend’? Antwoord: Het woord ‘aanmatigend’ houdt verband met het werkwoord ‘aanmeten’. Dat woord wordt gebruikt in de zin van ‘de maat nemen’ in verband met een te maken kledingstuk. We spreken dan van een maatkostuum in tegenstelling tot een confectiepak. In verband hiermee spreekt men over […]
Betreft: Tt 1: 2 Vraag: Is de uitdrukking ontslapen in de hoop des eeuwigen levens wel juist? Antwoord: De uitdrukking op zichzelf is juist, maar men kan er iets mee bedoelen dat niet bijbels is. Dat laatste is het geval als men wil uitdrukken dat de overledene niet zeker wist behouden te zijn, maar dat […]
Betreft: 2 Tm 3: 16 Vraag: a) Wat bedoelt u met het onderscheid dat niet alleen de schrijvers geïnspireerd waren, maar ook hun geschriften?b) In dit vers staat o.a. dat de Schrift nuttig is om te verbeteren. Maar moeten wij dan Gods Woord verbeteren? Antwoord: a) In 1 Pt 1: 21 staat dat de profeten […]
Betreft: 2 Tm 3: 8 Vraag: In dit vers worden de namen genoemd van twee mannen, die Mozes tegengestaan hebben. Om welke personen gaat het en komen we hun namen ook in het Oude Testament tegen? Antwoord: Het gaat om de tovenaars, die Mozes tegenstonden toen hij voor Farao stond (zie Ex.7: 11,12,22; 8: 7,19 […]
Betreft: 2 Tm 3 6-8 Vraag: Slaan de woorden ‘die met zonden beladen zijn… zonder ooit tot erkentenis der waarheid te kunnen komen’ op de ‘vrouwtjes’ of op ‘zij die zich in de huizen indringen’, dus op de dwaalleraars? Hoe kun je weten waarop die woorden terugslaan? Antwoord: In het Nederlands is het niet zo […]
Betreft: 2 Tm 3: 6, 7 Vraag: Zijn de vrouwen die in deze verzen genoemd worden prostituées? Antwoord: Het gaat om vrouwen binnen de sfeer van het christendom. Het is natuurlijk mogelijk, dat ze vroeger prostituées zijn geweest, maar als ze dat nu nog waren, zouden we een aanwijzing in die richting mogen verwachten. Dat […]
Betreft: 2 Tm 2: 24 Vraag: (a) Wordt hier met allen alleen gedoeld op onze broeders en zusters of ook op alle mensen?(b) Is er niet het gevaar dat we ons opsluiten in een eigen kringetje en ons van andere mensen isoleren? Antwoord: (a) Het komt voor dat in een bepaald verband met het woord […]
Betreft: 2 Tm 2: 20 en Jb 13: 26 Vraag: Wat moeten we verstaan onder de begeerte van de jeugd? Antwoord: Sommigen denken hierbij aan onbezonnenheid en losbandigheid, aan het uit de band springen om te plukken wat er te plukken valt.Anderen denken meer aan de begeerte iets te willen zijn, het streven naar rijkdom, […]
Betreft: 2 Tm 2: 20,21; 1 Ko 3: 12,16 Vraag: Als de houten en aarden vaten genoemd in 2 Tm 2: 20, 21 ongelovigen voorstellen, dan moeten de personen die met hout, hooi en stro bouwen (1 Ko 3: 12) ook ongelovigen zijn, maar dat zijn ze blijkens 1 Ko 3: 15 niet. Hoe rijmt […]
Betreft: 2 Tm .2: 20 (2) Vraag: Een gouden vat kan toch ook wel een oneervolle bestemming hebben? Stellen gouden en zilveren vaten gelovigen voor en houten en aarde vaten ongelovigen? Antwoord: De vaten worden op twee manieren onderscheiden te weten wat hun samenstelling betreft in: gouden, zilveren, houten en aarden vaten en wat hun […]
Betreft: 2 Tm .2: 18 Vraag: Over welke opstanding gaat het in dit vers? Antwoord: Paulus spreekt hier over twee dwaalleraars, die zeggen dat de opstanding al heeft plaatsgevonden. Wat zij zeggen is echter niet waar. Er is wel eens een enkele persoon tot het aardse leven teruggeroepen (bijv. de zoon van de weduwe te […]
Betreft: 2 Tm 2: 12 Vraag: Betekent het feit dat God getrouw blijft, dat Hij onze ontrouw ons niet in rekening brengt? Antwoord: Velen vatten de tekst zo op, maar het is niet erg aannemelijk dat dat bedoeld zou zijn. Voor het verband geven we een verklaring van alle onderdelen van vers 11 en 12 […]
Betreft: 2 Tm 2: 11 Vraag: Wordt in deze tekst niet aan overleden gelovigen gedacht? Antwoord: Dat kan moeilijk de bedoeling van de tekst zijn en wel om de volgende reden: -in andere teksten slaat ‘met Hem gestorven zijn’ of ‘met Hem gekruisigd zijn’ heel duidelijk op geestelijk met Christus gestorven zijn in zijn kruisdood. […]
Paulus roept zijn jongere medewerker Timotheüs op een goed soldaat van Jezus Christus te zijn. Die oproep geldt ook ons want we worden allen vermaand de goede strijd van het geloof te strijden. Er zijn nog wel eens jongelui die een plaatsje in het leger wel een goede job toelijkt. Voor je natje en je […]
Inleiding: In de benamingen en beelden die Paulus in 2 Tm. 2 ten aanzien van zijn medewerker Timotheüs gebruikt, worden zeven aspecten van het geloofsleven van de christen belicht, te weten: Kindschap a) Timotheüs is een geestelijk kind van Paulus en daardoor ook een kind van God. Tekstmateriaal:1 Tm. 1:2; 2 Tm. 1:2; Tt. 1:3; […]
Betreft: 2 Tm 1: 18 Vraag: Hebben de ‘goede diensten’ die Onesiforus te Efeze verricht heeft alleen betrekking op hulp bij de dienst van Paulus? Antwoord: In vers 16 en 17 spreekt Paulus over dat wat Onesiforus hem persoonlijk heeft gedaan. In vers 18 spreekt hij veel algemener. Hij heeft het niet over dienst aan […]
Betreft: 2 Tim.1: 12 Vraag: Waarop slaat ‘hetgeen Hij mij toevertrouwd heeft’? Wat houdt het ‘bewaren tot die dag’ in? Antwoord: De apostel gebruikt hier een beeld uit de rechtspraak en spreekt over hetgeen hem is toevertrouwd als over ‘ mijn pand’ (zie de Statenvertaling en de Telosweergave). Een pand geef je aan een schuldeiser […]
Betreft: 2 Tm 1: 10 Vraag: Wat betekent het dat Christus de dood overwonnen of van zijn macht beroofd heeft? Gelovigen die vóór Jezus’ tijd stierven gingen toch ook naar de hemel? Antwoord: De ontslapen gelovigen uit de Oude Bedeling en ook uit de Nieuwe bedeling zijn na hun dood niet in de hemel zelf. […]
Betreft: 2 Tm 1: 5; 1 Tm 1: 5 Vraag: Waarom gaat het hier niet om de geloofsleer? Timotheüs heeft die toch geleerd en vastgehouden? Antwoord: De Bijbel gebruikt het woord geloof op drie manieren: a. als aanduiding van alles wat men gelooft. Dan gaat het om de geloofsleer (denk aan Jd: 3). In die […]
Betreft: 1 Tm 5: 24 Vraag: Hoe kunnen de zonden pas later openbaar worden, de Heilige Geest doet toch zonden kennen? Antwoord: In dit vers gaat het er niet om of die zonden aan de persoon zelf al of niet duidelijk zijn, maar of ze voor zijn omgeving, voor de buitenwacht openbaar zijn.Een persoon die […]
Betreft: 1Th.5: 23 Vraag: Deze tekst slaat op sexueel kwaad, oké, maar als iemand onmatig eet en drinkt, waardoor er allerlei lichamelijke en zelfs psychische kwalen optreden, dan bewaart hij zijn lichaam toch ook niet ‘onberispelijk’? Antwoord: Wat het gewone spraakgebruik betreft bewaart zo’n persoon zijn lichaam inderdaad niet onberispelijk. Daar zouden echter nog wel […]
Betreft: 1 Tm .5: 21 Vraag: Wat zijn de uitverkoren engelen? Zijn dat de voorgangers van de gemeenten zoals in Op 1: 20 ? Antwoord: In Op 1: 20 worden de verantwoordelijke personen in de gemeenten bedoeld die de boodschap moesten doorgeven aan de gelovigen ter plaatse. Daar gat het dus om mensen.In 1 Tm […]
Betreft: 1 Tm 5: 20 Vraag: Moet Timoteüs in dit geval in het openbaar bestraffen omdat het hen betreft die leiding geven? Antwoord: In Gl 2: 11 bestraft Paulus de apostel in het openbaar. Petrus is iemand die leiding gaf en daarom was zijn optreden te erger. Paulus bestraft hem echter niet in het openbaar […]
Betreft: 1 Tm 5: 16 Vraag: Waarom wordt in dit vers niet over weduwnaars gesproken? Antwoord: Vanaf vers 3 van dit hoofdstuk gaat het over de verzorging van de weduwen. Dat weduwnaars niet genoemd worden komt omdat deze geacht werden in hun eigen onderhoud te voorzien.Een weduwe kon dat echter (in die tijd) niet of […]
Betreft: 1 Tm 5: 15 Vraag: Wat betekent ‘de satan achterna’? Waren die vrouwen dan satanisch bezig? Ik vind dit een moeilijke uitspraak?! Is dit nu iemand de voeten wassen (zie vers 10)? Antwoord: In vers 11 waarschuwt Paulus voor een mogelijk gevolg als men jonge weduwen ‘in de watten legt’. Het kan dan gebeuren […]
Betreft: 1 Tm 5: 11-14 Vraag: a. Wat is er fout aan dat jonge weduwen weer willen trouwen?b. Wat betekent dat ze hun eerste trouw hebben verzaakt? Trouw aan wie? Aan haar eerste man of aan Christus?c. Is vers 14 niet in strijd met vers 11? Antwoord: a. Dit is een niet zo gemakkelijk gedeelte. […]
Betreft: 1 Tm 5: 5 Vraag: Hoe zit het nu met weduwen die niet in de gebeden volharden? Antwoord: God geeft ons allemaal bepaalde vermaningen, niet alleen de weduwen, maar wij allen krijgen vanuit de Schrift vermaningen te horen. Denk bijvoorbeeld aan een uitspraak als: Doodt dan uw leden die op de aarde zijn…’ Ko […]
Betreft: 1 Tm 5: 3-16 Vraag: Hoe moeten we dit gedeelte in deze tijd toepassen? Antwoord: De sociale voorzieningen zijn in onze tijd zodanig dat in veel gevallen een weduwe daarvan kan rondkomen. Het bijhouden van een lijst van weduwen die verzorging nodig hebben en waaraan een minimumleeftijd verbonden is in verband met de vele […]
Betreft: 1 Tm 4: 12 a Vraag: Moeten we dit woord van de apostel als een vermaning opvatten? Is het niet eerder een bemoediging? Antwoord: Het lijkt inderdaad vreemd dat dit een vermaning zou zijn. Toch moet dat wel zo gezien worden, want hoe moet het dan als bemoediging bedoeld zijn? Zo in de zin […]
Betreft: 1 Tm 3: 16 Vraag: Kunt u een nadere uitleg van dit vers geven? Antwoord: Naar mijn overtuiging kan ik niet beter doen dan de verklaring over te nemen, die H. Medema gegeven heeft in zijn beschouwing over de eerste brief van Timoteüs. Hij zegt van dit vers het volgende: De in 1 Tm […]
Betreft: 1 Tm 3: 13 Vraag: Wat wordt hier met een ereplaats bedoeld? Antwoord: Het woord dat Paulus hier gebruikt betekent ’trap’ en in het meervoud kunnen er de treden van de trap onder verstaan worden. De gedachte aan ‘hogerop komen’ zit er dus in. Nu is de vraag in welke zin dat bedoeld is. […]
Betreft: 1 Tim. 4: 3 Vraag: Doelt Paulus hier op het celibaat voor priesters en nonnen. Hij raadt toch ook de ongehuwde staat aan (1Kor.7). Het inzegenen (sacrament) is door Luther wel veroordeeld. Heeft dat hier wat mee te maken?Geen spijzen verbieden, maar we mogen toch geen bloed nuttigen? Antwoord: Paulus richt zich hier tegen […]
Betreft: 1 Tm 3: 10 Vraag: Door wie moeten de diakenen beproefd worden en wie bepaalt of ze onstraffelijk of onberispelijk zijn? Antwoord: In Hd 6: 3 en 5 zien we dat de gemeente te Jeruzalem moest omzien naar zeven mannen die de dienst van verzorging in materiële noden goed zouden kunnen verrichten. Geld en […]
Betreft: 1 Tm 3: 6 Vraag: (1) Als het gaat om een nieuweling in de zin van een pasbekeerde hoe kan die dan in het oordeel van de duivel vallen? Gelovigen gaan toch niet verloren?(2) Hoe blijkt uit deze tekst dat de duivel in de zonde van hoogmoed is gevallen Antwoord: (1) In vers 6 […]
Betreft: 1 Tm 3: 2 Oudsten tweemaal getrouwd Vraag: Kan iemand die voor de tweede maal getrouwd is wel de funktie van oudste of diaken vervullen? Antwoord: Het voorschrift uit 1 Tm 3 heeft betrekking op het geval dat iemand met meerdere vrouwen tegelijk getrouwd was (is). Dit kwam (komt) in het heidendom vaak voor […]
Betreft: 1 Tm 3: 1-13 Vraag: Voor de funkties van ouderling en diaken wordt aan mannen gedacht. Houdt dit in dat in de toekomst diakenen ook altijd mannen moeten zijn? Men zegt wel: ‘Wie geeft, die kiest’. Deze regel zou kunnen inhouden dat de gemeente vrouwen als diaken kiest. Moet men deze keuze dan afwijzen?Als […]
Betreft: 1 Tm 2: 15 Vraag: Wat betekent het dat de vrouw gered wordt in het ter wereld brengen van kinderen, indien zij blijft in geloof, enz.?Ligt haar redding in het moederschap? Antwoord: Veel uitleggers menen dat de vrouw hier een belofte krijgt dat ze de bevalling zal doorstaan. Zij denken bij het woord ‘gered […]
Betreft: 1 Tm 2: 14 Vraag: a. Waarom wordt er verschil gemaakt tussen ‘verleiding’ en ‘overtreding’. Wat deed Adam dan als hij zich niet liet verleiden?b. Als de slang het eerst bij Adam was gekomen, zou de zondeval dan niet hebben plaatsgevonden? Antwoord: De Bijbel maakt hier geen verschil tussen ‘verleiding’ en ‘overtreding’. Er is […]
Betreft: 1 Tm 2: 12 Vraag: a) Is hier met ‘de’ man ‘haar’ man bedoeld of geldt het algemeen?b) mag een vrouw buiten de dienst van de gemeente dan geen lezingen geven? Antwoord: a) Er staat letterlijk ‘niet heersen over man’. Er staat niet ‘haar’ man. Het meest voor de hand liggend is te vertalen […]
Betreft: 1 Tm 2: 9 Vraag: Het woord ‘evenzo’ zal niet aan kracht inboeten door het hebben van onzedige klederdracht. Zie ik dat goed? Antwoord: Het woord ‘evenzo’ moet ergens op terugslaan dat eerder genoemd is.Nu gaat het in het vorige vers over het bidden van de mannen. Je zou dus verwachten dat het in […]
Betreft: 1 Tm 2: 4 Vraag: a. leert deze tekst de alverzoening?b. wat is het verschil tussen de alverzoeningsleer en de leer vande algemene verzoening? Antwoord: a) Zij die de alverzoeningsleer aanhangen beroepen zich o.a. op deze tekst en zeggen: ‘Wat God wil gebeurt… dus alle mensen worden tenslotte zalig’. De fout in deze redenering […]
Betreft: 1 Tm 2: 1 Vraag: Wat is het verschil tussen ‘smekingen’ en ‘gebeden’. Moeten we bij smekingen aan grote nood denken? Antwoord: Het woord door ‘gebed’ vertaald ziet op het zich wenden tot God en dat kan zijn om God te loven, Hem ergens voor te danken, Hem iets te vragen. In Fp 4: […]
Betreft: 1 Tm 1: 20 en 1 Ko 5: 5 Vraag: Moeten we het overgeven aan satan net zo zien als in het geval van Job, namelijk beproeving door de satan met instemming van God?Als een persoon die aan satan is overgeleverd niet tot inkeer komt, betekent dat dan dat hij verloren gaat? Of geldt […]
Betreft: 1 Tm 1: 18 Vraag: Waar kunnen we in de Bijbel deze profetieën vinden? Antwoord: Deze profetieën zijn niet in de Bijbel opgetekend. Van de roeping van Timotheüs lezen we het volgende: (1) ‘Paulus wilde dat deze (Timoteüs) met hem zou gaan’. Wat daar verder of daaraan voorafgaand heeft plaatsgevonden lezen we in Hd […]
Betreft: 1 Tm 1: 15,16 Vraag: Ik kan me moeilijk voorstellen (maar dat zegt op zich niets) dat Paulus de grootste van alle zondaars uit de hele wereldgeschiedenis is. Ik kan grotere joden – of vervolgers van christenen opnoemen: Hitler b.v. of Diocletianus. Antwoord: In 1 Tm zegt Paulus er niet bij waarom hij zich […]
Betreft: 1 Tm 1: 13 en 2 Tm 1: 3 Vraag: In 1 Tm 1: 13 staat dat Paulus voor zijn bekering in onwetendheid een lasteraar en vervolger was. Maar kan men 2 Tm 1: 3 wel op de tijd van voor zijn bekering laten slaan? Antwoord: Verschillende verklaarders gaan uit van de veronderstelling, dat […]
Betreft: 1 Tm 1: 10 Vraag: Is het woord ‘zielverkoper’ hier bedoeld als scheldwoord of heeft het een heel andere, specifieke betekenis? Antwoord: De Statenvertaling heeft hier staan ‘mensendieven’ en de Telosuitgave heeft ‘mensenrovers’. Met het woord ‘ziel’ kan gedoeld worden op het innerlijk van de mens, op zijn gevoelsleven. Zielverkopers zou dan een aanduiding […]
Betreft: 1 Tm 1: 5-11 Vraag: Is het doel van de wet tweeledig, te weten:a. voor ongelovigen als een spiegel (vs 9-+11);b. voor gelovigen om de liefde te doen toenemen (vs. 5-+8)? Antwoord: In vers 5 is sprake van ‘het doel van het bevel is liefde uit een rein hart’. Daarmee is niet de wet […]
Betreft: 1 Tm 1: 2 Vraag: Alle gelovigen zijn toch broeders en zusters in het geloof? Dan is Timoteüs toch een kind van God en een broeder van Paulus en niet diens kind? Antwoord: In de Statenvertaling en de Telosuitgave van het Nieuwe Testament staat in 1 Tm 1: 2 en 2 Tm.1: 2 het […]
Betreft: 2 Th 3: 17 Vraag: Paulus schrijft: ‘de eigenhandige groet van mij, Paulus’, waaruit blijkt dat de rest van de brief niet van zijn hand is? Antwoord: Als je een brief helemaal zelf geschreven hebt, is het dwaasheid om aan ’t eind van je groetenis te zeggen: deze groet is eigenhandig geschreven. Een ander […]
Betreft: 2 Th 3: 6 Vraag: (a) Geldt dit bevel ook onze omgang met ongelovigen?(b) Hoe kun je zo’n broeder ooit weer in het rechte spoor brengen als je je aan hem onttrekt? Antwoord: a. Het bevel geldt onze verhouding tot een broeder met wie we dus tot op dat moment op broederlijke / zusterlijke […]
Betreft: 2 Th 3: 10 Vraag: Kunt u nader uitleggen hoe het zit met de verplichting om te werken. Er zijn toch mensen die niet meer kunnen werken of geen werk kunnen vinden? Antwoord: Bij de beantwoording van deze vraag moeten we onderscheid maken tussen(a) het algemeen geldende principe ofwel de hoofdlijn, en(b) de uitzonderingsgevallen. […]
Betreft: 2 Th 3: 6 Vraag: a. Moeten we ons ook niet onttrekken aan de ongelovigen?b. Wat moeten we onder overlevering’ of ‘inzetting in dit vers verstaan? Antwoord: a. De Schrift verbiedt ons niet alle omgang met ongelovigen (zie 1Ko 5: 9-11 en 10: 27). Iets anders is dat we niet met hen mee zullen […]
Betreft: 2 Th 3: 2 Vraag: Wat zijn wargeesten Antwoord: Het Nederlandse woord ‘wargeest’ heeft twee betekenissen. Het kan slaan op iemand die verward is in zijn denken, maar ook op iemand die verwarring sticht.Dit woord hier in 2 Th.3: 2 is uiteraard de vertaling van een Grieks woord. Niet alle vertalingen hebben dat Griekse […]
Betreft: 2 Th 2: 10 Vraag: Worden met ‘hen, die verloren gaan’ alle mensen bedoeld, die het evangelie hebben gehoord en weigeren het aan te namen?Zijn ze met blindheid geslagen nadat ze het evangelie gehoord hebben of voor die tijd?In het laatste geval kan de verwerping hen toch niet toegerekend worden? Antwoord: Laten we ons […]
Betreft: 2 Th 2: 9 -12 Vraag: Als de Gemeente opgenomen wordt blijven de ongelovigen achter. Kunnen zij zich dan nog bekeren? Antwoord: 2 Th 2: 9-12 geeft daarop een duidelijk antwoord en zegt, dat zij die de liefde tot de waarheid niet aangenomen hebben een werking van de dwaling zullen ontvangen zodat ze de […]
Betreft: 2 Th 2: 9-12 (2) Vraag: Hoe is het te verklaren, dat na de opname van de gemeente de Joden zich nog wel kunnen bekeren en ‘naamchristenen’ die achterblijven niet? Antwoord: In deze tijd bezoekt God op bijzondere wijze de volken met het evangelie. Door de val van Israël is het heil tot de […]
Betreft ; 2 Th 2: 3, 4 Vraag: Wat wordt hier met de tempel van God bedoeld? Antwoord: In 1 Ko 3: 16 wordt over de gelovigen gesproken als over de tempel Gods. Het is dus wel begrijpelijk dat diverse (kerkelijke) uitleggers menen dat in 2 Th. 2 de Kerk of de Gemeente is bedoeld. […]
Betreft: 2 Th 2: 2 Vraag: Wat wordt bedoeld met geestesuiting? Antwoord: Letterlijk staat er ‘noch door geest’, maar dat moet zien op een of andere uiting die onder leiding van de Heilige Geest plaats vindt. Te denken valt aan een profetie of een openbaring. (zie 1 Ko 14: 26 en 1 Tm 4: 14). […]
Betreft: 2 Th 2: 1-4 Vraag: Moeten we wachten totdat de ‘wetteloze’ zich openbaart en volgt dan ‘de opname’? Antwoord: De apostel Paulus heeft de gelovigen te Thessalonika gesproken en later geschreven over twee dingen: de terugkeer van de Heer in de lucht om ons op te nemen en over de dag des Heren.Uit vergelijking […]
Betreft: 2 Th 2: 1-2 Vraag: Waarom wordt er in de bijbel zo dreigend geschreven over de dag van Christus’ wederkomst? Antwoord: De wederkomst van Jezus Christus heeft te maken met de gemeente, de volken en het volk Israël. Voor de gemeente (de ware gelovigen) wordt er nooit dreigend over deze komst gesproken.Lees Jh 14: […]
Betreft: 2 Th 1: 11 Vraag: Wat wordt bedoeld met de roeping waardig achten?Wat gebeurt er als dit niet het geval is? Antwoord: Je bent ergens uitgeroepen en je bent ergens toegeroepen. De Thessalonikers zijn uit de afgodendienst geroepen om de levende God te dienen en Zijn Zoon uit de hemel te verwachten (1 Th […]
Betreft: 2 Th 1: 8 Vraag: Kunt u duidelijk maken, dat het hier om twee groepen gaat? Antwoord: Er zijn uitleggers, die menen, dat het in deze tekst om één groep mensen gaat, namelijk om alle ongelovigen. Deze kennen God niet en gehoorzamen niet aan het evangelie van onze Heer Jezus.Deze uitleg stuit echter op […]
Betreft: 1 Th 5:23 Vraag: Kunt u een verklaring van deze tekst geven? Antwoord: De kwestie van de heiliging kent twee aspecten. En wel:a. De gelovige is eens voor altijd geheiligd in Christus Jezus ( 1 Ko 6:11; Hb 10:10) en wordt dan ook als heilige of als heilige broeder aangesproken ( Rm 1:7; 1 […]
Betreft: 1 Th 5:19-22 Vraag: Betekent vers 20 dat je allerlei zaken op godsdienstig gebied moet onderzoeken om het goede eruit te peuren en dat vast te houden? Antwoord: De opvatting die in de vraag verwoord is, wordt meestal als uitleg van 1 Th 5:20 gegeven. Ten onrechte echter. Het is zeker niet de bedoeling […]
Betreft: 1 Th 5:18 Vraag: Betekent dit vers, dat je voor pijn, ziekte gemis etc. danken moet? Antwoord: Ef 5:20 en 1 Th 5:18 betekenen niet, dat we – op zichzelf genomen – danken moeten voor pijn en verdriet of andere smartelijke zaken.We weten echter dat God alle dingen doet meewerken ten goede (Rm 8:28) […]
Betreft: 1 Th 5:15 Vraag: Hoe moet je dit toepassen wat je kinderen betreft.? Ik ga er vanuit dat als ze gepest worden ze dan maar hun vuisten moeten laten zien, dan houden ze op. Anders hebben ze een gemakkelijke ‘prooi’ aan je. Antwoord: In de praktijk liggen hier zeker moeilijkheden. De tekst richt zich […]
Betreft: 1 Th 5:12 Vraag: Waaruit blijkt dat erkennen van arbeiders niet alleen ziet op aanvaarden wat hun dienst betreft, maar ook op ondersteuning? Antwoord: Een aanwijzing daarvoor hebben we in 1 Tm 5:17 waar het ‘eer geven’ direct verbonden wordt met ‘Een dorsende os zult gij niet muilbanden’ (vgl. Gl 6:6). Het staat er […]
Betreft: De wederkomst van Christus. Vraag: Als ik denk aan de wederkomst van Christus en alles wat er dan gaat gebeuren, slaat de schrik me om het hart. Hoe kan ik blij zijn met dat schrikbeeld voor ogen? Antwoord: Als je als kind iets heel verkeerds gedaan hebt, dan ben je bang om naar je […]
Betreft: 1 Th 4: 15-18 Vraag: (a) Gaat het in dit gedeelte niet over de opname van de Gemeente? En slaat 1 Ko 15: 51 daar ook niet op?(b) Hebben de gelovigen uit de ‘oude bedeling’ ook deel aan de ‘opname’ die hier en in Jh 14:1-3 beschreven wordt? Antwoord: (a) Inderdaad gaan deze verzen […]
Betreft: 1 Th 4:3,4 Vraag: Als je je een positie probeert te verwerven ten koste van een ander; als je ontrouw bent ten opzichte van iemand, dan is dat -geestelijk gezien – toch ook hoererij? Antwoord: Hoererij kan een letterlijke en een geestelijke betekenis hebben. De letterlijke betekenis is dat je ontrouw bent aan je […]
Betreft: 1 Th 3:13 Vraag: Gaat het in dit vers om de verschijning van de Heer Jezus met zijn heiligen ( de Gemeente)? Zo ja, wat moeten we dan aan met het eerste deel van het vers? Antwoord: Afgezien van de tijdsduur die er tussen ligt is het duidelijk uit diverse schriftplaatsen dat de Gemeente […]
Betreft: 1Th 2:18 Vraag: Hoe weet je wie je verhindert om iets voor de Heer te doen? Antwoord: In Hd 16: 6 en 7 lezen we dat de Heilige Geest Paulus en de zijnen verhindert om het woord in Asia te spreken. In 1Th 2:18 staat dat de satan hem verhinderde weer naar Thessalonika te […]
Betreft: 1Th 2:16 Vraag: Als de maat van de zonden vol is, is er dan geen weg meer terug om de toorn van God af te wenden? Geldt dat bijvoorbeeld van Judas? Antwoord: God oordeelt rechtvaardig. Hij zendt het oordeel niet eerder dan wanneer de mens (een volk) alle gelegenheid gehad heeft om zich te […]
Betreft: 1Th 2:1 Vraag: Wat bedoelt Paulus met de uitspraak dat ‘onze ingang bij u niet tevergeefs is geweest’? Antwoord: Met ingang bij u doelt de Apostel op zijn komen bij de Thessalonikers met de boodschap van God. De NBG vert. 1951 heeft ons komen bij u, maar letterlijk staat er het woord ‘ingang’.Met ‘niet […]
Betreft: 1 Th. 1:10 Vraag: Waarom staat er hemelen, er is toch maar één hemel? Antwoord: De Bijbel spreekt over meer dan één hemel: a. In Gn 1:8,20; 7:11; Mt 6:26 is b.v. sprake van de “wolkenhemel”, de atmosfeer om de aarde heen.b. In Dt 4:19; Ps 8:4 en Mt 24:29 wordt gedoeld op de […]
Betreft: Ko 4: 14 Vraag: U zegt dat in Ko 4 de naam voorkomt van een ontwikkeld man, die tot de bijbelschrijvers behoort. Ik kan die in Ko 4 niet vinden. Antwoord: Bedoeld is Lukas, de geliefde geneesheer, waar Ko 4: 14 melding van maakt. Hoewel dat beroep waarschijnlijk niet op de hoogte stond, die […]
Betreft: Ko 4: 11 Vraag: a Betekent Justus ‘de rechtvaardige’? Ik vind zijn naam Jezus mooier. Waarom die andere naam erbij?b Kan Justus inhouden dat we met een rechter te doen hebben? Antwoord: De naam ‘Jezus’ betekent: ‘de Heer redt’. Het is een prachtige naam die ons zegt wat God doet met verloren zondaars (die […]
Betreft: Ko 4: 6 Vraag: Wat betekent de uitdrukking dat ons woord met zout besprengd moet zijn? Antwoord: Zout werd gebruikt in: -negatieven zin: om land onvruchtbaar te maken (Ri 9: 45).-positieven zin: om smaak te geven en bederf te weren. Voor de gelovigen wordt het in die laatste zin gebruikt en wel als volgt: […]
Betreft: Ko 4: 4 Vraag: Graag een uitleg van dit vers. Antwoord: Aan de apostel Paulus is de verborgenheid of het geheimenis geopenbaard aangaande Christus en de Gemeente (zie daarvoor Ef 3: 5, 9; Ko 1: 25, 26; Rm . 16: 25, 26). Deze verborgenheid houdt in dat de bekeerde Joden en de bekeerde heidenen […]
Betreft: Ko 3: 13 vgl. met Ef 4: 32 Vraag: Waarom staat in Kol 3: 13 zoals Christus of de Here u vergeven heeft en in Ef 4: 32 zoals God in Christus u vergeven heeft? Antwoord: Wat in andere brieven aan God wordt toegeschreven (eventueel aan God en Christus) wordt vaak in de Kolossebrief […]
Betreft: Kol 3: 10 (2) Vraag: Wilden Adam en Eva ook gelijk zijn aan het beeld van hun Schepper? Antwoord: In Ko 3: 10 gaat het erom dat we vernieuwd worden naar het beeld van Christus. Hij is de ‘Hem die hem geschapen heeft’ (vgl. Ko 1: 16,17). Het gaat er dus om dat we […]
Betreft: Ko 3: 10 Vraag: Slaat dit terug op Gen.1: 26? Antwoord: Het heeft er vergelijkenderwijs wat mee te maken, maar het is niet precies hetzelfde. De mens is naar het beeld van God geschapen. Hij is Gods vertegenwoordiger hier op aarde en straalt iets van zijn Schepper uit. Dat beeld mag door de zonde […]
Betreft: Ko 3: 10 (3) Vraag: Naar wiens beeld wordt de nieuwe mens vernieuwd? Naar dat van God of dat van Christus? Antwoord: Uit Ko 3 blijkt niet direct of met ‘Hem die hem geschapen heeft’ God bedoeld is of Christus. Natuurlijk maakt dat in principe geen verschil uit. De nieuwe schepping is het werk […]
Betref: Ko 3: 5 Vraag: De bedoeling van dit vers kan toch niet zijn dat we iemand doden? Antwoord: Dat is inderdaad de bedoeling niet. We moeten twee dingen hierbij bedenken:a. dat de Bijbel spreekt over ‘het lichaam van de zonde’ (Rm 6: 6) enb. dat de Bijbel spreekt over ‘de leden’ (van dat lichaam).Bij […]
Betreft: Ko 3: 3 Vraag: Is dit ‘verborgen’ zijn ‘met’ Christus hetzelfde als ‘geborgen’ zijn ‘in’ Christus? Antwoord: Het houdt niet hetzelfde in, maar het is beide wel waar. Christus is na zijn sterven en hemelvaart verborgen voor deze wereld. Hij heeft daarover gesproken tot de Joden (Jh 7: 34; 8: 21) en tot zijn […]
Betreft: Ko 3: 2 Vraag: Hoe moet je de dingen die boven zijn bedenken; we weten toch niet hoe een onvergankelijk mens leeft? Antwoord: De vermaning om de dingen te bedenken, die boven zijn, betekent niet dat we ons moeten proberen voor te stellen hoe het in de hemel toegaat, hoe de engelen daar leven, […]
Betreft: Ko 1: 26 (zie ook Rm 16: 25, 26 en Ef 3: 4-6 Vraag: Van de verborgenheid waarover Paulus spreekt, kun je toch niet zeggen dat het om een totaal nieuwe zaak gaat? Het was een verborgenheid, maar dat plan was er toch allang bij God? Antwoord: In volstrekte zin was het geen nieuwe […]
Betreft: Ko 2: 20-23 Vraag: Wat hier staat begrijp ik niet. Als mens sta je toch in deze wereld en moet je er toch leven met al zijn moeite en verdriet. Je moet toch dankbaar zijn voor elke dag die God je hier geeft? Antwoord: Er zijn genoeg schriftplaatsen te vinden, die zeggen dat we […]
Betreft: Ko 2: 20 Vraag: (1) Wat betekent precies het afsterven aan de eerste beginselen van de wereld.(2) Wat houdt het in dat men de elementen of beginselen in verband bracht met de hemellichamen?(3) Wat wordt in Lv 18: 5 bedoeld met inzettingen en verordeningen? Antwoord: (1) De eerste beginselen van de wereld zijn de […]
Betreft: Ko 2: 20 Vraag: Als we dus vrij zijn van die regels, waarom dan nog zoveel regels b.v. hoofdbedekking in de samenkomst, geen bloedworst nuttigen, geen muziekinstrumenten in de dienst, enz. Antwoord: In Ko 2: 20 wordt met geboden en inzettingen gedoeld op:a. het houden van de voorschriften die God aan Israël had gegeven […]
Betreft: Ko 1: 16 Vraag: Wat wordt hier met ‘nieuwe maan’ bedoeld? Antwoord: In Kolosse waren er mensen, die de christenen wilden verplichten tot het houden van joodse feestdagen en het opvolgen van joodse voorschriften. Als men dat niet deed, dan lieten zij heel duidelijk hun afkeuring en veroordeling merken. Paulus houdt de gelovigen nu […]
Betreft: Ko 2: 13-15 Vraag: Betekent deze tekst dat we ons niet behoeven te houden aan de 10 geboden? Antwoord: Ko 2: 13-15 laat zien dat de wet als eisenpakket voor ons is weggedaan. Wij konden aan de wet niet voldoen. Ze betekende niets anders dan een schuldbrief.Ef 2: 15 zegt dat nog duidelijker. De […]
Betreft: Ko 2: 13, 14 Vraag: Ziet het ‘ons’ van vers 14 niet ook op de gelovige heidenen ? Antwoord: Het valt op dat de apostel in vers 12 en 13 a spreekt over ‘gij’ of ‘u’ en in vers 13 b en 14 over gaat op ‘ons’, terwijl hij in vers 16 en vervolgens […]
Betreft: Ko 2: 13 Vraag: Wat betekent de onbesnedenheid naar (van) het (ons) vlees? Ofwel de voorhuid van uw vlees? Antwoord: Het woord ‘besnijden’ kan een letterlijke en een figuurlijke betekenis hebben. In de letterlijke zin houdt het in het wegsnijden van het voorste stukje huid (de voorhuid) van het mannelijk lid ofwel de penis.In […]
Betreft: Ko 2: 11, 12 Vraag: 1). Graag een nadere uitleg van dit vers wat de besnijdenis betreft?.2). De besnijdenis geeft aan dat de mens uit zichzelf niets kan voortbrengen, dat voor God kan bestaan. Maar dat slaat dan toch alleen op een man, want de vrouw kan niet besneden worden. Antwoord: 1) a. Bij […]
Betreft: Ko 2: 6 Vraag: Wat wordt bedoeld met ‘wandelen in Hem’? Antwoord: De gelovigen te Kolosse hebben Jezus Christus als Heer aanvaard (of: ontvangen door de prediking). Ze zijn daardoor met Christus verbonden, God identificeert hen met Christus.Maar dat moeten ze nu in de praktijk laten zien. Ze moeten wandelen in overeenstemming met hun […]
Betreft: Ko 1: 24 Vraag: a) Hoe kan er nu aan de verdrukking van Christus voor de gemeente iets ontbreken? Was zijn werk dan niet af?b) Wat betekent ‘in je vlees aanvullen wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus’? Antwoord: a) Aan het werk van Christus ontbreekt niets. Zijn leven en sterven was volkomen ter […]
Betreft: Ko 1: 16-20 Vraag: Waardoor zijn de dingen op de aarde verontreinigd en waardoor zijn de dingen in de hemel verontreinigd zodat er verzoening voor moet gebeuren? Antwoord: De vraag hoe de dingen op aarde verontreinigd en van God vervreemd zijn moet beantwoord worden met: ‘dat is voor de zondeval, van Adam gebeurd Deze […]
Betreft: Ko 1: 12 B Vraag: De erfenis van de heiligen in het licht is dat de hemel? Antwoord: Over deze erfenis spreekt de apostel Petrus ook (1 Pt 1: 4) en hij zegt, dat die ‘onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis’ voor ons in de hemelen is weggelegd.We zullen in de hemel deze erfenis ontvangen […]
Betreft: Ko 1: 10 Vraag: De ene vertaling heeft ‘opgroeien in de kennis van God’, een andere heeft ‘opgroeien door de kennis van God’. Wat moet het zijn en wat is het verschil? Antwoord: Laten we beginnen met het verschil in vertaling. In het eerste geval heeft het opgroeien te maken met toenemen van de […]
Betreft: Ko 1: 10 en Ef. 2: 10 Vraag: Is er geen verschil tussen ‘goede werken’ (Ef 2: 10) en ‘goed werk’ (Ko 2: 10) Antwoord: Inhoudelijk komen beide op hetzelfde neer. Er is alleen een verschil in belichting. In Ef 2: 10 is sprake van goede werken en dan denken we dus aan meerdere […]
Betreft: Ko 3: 1,2 Vraag: Komt het ‘zoeken’ en het ‘bedenken’ van de dingen die boven zijn, niet op hetzelfde neer. Antwoord: Er is slechts een klein verschil in accent. Het ‘zoeken’ ziet op een je uitstrekken naar de hemelse dingen. Je wilt je er mee bezighouden. Het ‘bedenken’ houdt in dat die dingen je […]
Betreft: Fp 4: 6, 7 Vraag: Betekenen deze verzen, dat de duivel je niet meer bezit? Zo nee, bid je dan verkeerd? Als God waakt over je gedachten heb je dan nooit meer zondige gedachten? Antwoord: Als iemand zijn schuld voor God beleden heeft en gelooft in de Heer Jezus als zijn Heiland, die op […]
Betreft: Fp 4: 5 Vraag: Kun je zeggen, dat de Heer dichtbij is, dat Hij helpt om niet je eigen belang te zoeken en om niet op je rechten te gaan staan? Antwoord: Het probleem waar we mee zitten is of Paulus de woorden ‘de Heer is nabij’ verbonden heeft met de voorafgaande zin:‘Uw inschikkelijkheid […]
Betreft: Fp 4: 1; 1 Th 2: 19 Vraag: Wat betekent precies ‘u bent onze erekroon’? Antwoord: Met het woord kroon is een erekrans bedoeld zoals die bij de Olympische spelen aan de winnaar werd uitgereikt. Dit gebruik kennen we ook in onze tijd. Men gebruikt daarvoor een lauwerkrans omdat de laurierboom in de winter […]
Betreft: Fp 3: 11 Vraag: Komen alleen de ontslapenen tot de ‘opstanding uit de doden’? Volgens Fp 3: 10 wenst Paulus de kracht van de opstanding van de Heer te leren kennen. Als alleen de ontslapenen deze opstanding leren kennen zou Paulus als de Heer in zijn tijd gekomen was alleen maar toeschouwer bij de […]
Betreft: Fp 3: 5 Vraag: Hoe kan Paulus zeggen een Hebreeër uit de Hebreeën te zijn, hij was toch een Romein? Antwoord: Een Nederlander, die zich laat naturaliseren tot Duitser is wat zijn staatsburgerschap betreft Duitser, maar wat zijn afkomst betreft een Nederlander.Zo was Paulus wat zijn afkomst betreft een volbloed Israëliet. Daarnaast had hij […]
Betreft: Fp 3: 1 Vraag: a. Waarop slaat de uitdrukking ‘hetzelfde’?b. Wat bedoelt Paulus met ‘Voor u is het veilig’? Antwoord: a. Volgens sommigen slaat vers 1b terug op vers 1a. De apostel vindt het niet verdrietig hen nog eens op te wekken om zich te verblijden. Hij heeft hen dat al geschreven in 2: […]
Betreft: Fp 2: 30 Vraag: De Filippenzen hebben niet zelf hun gave naar Paulus gebracht. Dat deed Epafroditus en hij riskeerde zijn leven daarbij. Was dat dan hetgeen aan het dienstbetoon van de Fillipenzen ontbrak? Antwoord: Het in de vraag gestelde is een deel van de verklaring. We moeten namelijk bedenken dat Paulus moeilijk kon […]
Betreft: Fp 2: 12 Vraag: Ik kan mijn leven en mijn werk niet goed meer aan. ‘k Ben overspannen. Toch weet ik zeker een kind van God te zijn. Mag ik mij optrekken aan Fp 2: 12 in de zin van: ‘houd vol..ook al is het met vrezen en beven? Antwoord: Het is van ontzaglijk […]
Betreft: Fp 2: 10; Op 5: 13 Vraag: a) Is het wel juist, dat ‘zij die onder de aarde zijn’, de verlorenen voorstellen? In Ex 20: 4; Dt 4: 18; 5: 8 en Op 5: 13 komen we de uitdrukking ‘onder de aarde’ ook tegen en bij de eerste drie teksten is er dan sprake […]
Betreft: Fp 2: 10 Vraag: Waarom wordt hier de naam Jezus gebruikt? Antwoord: Bij de naam ‘Jezus’ denken we enerzijds aan het feit, dat Jezus van Nazareth de Heiland, de Redder is, die voor ons het verlossingswerk op het kruis volbracht heeft. De naam Jezus betekent immers ‘de Heer redt’.Anderzijds denken we bij die naam […]
Betreft: Fp 2: 9-11 Vraag: Volgt uit deze verzen dat alle mensen behouden worden? Er staat toch alle knie en alle tong. Antwoord: Het zou natuurlijk geweldig fijn zijn als alle mensen zich zouden bekeren en behouden zouden worden. Uit andere Schriftplaatsen weten we echter dat dat helaas niet zal gebeuren. Als een mens zich […]
Betreft: Fp 2: 4a / 1Ko 10: 24 Vraag: Mogen we nu wel of helemaal niet zien op ons eigen belang? Antwoord: Als zondaars was heel ons leven gericht op het voldoen aan onze eigen verlangens. Het karakter van de een mag wat aangenamer zijn dan dat van de ander, maar in principe hebben we […]
Schriftplaats: Fp 1:27, 28 Over de titel: wordt het een horrorverhaal? Er komen inderdaad helse plagen: Op 9 het is geen overtrokken fantasie >>godsdienstwaanzin of iets dergelijks. Het is nuchtere beschouwing en tevens een bijbels gegeven Feiten: Bijbelse gegevens A. Omturning in de christenheid infiltratie, verbastering en uitholling van het christendom B. Drie fenomenen verschijningen […]
Betreft: Fp 1: 19 Vraag: Wat bedoeld de apostel met: ‘zal mij tot behoudenis strekken’? Antwoord: Het woord behoudenis kan zien op het eeuwige behoud dat we straks zullen ontvangen. In die zin worden we behouden. Ons lichaam zal dan ook in het eeuwige heil delen.Anderzijds wordt er gezegd, dat we behouden zijn, omdat ons […]
Betreft: Fp 1: 19 Vraag: Paulus was toch behouden door het geloof in Christus? Hij lijkt hier te zeggen dat de verkondiging en groei ertoe bijdraagt dat hij behouden zal worden. Hoe leest u dit? Antwoord: Het woord behoudenis of heil kan duiden op a. het behoud van de mens wat de eeuwigheid betreft enb. […]
Betreft: Fp 1: 9 Vraag: Kun je de uitdrukking ‘liefde overvloedig in helder inzicht en alle fijngevoeligheid’ opvatten als liefde gepaard gaande met inzicht en fijngevoeligheid? Antwoord: Je zou de zin inderdaad zo kunnen opvatten. Dan krijg je de gedachte dat aan de liefde het inzicht en de fijngevoeligheid niet moet ontbreken. Je moet je […]
Betreft: Fp 1: 7 Vraag: Sommige vertalingen hebben in dit vers staan ‘omdat gij mij in uw hart hebt’ andere geven weer ‘omdat ik u in mijn hart heb’ Antwoord: Volgens de deskundigen zijn beide vertalingen mogelijk. Het is hier dus niet een kwestie van verschil in handschriften, maar een vertaalkwestie.Niet alleen zijn beide taalkundig […]
Betreft: Fil. 1: 6 en 10 Vraag: Is met de dag van Christus de komst van Jezus Christus voor de gemeente bedoeld? Antwoord: De tijd waarin we nu leven kunnen we de dag van de mens noemen of de dag van satan. Het is een boze tijd. Aan die tijd komt een eind en dan […]
Betreft: Fl 1: 6 en 1 Ko 1: 8 Vraag: Er zijn toch wel christenen die afvallen. Ze geloven misschien nog wel, maar zijn naamchristenen. Hoe zit dat dan? Antwoord: De Schrift leert ons duidelijk, dat er geen afval van de heiligen is. Anders gezegd: ware gelovigen kunnen niet verloren gaan.De hierboven vermelde teksten bewijzen […]
Betreft: Ef 6:18,19 Vraag: Hoe bepalen wij wie de heiligen zijn? Antwoord: Met heiligen wordt hier niet geduid op een bepaalde groep christenen die vromer en beter zouden leven dan de anderen. In de Schrift worden alle gelovigen als heiligen aangeduid. We hebben dat al gehad in Ef 1:1 (vgl. Ko 1:2). Alle gelovigen zijn […]
Betreft: Ef 6:12; Mt 16:17: 1 Ko 15:50 en Gl 1:16 Vraag: Wat wordt met de uitdrukking ‘bloed en vlees’ of ‘vlees en bloed’ bedoeld? Antwoord: De uitdrukkingen ‘vlees en bloed’ en ‘bloed en vlees’ zijn uitdrukkingen voor de mens. Wij mensen bestaan uit vlees en bloed.Als de Heer tegen Petrus zegt: ‘vlees en bloed […]
Betreft: Ef 6:9-14 Vraag: In dit gedeelte worden vermaningen gegeven die te maken hebben met het ‘specifieke’ gevaar waaraan de betreffende personen in hun onderlinge verhouding bloot staan. Waarom wordt er niets gezegd over de ongehuwde man en vrouw? Staan zij niet aan specifieke gevaren bloot? Antwoord: Uiteraard brengt de ongehuwde staat ook specifieke gevaren […]
Betreft: Ef. 6:8 Vraag: Ziet ‘het goede terug ontvangen’ op beloning in dit leven? Antwoord: Gezien andere teksten, zoals 2 Ko 5:10; Ko 3:24,25 zal hier gedacht moeten worden aan de toekomstige beloning. Dit is echter niet ‘keihard te maken’.Natuurlijk is er ook al een tijdelijke beloning in de zin van Mk 9:29, 30 (eerste […]
Betreft: Ef 6: 23 Vraag: Betekent dit vers, dat kinderen die in deze tijd hun ouders onderdanig zijn een lang leven zullen leiden? Antwoord: In Ef 6: 23 zegt Paulus niet met zoveel woorden, dat deze belofte ook voor ons in deze tijd geldt. Hij zegt alleen dat God indertijd bij dit gebod – en […]
Betreft: Ef 6:1 Vraag: Moeten we de belofte van een lang leven letterlijk opvatten? Antwoord: Het verschil tussen een Israëliet destijds en een gelovige nu is: dat aan de Israëliet aardse zegeningen beloofd waren (Lv 26; Dt 28) en dat ons geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten ten deel gevallen zijn.Dit houdt niet in, dat […]
Betreft: Ef 5:26 Vraag: (1) Slaat dit vers ook op de doop?(2) Het lijkt of het in dit vers om twee dingen gaat…Is dat zo? Antwoord: (1) Dit vers heeft o.i niet met de doop te maken, hoewel velen het daarop toepassen. Het gaat om het waterbad van het woord. Uit deze tekst en uit […]
Betreft: Ef 5:25; Jh 3:16 Vraag: Heeft de Heer ons nu niet meer lief… er staat immers ‘heeft liefgehad’. Antwoord: In dit soort teksten staat het werkwoord ‘liefhebben’ in de voltooid tegenwoordige tijd, omdat de daad, die die liefde bewees in het verleden heeft plaatsgevonden.Het liefhebben zelf gaat echter ook daarna onverminderd door!
Betreft: Ef 5: 25, 26 Vraag: (1)Is met het waterbad de doop bedoeld? In dit vers gaat het toch niet om bekering?(2)Is het Woord nu het waterbad of ziet het waterbad op de doop en volgt daarna de werking van het Woord. Antwoord: Veel christenen zijn geneigd om bij de term ‘water’ te denken aan […]
Betreft: Ef 5:22,33 Vraag: Mag je op grond van deze verzen zeggen, dat een vrouw haar man moet dienen en gehoorzamen, maar hem niet (per se) hoeft lief te hebben? Antwoord: Wij zijn geneigd uit iets wat niet vermeld wordt bepaalde conclusies te trekken, maar daar moeten we wel erg voorzichtig mee wezen. We komen […]
Betreft: Ef 5:22; Ko 3:18 Vraag: Moet een vrouw de man ook gehoorzamen als dit tegen bijbelse principes ingaat? Antwoord: Deze vraag is van hetzelfde karakter als de vraag: ‘Moet je de overheid in alles gehoorzaam zijn’? Ik kan het beste het antwoord op die vraag hier over nemen.De Schrift zegt, dat we aan de […]
Betreft: Ef. 5:18 Vraag: Slaat de losbandigheid niet op het dronken worden. Over wijn zelf spreekt de bijbel op andere plaatsen toch niet altijd negatief? Antwoord: Taalkundig gezien slaat ‘waarin’ terug op het woord ‘wijn’.Het is er mee als met de uitspraak in Sp 20:1 ‘De wijn is een spotter, de drank een luidruchtige’. Dat […]
Betreft: Ef. 5:14 Vraag: Graag een uitleg van Ef 5:14 Antwoord: De uitspraak genoemd in dit vers is in deze vorm niet terug te vinden in het O.T. Men denkt wel aan teksten als Js 60:1; 52:1; 26:19 en andere, maar het is de vraag of Paulus daaraan heeft gedacht. Te bewijzen valt dit niet.Als […]
Betreft: Ef 5:2 (2) Vraag: Betreft de uitdrukking ‘Gode tot een welriekende reuk’ alleen de gehoorzaamheid van Christus aan de Vader om zijn leven af te leggen of zijn er nog meer of heel andere redenen voor? Antwoord: De bedoelde uitdrukking wordt gebruikt in een tekstverband, waarin Christus ons ten voorbeeld wordt gesteld. Wij moeten […]
Betreft: Ef 5:2 Vraag: Wat is een offergave en wat een slachtoffer? Antwoord: Onder Israël kende men bloedige offers, d.w.z. dieren werden geslacht en geofferd (brandoffer, vredeoffer, zondoffer, schuldoffer (zie Lv 3 t.e.m.5).Daarnaast kende men onbloedige offers bestaande uit koeken, eerstelingen van de oogst e.d. Deze werden aan God gegeven en heten offergave. Denk bijv. […]
Betreft: Ef 4:32 Vraag: Elkaar vergeven, zoals God ons vergeven heeft, daar kunnen we toch nooit aan voldoen? Antwoord: Het woord ‘zoals’ mogen we niet de lading geven van ‘precies zoals’ want dat kunnen we inderdaad niet. We kunnen God in zijn vergevende gezindheid nooit evenaren. Maar dat is de bedoeling ook niet. Het gaat […]
Betreft: Ef.4:26 Vraag: Waar staat dat wij toornig mogen zijn,? Is de toorn van God over de zonde te vergelijken met onze toorn? In Ef 4: 26b is toch sprake van een opwelling van toorn? Antwoord: In het algemeen gesproken is de toorn van een mens een verkeerde zaak. Er wordt in de Bijbel dan […]
Betreft: Ef 4 26 (1) Vraag: (a) Zijn er verschillende soorten toorn?(b) Wat betekent ‘wordt toornig, maar zondigt niet’?(c) Wat betekent het dat de zon over onze toorn niet mag ondergaan? Antwoord: (a) Twee soorten toorn: We kunnen twee soorten toorn onderscheiden:Ten eerste: ‘heilige’ toorn. Dat is toorn over het feit dat door iemands gedrag […]
Betreft: Ef 4:25 Vraag: Wie wordt in Ef 4:25 met ‘zijn naaste’ bedoeld? Antwoord: Het verband maakt duidelijk dat het om de medegelovigen gaat, want er staat achter ‘omdat wij leden zijn van elkander’ en dat wij slaat op alle gelovigen die leden van het lichaam en daardoor leden van elkaar zijn (zie 1 Ko […]
Betreft: Ef 4:16 Vraag: Wat moeten we onder de dienst van de geledingen verstaan? Antwoord: Het woord ‘geledingen’ is niet zo begrijpelijk. Andere vertalingen geven het weer met ‘gewrichten’. De leden van ons lichaam worden door allerlei gewrichten aan elkaar verbonden. Gewrichten hebben dus een verbindende taak. Het zijn geen leden, maar houden de leden […]
Betreft: Aanwezigheid van apostelen in deze tijd. Vraag: U stelt dat er nu geen apostelen meer zijn, maar Ef. 4:11 en Op. 18:20 dan? Antwoord: In Ef. 2:20 lezen we dat de Gemeente gebouwd is op het fundament van apostelen en profeten. In dat gedeelte gaat het niet om een plaatselijke gemeente, maar om de […]
Betreft: Ef 4:8 Vraag: Wat betekenen de woorden ‘voerde Hij krijgsgevangenen mee’? Antwoord: Dit is niet zo’n gemakkelijke kwestie. We zitten in de eerste plaats al met de vertaling. Er staat namelijk letterlijk ‘voerde hij gevangen gevangenis’. Zo heeft de Statenvertaling het dan ook weergegeven. In Psalm 68 staat echter ‘Gij hebt gevangenen meegevoerd’.In het […]
Betreft: Ef 4:4-6 Vraag: Kunt u deze verzen wat nader toelichten? Antwoord: In vers 3 roept de apostel ons op de eenheid van de Geest te bewaren in de band van de vrede. Die eenheid gaat hij nu nader toelichten en hij geeft daar zeven aspecten van aan. Deze kunnen we verdelen in drie groepen, […]
Betreft: Ef. 4: 3-6 Vraag: 1) Graag wat commentaar bij Ef. 4:6. Wie worden met ‘allen’ bedoeld?2) Om welke soorten van eenheid gaat het in Ef. 4: 3-6 Antwoord: 1) Verschillende handschriften hebben het slot van dit vers als volgt: ‘en in ons (of: u) allen’. Anderen geven het slot als volgt weer: ‘en in […]
Betreft: Ef 4:3 Vraag: Waarom behoeven we de eenheid van de Geest niet te maken? We moeten toch naar eenheid streven? Antwoord: De eerste hoofdstukken van de brief aan de Efeziërs laten zien hoe geweldig groot de roeping van de gelovigen is. We zijn in Christus gezet in de hemelse gewesten, we hebben een positie […]
Betreft: Ef. 3:12 Vraag: Waartoe hebben we vrijmoedigheid en waar slaat het toegang hebben op? Antwoord: Adam en Eva hadden na de zondeval geen vrijmoedigheid om tot God te naderen, ze waren bevreesd en zo heeft geen enkele zondaar de vrijmoedigheid om voor God te verschijnen of tot Hem te naderen. De gelovigen hebben die […]
Betreft: Ef 3:10 Vraag: Wie moeten we verstaan onder de overheden en machten in de hemelse gewesten? Antwoord: In Lk 12:11 en Tt 3:1 is sprake van overheden en machthebbers op aarde. Zo goed als die er op aarde zijn, zo goed zijn ze er ook in de hemelse gewesten. Dan worden er geestelijke machthebbers […]
Betreft: Ef. 2:11,12,19;3:6; Rm 9:1-5 Vraag: Zijn de bekeerde heidenen burgers van Israël geworden en dus bij Israël ingelijfd? Antwoord: De Godsspraken gericht aan Abraham (Gn 12,15,17,22) bevatten twee soorten beloften:a. Beloften voor Abraham en zijn letterlijk nageslacht;b. beloften die via het zaad van Abraham tot de volken zouden gaan. Want in zijn zaad zouden […]
Betreft: Ef.3: 4-7 en Ko 1:26 Vraag: Zijn deze gedeelten niet met elkaar in strijd. In Ef 3 staat dat God de verborgenheid bekend gemaakt heeft aan zijn apostelen en profeten; in Ko 1 wordt gezegd, dat de verborgenheid geopenbaard is aan zijn heiligen en dat zijn toch alle gelovigen? Antwoord: Deze gedeelten zijn niet […]
Betreft: Ef 2:20 ( 2) Vraag: Waaruit volgt, dat de profeten waarover E 2:20 spreekt niet de oudtestamentische, maar de nieuwtestamentische profeten zijn? Antwoord: Een eerste aanwijzing geeft de volgorde van vermelding. Er staat niet ‘het fundament van profeten en apostelen’, maar ‘het fundament van apostelen en profeten’.Een tweede aanwijzing geeft Ef 3:5. Dat vers […]
Betreft: Ef 2:14 Vraag: Wat is de scheidsmuur waarop dit vers doelt? Antwoord: Jood en heiden waren van elkaar gescheiden. De Joden waren onder de wet, de heidenen of volken waren dat niet (zie Rm 2:12-15). Die wet vormde een afscheiding tussen Israël en de volken. In zijn diepste zin is de scheidsmuur dan ook […]
Betreft: Ef. 2:10 Vraag: Wat zijn goede werken Doen we ze uit dankbaarheid (gedreven door emoties en gekenmerkt door wisselvalligheid) of uit gehoorzaamheid (discipline) welke zin zijn de goede werken te voren bereid? Antwoord: Goede werken in de bijbelse zin van het woord worden gekenmerkt door twee dingen: Uit welk motief? We beginnen met het […]
Betreft: Ef 2:10 (1) Vraag: Wilt u de uitdrukking ‘welke God voorbereid heeft’, verklaren? Antwoord: In de brief aan de Efeziërs ontvouwt de apostel Paulus de raadsbesluiten van God zoals hij die van eeuwigheid af bereid heeft. De nadruk ligt erop dat alles van God uitgaat. Hij heeft ons uitverkoren, Hij heeft ons bestemd tot […]
Betreft: Ef 2:9 Vraag: Geloof is toch een gave van God? Je moet dan toch afwachten tot God je die gave geeft? Antwoord: In Katwijk hield een evangelist een straatprediking en riep de mensen op om zich te bekeren en te geloven in de Heer Jezus Christus. Een dikke visser stond wat geërgerd te luisteren […]
Betreft: Ef. 2: 8, 9, 10 Vraag: Wat is het verschil tussen de werken van vers 9 en die van vers 10. Moet je eerst bekeerd zijn om goede werken te kunnen doen? Maar als je ziet dat je verkeerd bent en je probeert goede werken te doen, dan ben je toch al bekeerd? Antwoord: […]
Betreft: Ef. 2: 5 ,6 Vraag: Wat is het verschil tussen ‘levend gemaakt met Christus’ en ‘mee opgewekt’? Antwoord: In Ef 2 wordt van ons als zondaren gezegd, dat we dood waren door onze overtredingen en zonden. Als zodanig hadden we ‘leven’ nodig. Welnu God heeft ons levend gemaakt, maar dat kon alleen ‘met Christus’. […]
Betreft : Ef. 2:7 Vraag: 1) Slaat de uitdrukking ‘de komende eeuwen’ op deze genadetijd of op de tijd, dat de Messias zal regeren?2) Wat houdt goedertierenheid in? Antwoord: 1) God bewijst ons nu zijn genade, maar het doel van onze verlossing is om Zijn genade zichtbaar te tonen en dat zal in de toekomst […]
Betreft: Ef. 2: 5 ,6 Vraag: Wat is het verschil tussen ‘levend gemaakt met Christus’ en ‘mee opgewekt’? Antwoord: In Ef 2 wordt van ons als zondaren gezegd, dat we dood waren door onze overtredingen en zonden. Als zodanig hadden we ‘leven’ nodig. Welnu God heeft ons levend gemaakt, maar dat kon alleen ‘met Christus’. […]
Betreft: Ef. 2:1,5 Vraag: (a) Wat houdt ‘dood zijn in misdaden en zonden’ in?(b) Hoe kan iemand zich bekeren als hij geestelijk dood is? Antwoord: (a) De Bijbel spreekt op drie manieren over dood-zijn. Er is sprake van de lichamelijke of natuurlijke dood. Dan vindt er een scheiding plaats tussen het ‘ik’ van de mens […]
Betreft: Ef. 1:11 Vraag: Zal Christus in het vrederijk als Mens regeren? Wij worden namelijk mede-erfgenamen van Christus genoemd en dat medeërfgenaamschap geldt toch alleen Christus als Mens? Antwoord: Het kenmerk van het Messiaanse rijk is dat Jezus Christus als de verheerlijkte Mens regeren zal. Het is het rijk van de Zoon des Mensen. Alleen […]
Betreft: Ef 1:10 Vraag: Wat moeten we onder de volheid van de tijden verstaan? Antwoord: De inhoud van het geheimenis van vers 9 is deze, dat Christus hoofd zal zijn van alles wat in de hemel en op de aarde is. Het O.T. spreekt alleen over de regering van Christus over de aarde.Het N.T. onthult […]
Betreft: Ef 1:10 en Ef 3:5,6 Vraag: Om welke geheimenissen gaat het in deze verzen en wat heeft de Gemeente daarmee te maken. Antwoord: In Ef 1:9 gaat het om de verborgenheid van de wil van God. De vraag is nu wat dat inhoudt, wat wil God? Wel, dat staat in het volgende vers. God […]
Betreft: Ef 1: 7 b Vraag: Waarom wordt hier alleen over overtredingen gesproken? Zonden gaan toch verder (vgl. Ef 2:1)Er is toch meer vergeven dan alleen de overtredingen van uitdrukkelijke geboden?! In Ko 1:14 is trouwens wel sprake van van vergeving van zonden. Antwoord: In zeker opzicht gaat het begrip zonde verder dan het begrip […]
Betreft: Ef. 1: 4, 5 Vraag: Is er een persoonlijke uitverkiezing? Geldt daarvoor als norm de voorkennis van God? Hoe zit het met de verantwoordelijkheid van de mens om zich te bekeren? Antwoord: Voor we iets over de uitverkiezing zeggen, is het goed naar voren te brengen, dat wij als mensen allen gezondigd hebben en […]
Betreft: Ef 1:3, 20; 2:6; 3:10; 6:12 Vraag: Is er meer dan een hemel? Wat moeten we verstaan onder de uitdrukking ‘hemelse gewesten’? Antwoord: In de Bijbel wordt zowel over de hemel als over hemelen gesproken. Vergelijk Fl 2:10; Rm 1:13; 10: 6; 1 Ko 15:47 met 2 Ko 12:2 en 1 Kn. 8:27.Bij hemel […]
Betreft : Ef 1:1-14 Vraag: Wie worden er met ‘wij’ bedoeld in dit gedeelte? Dit i.v.m. de gedachte dat de uitdrukking ‘uitverkoren van vóór de grondlegging der wereld’ de christenen zou gelden en ‘uitverkoren vanaf de grondlegging der wereld’ de Joden. Antwoord: Soms vinden we bij Paulus een afwisselend gebruik van ‘wij’ en ‘gij’. Meestal […]
Betreft: Ef 1:1 en Ko 1:1, 2 Vraag: In de aanhef van de brieven aan de Efeziërs en de Kolossenzen staat: “Aan de heiligen en gelovigen”, maar heiligen zijn toch gelovigen? Antwoord: Het woord ‘pistos’ kan men vertalen met ‘gelovig’, maar ook met ‘getrouw’. Deze laatste vertaling is b.v. vereist in Ko 4:7, 9 en […]
Betreft: Gl 6: 14 Vraag: Wat is het verschil tussen:a. de wereld is mij gekruisigd, en;b. ik ben voor de wereld gekruisigd? Antwoord: Paulus heeft de Heer Jezus, de gekruisigde leren kennen. Dat betekende dat voor hem de wereld (in het bijzonder de joodse godsdienstige wereld) afgedaan had. Het kruis betekende voor hem een streep […]
Betreft: Gl 6: : 6 i.v.m. 1Tm 5: 17,18 Vraag: Is Gl 6: 6 ook nu nog van toepassing? Antwoord: Gl 6: 6 geeft aan dat zij die in het woord onderwezen worden degene die hen onderwijst van alle goede dingen moeten meedelen. Dat woord geldt zeker nog voor het heden.In de christenheid is het […]
Betreft: Gl 5: 25 Vraag: Wordt met ‘Geest’ de heilige Geest of het geestelijk leven bedoeld? Antwoord: Omdat in het Griekse oorspronkelijk alleen de hoofdletters gebruikt werden is het soms moeilijk uit te maken of het gaat om de Geest, dat is dan de Heilige Geest of dat het gaat om de geest en dat […]
Betreft: Gl 6: 21 Vraag: Waarom worden dit soort waarschuwingen gegeven als een gelovige toch niet verloren kan gaan? Antwoord: Als een vader met een jong kind langs een singel loopt en het kind wil zich losrukken om het talud af en het water in te lopen dan zegt die vader: ‘Als je dat doet, […]
Betreft: Gl 5: 21 Vraag: Is hier sprake van iemand die zich een gelovige noemt en het niet is? Antwoord: Paulus zet twee soorten mensen tegenover elkaar: de mens die onder de wet is en de mens die van de wet is vrijgemaakt (zie vers 1-15).Iedere gelovige is iemand die door de Geest geleid wordt, […]
Betreft: Gl 5: 21 (3) Vraag: Moet een gelovige die in hoererij leeft dan als een afvallige beschouwd worden? Kan hij dan toch verloren gaan terwijl hem altijd Jh 10: 28 is voorgehouden?Moet iemand die uitgesloten is als een ongelovige gezien worden? Antwoord: Als iemand, die beleden heeft een gelovige te zijn in hoererij leeft […]
Betreft: Gl 5: 20 Vraag: Hoe moet ik ‘Christus leeft in mij’ verstaan? Antwoord: In vers 19 zegt Paulus, dat hij door de wet aan de wet gestorven is. De goede en heilige wet kan over de zondige mens slechts dood en verdoemenis brengen. De wet veroordeelde Paulus tot en met!Christus heeft echter dat oordeel […]
Betreft: Gl 5: 16,25 Vraag: Hoe kun je door de Geest leven? Ik merk daar niets van. Ik heb het gevoel, dat ik alle beslissingen zelf nemen moet. Antwoord: We moeten onderscheid maken tussen het door de Geest leven en het door de Geest geleid worden.Elke gelovige heeft door de Geest het leven ontvangen. De […]
Betreft: Gl 5: 14,15 Vraag: U zegt dat wij de wet vervullen als we de naaste liefhebben, maar wij vervullen de wet toch niet. Christus heeft toch de wet vervuld. Antwoord: Dat Christus de wet vervuld heeft, kan op twee manieren opgevat worden en wel: a. Christus heeft volmaakt naar de wet geleefd en dus […]
Betreft: Gl 4: 30 Vraag: Betreft de uitspraak ‘zoon van de slavin zal niet erven met de zoon van de vrije’ alleen de onbekeerde afstammelingen van Abraham via Izaäk dus de Israëlieten. Zijn er de Arabieren niet mee bedoeld? Antwoord: In directe zin is er in Gn 21: 10 Ismaël en dus ook zijn nageslacht […]
Betreft: Gl 4: 27 Vraag: Wordt met deze tekst bedoeld dat er meer gelovigen uit de heidenen zullen zijn, dan gelovigen uit de volken? Antwoord: Bij een aanhaling van een profetie uit het Oude Testament doen we goed na te gaan: Gl 4: 27 is een aanhaling van de profetie uit Js 54. Jesaja verplaatst […]
Betreft: Gl 4: 24 Vraag: Wat is de betekenis van dit vers? Antwoord: Allerlei zaken uit het Oude Testament hebben behalve een directe ook een zinnebeeldige betekenis.De offers zijn zinnebeeldige voorstellingen van het offer van Christus.De tabernakel met zijn gerei is een zinnebeeldige voorstelling van de tempel in de hemel met zijn toebehoren.Personen, zoals Melchizedek […]
Betreft: Gl 4: 14 Vraag: Moeten we uit dit vers afleiden dat de Galaten gewoon waren mensen die ziek of gebrekkig waren te negeren of te verachten? Antwoord: Toen Paulus voor het eerst bij deze Galaten kwam om ze het evangelie te verkondigen waren ze nog onbekeerd en was niets menselijks hen vreemd. Welnu, het […]
Betreft: Gl 4: 4 (2) Vraag: Zijn wij allen op soortgelijke wijze door God uitgezonden? Antwoord: Er is een tekst die in deze richting iets zegt, namelijk Jh 17: 18. Uit vers 11 en 12 zou je de indruk kunnen krijgen dat het alleen om de ’twaalf’ (eigenlijk de ‘elf’ trouwe) discipelen gaat, maar vers […]
Betreft: Gl 4: 4 Vraag: Waarom dit onderscheid van vrijkopen van heidenen en vrijkopen van Joden? Antwoord: In de cursus staat; ‘Om heidenen te kunnen verlossen was het nodig dat Christus geboren werd uit een vrouw.Om de Joden te kunnen redden moest Hij geboren worden onder de wet’. Het eerste is eigenlijk niet goed gesteld. […]
Betreft: Gl 3.28 en 1 Ko 11 Vraag: In Gl 3: 28 staat toch dat in Christus noch man noch vrouw is. Dan hebben de voorschriften van 1 Ko. 11 voor de christen toch hun betekenis verloren? Antwoord: In Christus is man noch vrouw. De vrouw is niet een andere kind van God dan de […]
Betreft: Gl 3: 28 ( Ko 3: 11) Vraag: Hoe is deze tekst te rijmen met het feit dat Paulus in 1 Ko 11 het onderscheid tussen man en vrouw zo benadrukt en in 1 Ko 14 en 1 Tm 2: 11-13 daar bepaalde consekwenties voor haar gedrag in de Gemeente aan ontleent. Antwoord: Als […]
Betreft: Gl 3: 27 Vraag: Ik vraag me af of het ‘in Christus gedoopt zijn’ wel te maken heeft met de waterdoop. Of veel meer met het tot geloof komen en verzegeld worden met de Heilige Geest. Antwoord: Het woord ‘dopen’ kan op verschillende zaken slaan. Zo is er sprake van dopen met water, maar […]
Betreft: Gl 3: 24,25 Vraag: Betekenen deze verzen niet, dat de wet, voordat de Galatiërs geloofden, een tuchtmeester voor hen was om hen tot Christus te leiden. Is dat ook niet nu nog de functie van de wet? De ceremoniële wetten en de offeranden zijn met de komst van Christus afgelopen, maar de wet van […]
Betreft: Gl 3: 24 Vraag: Wat is een ’tuchtmeester’? Antwoord: Het woord ’tuchtmeester’ doet ons denken aan iemand, die er flink op los slaat als je wat verkeerds doet.We denken dan aan het begrip ’tuchtschool’ e.d. Letterlijk staat in deze tekst echter het woord ‘pedagoog’ en dat was destijds iemand aan wie men zijn kinderen […]
Betreft: Gl 3: 22 Vraag: Wat betekent de uitdrukking, dat de Schrift alles onder de zonde besloten heeft? Antwoord: Deze uitdrukking betekent, dat de Schrift als een rechter vonnis gewezen heeft en heeft verklaard, dat de mens onder de macht van en het oordeel over de zonde ligt.Zowel de heidenen als de Joden staan schuldig […]
Betreft: Gn 3: 17 Vraag: Hier is sprake van 430 jaar later maar moet dat niet 645 jaar later zijn? Want Abram kreeg de belofte toen hij 75 was. Izaäk geboren na 25 jaar, Jacob geboren toen Izaäk 60 jaar was. Jacob kwam in Egypte toen hij 130 jaar was. Verblijf in Egypte 430 jaar. […]
Betreft: Gl 3: 16 Vraag: Wordt met ‘het zaad’ Christus bedoeld en houdt deze uitspraak ook verband met Gn 3: 15? Antwoord: Inderdaad wordt met ‘het zaad’ of beter met ‘uw zaad’ (het nageslacht van Abraham nl. Christus bedoeld. Dat zegt de apostel ook heel duidelijk aan het slot van dit vers. Gn 3: 15 […]
Betreft: Gl 3: 13; Dt 21: 23 Vraag: Waarom is iemand die aan het hout hangt vervloekt ? Antwoord: Onder Israël werd het lijk van iemand die zo ernstig gezondigd had dat de doodstraf moest worden toegepast, als een schandvlek aan een paal gehangen. ’s Nachts moest zijn lijk van het hout afgehaald en begraven […]
Betreft: Gal. 3: 8 (2) Vraag: In Jh 1: 1 lezen we: ‘In de beginne was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit duidt op de vleeswording van Christus. Dan kan men toch spreken over ‘vooruitzien’. Wordt met de Schrift dan niet de Heer Jezus zelf bedoeld? Antwoord: […]
Betreft: Gl 3: 8,22 en Rm 9: 17 Vraag: Wat is het bijzondere van deze teksten? Antwoord: Het bijzondere van Gl 3: 8 is, dat er staat dat de Schrift aan Abraham de blijde boodschap verkondigd heeft met de woorden ‘In u zullen alle volken gezegend worden’. Maar Abraham heeft deze woorden niet in de […]
Betreft: Gl 3: 8 Vraag: Hoe kunt u zeggen, dat de Schrift (Gods Woord) niet iets vooruit zien kan Antwoord: Wanneer de Bijbel spreekt over de Schrift of de Schriften dan gaat het om de verzameling boeken waarin God Zijn gedachten heeft weergegeven.Welnu, die Schrift zelf is geen persoon. De Schrift ziet niet en voorziet […]
Betreft: Gl 3: 3 Vraag: Wat betekent ‘eindigt ge nu met het vlees’? Antwoord: In het voorafgaande vers staat de vraag van Paulus of de gelovigen in Galatië de Heilige Geest ontvangen hebben tengevolge van werken der wet (dus door eigen inspanning) of ten gevolge van de prediking van het geloof (dus op grond van […]
Betreft: Gl 2: 15,16 Vraag: Wat betekent de uitdrukking ‘door het geloof van Jezus Christus’ (St. Vert.)? Antwoord: Zuiver afgaand op de Nederlandse weergave van deze uitdrukking, kunnen hier twee dingen bedoeld zijn, namelijk:a. het geloof dat Jezus Christus zelf bezat, zijn eigen geloof dus, ofb. het geloof dat Jezus Christus geeft, het geloof dat […]
Betreft: Gl 2: 9 Vraag: Waarom is het, zoals u aangeeft, zo belangrijk, dat ook Jakobus aan Paulus de rechterhand van de gemeenschap geeft? Antwoord: Dat is zo belangrijk omdat Jakobus van de drie hier genoemde broeders het meest ‘joods’ dacht. Zie voor dit laatste Hd 21: 20 en 21. Let daarbij vooral op de […]
Betreft: Gl 2: 9 Vraag: In Mt 25: 14 is sprake van ‘het evangelie van het Koninkrijk’. Het was toch dit specifieke evangelie dat door de Heer Jezus gebracht werd tijdens Zijn omwandeling op aarde en dat in de toekomst weer gepredikt zal worden? Paulus spreekt in Hd 20: 24 over het evangelie van de […]
Betreft: Gl 2: 7,8,9,11,14 Vraag: Waarom wordt de ene keer de naam Petrus, de andere keer de naam Képhas gebruikt? Antwoord: Wanneer afwisselend de naam Simon en de naam Petrus was gebruikt zouden we kunnen denken aan het feit, dat Simon de gewone naam van Petrus is, die dan duidt op wat hij in zichzelf […]
Betreft: Gl 2: 2 Vraag: Wie worden bedoeld met ‘hen die in aanzien (achting) waren’? De beter gesitueerden? Of zij die zeggenschap hadden in de gemeente vanwege hun kennis wat het geloof betreft? Antwoord: In de Gemeente mag het bezit van geld, van maatschappelijke positie, van een scherp verstand geen rol spelen wat onze beoordeling […]
Betreft: Gl 2: 1-10 Vraag: Paulus is verschillende keren in Jeruzalem geweest, de vraag doet zich nu voor welk van deze bezoeken aan Jeruzalem in Gl 2: 1-10 bedoeld is. Antwoord: We hebben daarbij de keus tussen het bezoek genoemd in Hd 11: 27-30 (zie ook 12: 24,25) en dat genoemd in Hd 15: 1-41. […]
Betreft: Gal. 1: 18; 2: 9,11 Vraag: Waarom wordt Petrus in deze verzen Céphas (Kefas) genoemd; dat werkt toch verwarrend. Antwoord: Simon kreeg van de Here Jezus een andere naam, die steen of steenrots betekende. Daar in die dagen het aramees de omgangstaal in Palestina was kreeg hij van de Heer de naam Céphas. Dat […]
Betreft: 1 Ko 13:8 Vraag: De talen zullen ophouden…kan dat te maken hebben met technische mogelijkheden van communiceren? Antwoord: De uitlegger W. Kelly stelt dat dit ‘ophouden’ kan zien op een ophouden van dit teken in de loop van de tijd. Hij baseert zich daarbij op het taalgebruik. Van het profeteren en de kennis staat […]
Betreft: 2 Ko 12:14 b Vraag: Kunt u verklaren wat de geestelijke betekenis van dit vers is buiten het verband van de tekst waarin het gebruikt wordt. Antwoord: De letterlijke betekenis van de uitspraak, dat de kinderen geen schatten voor de ouders moeten verzamelen, maar de ouders dat voor de kinderen moeten doen, is duidelijk.De […]
Betreft : 2 Ko 12:8 (2) Vraag: Mogen we tot de Here Jezus bidden? We moeten toch bedenken, data. Hij zelf tot God, zijn Vader bad,b. Hij ons het Onze Vader heeft geleerd,c. Hij ons gezegd heeft in Zijn Naam te bidden,d. Hij de Middelaar is tussen God en mensen,e. Het voorbeeld van Paulus (2 […]
Betreft: 2 Ko 12:7-9 Vraag: Was de doorn in het vlees een lichamelijk lijden of een zinnelijke of zondige begeerte? Antwoord: Die laatste gedachte moeten we zonder meer afwijzen, hoewel we er niet direkt een vers of een tekst voor hebben. Het is namelijk onaannemelijk dat God satan zou toestaan op die manier de apostel […]
Betreft: 2 Ko 12:7 Vraag: Wordt met een engel des satans de satan zelf bedoeld? Zijn er gelijk met de satan meerdere engelen uit de hemel verdwenen en waar zijn die nu dan? Of wat voor werk doen ze nu? Antwoord: Als er stond ‘de engel des satans’ dan zouden we er satan zelf onder […]
Betreft: 2 Ko 12: 5 Vraag: Hoe kunt u zeggen dat Paulus het in 2 Ko 12:1-5 over zichzelf heeft, vers 5 is daarmee toch in strijd?! Antwoord: Vers 5 lijkt er inderdaad op te wijzen dat Paulus het over iemand anders heeft. Toch is dat naar mijn overtuiging niet het geval. We moeten deze […]
Betreft: 2 Ko 12:2-5 Vraag: Wie is bedoeld met de uitdrukking “een Mens in Christus”Bestaan er meerdere hemelen? Hoe komt men ertoe te spreken over de zevende hemel? Antwoord: Met deze uitdrukking bedoelt Paulus zichzelf. Hij spreekt daar op die manier over om niet zichzelf met ‘ik’ op de voorgrond te plaatsen.Omdat anderen zijn apostelschap […]
Betreft: 2 Ko 11:7 Vraag: Welk verwijt maakt de apostel de Korintiërs?Hoe kan hij de valse leraars apostelen noemen? Antwoord: Da apostel verwijt de gelovigen te Korinthe, dat ze ‘aanzien wat voor ogen is’. Ze gaan op het uiterlijk af. Als iemand maar goed kon spreken en een geweldige manier van optreden had dan vonden […]
Betreft: 2 Ko.11:16,17,21; 12:1 Vraag: Bevatten deze teksten spot of ironie? Antwoord: Dat bevatten ze inderdaad. Daarbij willen we liever over ironie dan over spot spreken. Ironie kan soms meer zeggen, dan gewone zegswijze. Aangezien de gelovigen te Korinthe zich zo dwaas aanstelden door in mensen te roemen en aangezien ze het met zichzelf nogal […]
Betreft: 2 Ko11:13-23 Vraag: Spreekt Paulus hier over Farizeeërs die in de Gemeente ingedrongen waren? En hoe wist Paulus van hun situatie? Liet God hem die zien? Antwoord: De apostel doelt hier op Joden die binnengedrongen waren. Hij noemt ze in vers 13 schijnapostelen en bedrieglijke arbeiders. Of ze tot de sekte van de farizeeën […]
Betreft: 2 Ko 10:17,18 Vraag: In dit vers staat ‘wien de Here aanbeveelt heeft de proef doorstaan’. Hoe vindt dit aanbevelen plaats, hoe wordt het waarneembaar? Antwoord: Dit hoeft niet te gebeuren doordat God mondeling (door een profetie) bijv. of schriftelijk iemand aanbeveelt of door een of ander bovennatuurlijk gebeuren. Dat gebeurde wel zo bij […]
Betreft: 2 Ko10:4 Vraag: Wordt met het slechten van bolwerken gedoeld op het tegengaan van verkeerde gedachten? Antwoord: Ten opzichte van de Korinthiërs moest Paulus zich verdedigen, want valse leraars hadden invloed gekregen en stelden de apostel in een kwaad daglicht. Ook brachten ze verkeerde leringen. Tegen die leringen keert de apostel zich. Dat blijkt […]
Betreft: 2 Ko 7:10 Vraag: Wat betekent ‘droefheid naar Gods wil’?En wat is een ‘onberouwelijke bekering’?Je hebt toch juist berouw van je zonden als je je bekeert? Antwoord: Droefheid naar Gods wil is een droefheid, die met Gods wil overeenkomt. Het is een droefheid waarbij men inziet verkeerd gedaan te hebben en schuldig te staan […]
Betreft: 2 Ko 8:15 Vraag: Wat verstaat u – in verband met dit vers- onder een vergelijkende aanhaling? Antwoord: Ex 16:18 verhaalt hoe bij het verzamelen van het manna dat uit de hemel viel ieder voldoende verzameld had. Een gomer per hoofd bleek voor elk gezin voldoende. Er was niets te kort en er hoefde […]
Betreft: 2 Ko 8:14 Vraag: Kunt u een uitleg van dit vers geven? Antwoord: Er worden van dit vers twee uitleggingen gegeven, te weten: 1) de Korintiërs hadden op dit ogenblik materiële overvloed. In Jeruzalem (en Juda) echter leden de gelovigen gebrek. De apostel wil nu dat de Korintiërs van hun overvloed een gedeelte afstaan […]
Betreft: 2 Ko 12:8 (1) Vraag: Waaruit kun je opmaken dat met ‘Heere’ de Heere Jezus is bedoeld? God wordt toch ook als ‘Heere’ aangeduid? Antwoord: Om met het laatste te beginnen: God wordt inderdaad de Heere (of: de Heer) genoemd. Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament komen we deze aanduiding voor […]
Betreft: 2 Ko 7:10 Vraag: Droefheid kun je toch niet bij jezelf maken. Maar zonder droefheid is er geen echte omkeer naar God. En toch is de mens verantwoordelijk om zich te bekeren en is er van Gods kant geen verhindering?! Dit is toch tegenstrijdig? Antwoord: De hier bedoelde droefheid wordt gewerkt door het Woord […]
Betreft: 2 Ko 7:1 Vraag: Wordt onder bezoedeling (bevlekking) van het vlees de lichamelijke, sexuele omgang bedoeld? Moet die dan negatief beoordeeld worden? Antwoord: God heeft man en vrouw zo geschapen dat ze een heel intieme lichamelijke, sexuele omgang met elkaar kunnen hebben. Deze geslachtsgemeenschap is een gave van God en moet dus op zichzelf […]
Betreft: 2 Ko 7:1 Vraag: Hoe kunnen wij, zondaren, onze heiligheid volmaken in de vreze Gods? Antwoord: De Schrift houdt ons voor, dat we principieel gezien -in onze positie voor God- geen zondaren meer zijn (R,m 5:8; 6:17,18, 22; 1 Ko 6:10,11).Eveneens geldt dat we als wedergeboren mensen niet meer behoeven te zondigen, maar het […]
Betreft: 2 Ko 6:18 Vraag: Waarom wordt hier over zonen en dochters gesproken en niet over kindschap in het algemeen? Antwoord: In het Nieuwe Testament vinden we dat iemand die de Heer Jezus aangenomen heeft, de macht of het recht heeft een kind van God genoemd te worden (Jh 1:12).Zo iemand is wedergeboren (wat hem […]
Betreft: 2 Ko 6:14a Vraag: Dit vind ik een harde uitspraak. Het klinkt net alsof je niet met iemand van een ander ras mag trouwen. Antwoord: Er staan meer dingen in de bijbel die hard lijken te zijn. Dat geldt wel bijzonder als een Schrift plaats ingaat tegen onze ideeën, verlangens en dergelijke. We moeten […]
Betreft: 2 Ko 5:21 i.v.m. Js 53:5 Vraag: U schrijft, dat als Christus alleen onze zonden gedragen had en daarvoor de straf had ondergaan, we nog niet in de hemel zouden kunnen komen. Kunt u dit toelichten? Antwoord: De mens is te vergelijken met een wilde appelboom. Zo’n boom draagt wilde vruchten en geen hovenier […]
Betreft: 2 Ko 5:18 Vraag: Waaruit bestaat de bediening van de verzoening? Antwoord: De bediening van de verzoening aan de apostelen gegeven ziet in volstrekte zin op de dienst die zij hebben verricht. Deze bediening was echter alleen mogelijk omdat er van God uit iets gebeurd is. Dat is het eerste, dat noodzakelijk gebeuren moest, […]
Betreft: 2 Ko 5:16 Vraag: Wat betekent dit vers? Antwoord: Dit vers moet verklaard worden in het licht van het vorige vers. Daarin staat, dat als Christus voor allen gestorven is, allen gestorven zijn. Allen liggen in de dood. Het feit dat Christus voor ons moest sterven bewijst, dat wij (voor God) gestorven zijn. De […]
Betreft: 2 Ko 5:12 Vraag: Aanleiding tot roem over jezelf geven is toch hetzelfde als jezelf aanprijzen Antwoord: In 2 Ko 1:14 heeft Paulus geschreven dat hij de roem is van de Korinthiërs en zij zijn roem zijn. Hier gaat het om roem, die uiteindelijk tot eer van God is. De Korinthiërs roemden in Paulus […]
Betreft: 2 Ko 5:3 Vraag: ‘Als wij namelijk, hoewel bekleed, niet naakt bevonden worden’. Wat houdt dat in? Antwoord: De beantwoording van deze vraag is erg moeilijk. Ik vraag u clementie met mij te hebben.Op een enkeling na zijn alle uitleggers het erover eens dat het in 2 Ko 5: 1, 2 over het opstandingslichaam […]
Betreft: 2 Ko 5:1 Vraag: (a) Wordt met ‘de (onze) aardse tent’ gedoeld op ons lichaam?(b) Wanneer vindt deze gebeurtenis plaats? Nu al? Antwoord: (a) Hoewel de mens in de bijbel als een eenheid van persoon (geest/ziel en lichaam) wordt beschouwd, zo zijn er toch een paar teksten waarbij het lichaam voorgesteld wordt als een […]
Betreft: 2 Ko 4:16 Vraag: Zou er daarom zoveel lichamelijk leed in de wereld zijn, namelijk om dit doel ‘de vernieuwing van de innerlijke mens’ te bewerken? Antwoord: Voor het grote probleem van het lichamelijke lijden van de mensheid geeft dit vers geen oplossing. Het gaat in dit vers namelijk over het lijden (door vervolging) […]
Betreft: 2 Ko 4: 14 Vraag: Volgt uit deze tekst dat er een tweede opwekking van de Heer Jezus zal plaatsvinden? Antwoord: De Heer Jezus is opgewekt nadat Hij op het kruis voor ons gestorven was.Hij wordt geen tweede keer opgewekt, want dan zou Hij nog een keer moeten sterven. En Hij is eenmaal voor […]
Betreft: 2 Ko 4:6 Vraag: Graag een verduidelijking van dit vers Antwoord: In dit vers vergelijkt de apostel Paulus de schepping van het licht met de verlichting van het hart van zondaars door de prediking van het evangelie. Hij zegt namelijk:a. God die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister. Dit ziet op het scheppen […]
Betreft: 2 Ko 3:13 Vraag: Wat betekent dit vers? Antwoord: Mozes heeft aan God gevraagd Zijn heerlijkheid te zien. Dat kon niet (Ex 33:20-23). Toch laat God Mozes iets van zijn luister en glorie aanschouwen (Ex 33:19). Het gevolg is, dat als Mozes van de berg afkomt zijn aangezicht iets van die heerlijkheid afstraalt, zijn […]
Betreft: 2 Ko 3:8,14 en 15 Vraag: In de les is gesteld dat het praktischer was, dat Mozes zijn aangezicht bedekte dan dat alle Israëlieten dit deden. Dat staat er echter niet. Is dit niet menselijk geredeneerd? Zijn de wegen van God in de ogen van de mensen niet vaak onpraktisch? Antwoord: Eerst iets over […]
Betreft : 2 Ko 3:6,7 Vraag: Wat betekent de uitdrukking: ‘de letter doodt’. Waarom wordt de wet een bediening des doods genoemd? Antwoord: Van de uitdrukking ‘de letter doodt’ wordt nog wel eens een verkeerde uitleg gegeven. Men laat dit gezegde dan slaan op de hele bijbel en vat het zo op, dat de tekst […]
Betreft: 2 Ko 2:10 Vraag: Wat betekent het dat satan op ons voordeel zou behalen ? Antwoord: Er zijn tenminste twee uitleggingen mogelijk en wel deze: a. als Paulus en de Korinthiërs niet bereid zouden zijn om een berouwvolle zondaar te vergeven dan staan ze open voor beïnvloeding van satan, want dan zou hun gezindheid […]
Betreft: 2 Ko 2:9 Vraag: Wat is de (dubbele?) bedoeling van de eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs geweest? Antwoord: Het eerste doel van het vorige schrijven van Paulus geeft hij in vers 3 aan met de woorden ‘opdat ik niet bij mijn komst droevig gestemd zou worden door hen over wie ik mij […]
Betreft: 2 Ko 2: 2-9 Vraag: Gaat het in deze verzen om één persoon of om meerderen die in het enkelvoud worden aangesproken Antwoord: ‘Hij die door mij bedroefd werd’ wordt volgens sommigen als een aanduiding voor alle Korinthiërs gebruikt. Het is een algemene stelregel dat als iemand bedroefd is geworden doordat hij een ander […]
Betreft: 2 Ko 2:2 Vraag: Graag uitleg van deze tekst Antwoord: Paulus moest in zijn eerste brief de gemeente ernstig terechtwijzen. Dat bracht droefheid in Korinthe teweeg (gelukkig!). De apostel was er echter zelf ook bedroefd over, dat hij hen zo vermanen moest. Het drukte hem terneer. Wie kon Paulus nu weer blijde stemmen. Wie […]
Betreft: 2 Ko 1: 24 Vraag: Wat houdt ‘heersen over uw geloof’ in? Antwoord: Paulus heeft de Korinthiërs zeer vermanend moeten schrijven in zijn eerste brief. Nu zouden ze kunnen zeggen: ‘Waarom komt hij niet persoonlijk om de zaken met ons te bespreken. Hij schrijft wel scherpe brieven, maar waar blijft hijzelf?!’. De apostel zegt […]
Betreft: 2 Ko 1:15 Vraag: Wat houdt de ’tweede genadegift’ in? Antwoord: Genadegaven kunnen zien op bepaalde kwaliteiten die God ons schenkt als leden van de Gemeente, het lichaam van Christus. In die zin wordt er o.a. over gesproken in Rm 12: 6 en 1Ko 12.Het woord genadegift kan echter ook gewoon betekenen een gift […]
Betreft: 1 Ko 16: 15 Vraag: In dit vers staat dat het huis van Stefanas de eersteling van Achaje is, maar het gaat toch om meerdere personen…? Antwoord: Het begrip ‘huis’ zorgt hier voor een moeilijkheid. Rm 16: 5 is gemakkelijker te begrijpen, want daar staat van een enkele persoon dat hij de eersteling van […]
Betreft: 1 Ko 16: 1,2 Vraag: Is dit opdracht van de Heer? Vraagt de Heer dat van ons? Antwoord: Wat Paulus hier schrijft houdt verband met geld dat hij in de diverse gemeenten wil ophalen om het naar Jeruzalem te brengen voor de arme gelovigen daar.Hij vraagt de gelovigen dit geld vóór die tijd in […]
Betreft: 1Ko 16: 1, 6 Vraag: 1) Wordt met de term ‘onrechtvaardigen’ in vs.1 gedoeld op ‘ongelovigen’?2) Heeft het woord ‘zaak’ in dit vers betrekking op alle voorkomende zaken of alleen op geestelijke zaken? Antwoord: Zoals zij die in Jezus Christus geloven aangeduid kunnen worden als gelovigen en tevens ook als rechtvaardigen, zo kunnen ook […]
Betreft: 1 Ko 15: 56 Vraag: Wat betekent de uitdrukking ‘De prikkel van de zonde is de wet’? Antwoord: ‘De prikkel van de dood is de zonde’. Een prikkel was (is) een werktuig van een boer in het oosten, waarmee hij zijn ossen voortdreef bij het ploegen. Denk aan het woord van de Heer Jezus […]
Betreft: 1 Ko 15: 49 Vraag: In de meeste vertalingen staat aangaande het beeld van de stoffelijke, dat we het ‘gedragen hebben’ maar we dragen dat toch nog steeds?! We hebben toch nog ons natuurlijk lichaam! Antwoord: We hebben inderdaad nog ons natuurlijk lichaam. We dragen nog het beeld van de stoffelijke. De uitdrukking staat […]
Betreft: 1 Ko 15: 45-49 Vraag: Zou u van dit gedeelte een vers voor vers verklaring willen geven? Antwoord: vs.45. Adam werd een levende ziel d.w.z. hij kreeg het natuurlijke leven en gaf dat aan zijn nakomelingen door.Christus maakt dode zondaars, natuurlijke mensen, levend door Woord en Geest. Het lichaam zal ook in dit nieuwe […]
Betreft: 1 Ko 15: 44-49 Vraag: Hopen op de verlossing van ons lichaam. Wat houdt dat in?Wat is bedoeld met lijden als gevolg van persoonlijke zonde? Antwoord: a. Hopen Hopen is iets verwachten, dat er nog niet is. Je ziet het niet. Het betekent echter geen onzekerheid of dat waarop je hoopt wel gebeuren zal […]
Betreft: 1 Ko 15: 32 Vraag: Moeten we het vechten van Paulus tegen de wilde dieren letterlijk nemen? Antwoord: Tegen de letterlijke opvatting spreekt het volgende: a. Paulus was Romeins burger en die mocht niet in de arena voor de leeuwen geworpen worden,b. de apostel had in Efeze invloedrijke vrienden, die dat w.s. zouden hebben […]
Betreft: 1 Ko 15: 29 Vraag: (1) Is het niet een dwaalleer dat je je voor de doden kunt laten dopen?(2) Gebeurt het nog wel dat men zich voor de doden laat dopen?(3) Als iemand zich voor de doden laat dopen, vult hij dan (de doop) aan t.b.v. bekeerden, die zich niet hebben laten dopen? […]
Betreft: 1 Ko 15: 26 Vraag: De dood is toch nu al van zijn kracht beroofd? Antwoord: Principieel heeft Christus de dood overwonnen en van zijn kracht beroofd door Zijn sterven en opstanding (zie 2 Tm 1: 10). Voor de gelovigen is het sterven dan ook een ontslapen, hoewel ook daarvoor het woord sterven wordt […]
Betreft: 1 Ko 15: 24-28 Vraag: (a) Wat betekent christocratie en theocratie?(b) De Heer Jezus is toch God, hoe kan Hij dan onderworpen worden en aan wie?(c) Hoe is 1 Ko 15: 24 te rijmen met Lk 1: 33? Antwoord: (a) Met christocratie (geen algemeen gangbaar woord trouwens) bedoelen we de regering van Christus in […]
Betreft: 1 Ko 15: 23 Vraag: Wordt hier zijn wederkomst op aarde bedoeld of wanneer wij Hem zullen zien na onze dood in een andere wereld? Antwoord: Hier is sprake van zijn komst en dat is wat anders dan dat iemand bij het overlijden naar de Heer toegaat (Fl 1: 23). Over deze opstanding spreekt […]
Betreft: 1 Ko 15: 22 Vraag: Betreft het woord ‘allen’ hier alle mensen of alleen de gelovigen? Antwoord: Dat alle mensen in Adam sterven is duidelijk. Eveneens dat ze allemaal eenmaal zullen opstaan. Maar dat betekent niet dat de apostel daar in dit vers aan denkt. Bij de uitdrukking ‘evenals in Adam allen sterven’ zou […]
Betreft: 1 Ko 15: 20 i.v.m. Mt 27: 52,53 Vraag: Wat betekent ‘eersteling’ in dit verband, want er zijn volgens Mt 27: 52,52 toch al mensen uit de dood opgestaan voordat Christus opstond? Antwoord: Het woord ‘eersteling’ kan een heel algemene betekenis hebben en slaan op alle eerste voortbrengselen van het gewas en het geboomte, […]
Betreft: 1 Ko15: 20 Vraag: Heeft de opstanding van de Here Jezus ook een direkte relatie met de mogelijkheid voor alle mensen nu om een nieuwe schepping te worden? Antwoord: Er staat in Rm. 3: 23 dat alle mensen gezondigd hebben, maar dat ze om niet gerechtvaardigd worden door de verlossing die in Christus Jezus […]
Betreft: 1 Ko 14: 38 Vraag: Graag een uitleg van dit vers. Antwoord: Dit vers wordt in diverse vertalingen verschillend weergegeven. De Statenvertaling en de zogenaamde Telosuitgave van het N.T. hebben: – ‘is iemand onwetend, hij zij onwetend’.De Nieuwe Vertaling van het N.B.G. heeft met vele andere: – ‘als iemand hiermee niet rekent wordt er […]
Betreft: 1 Ko 14: 37 Vraag: Wat bedoelt Paulus met dit vers? Antwoord: De gelovigen te Korinthe hadden nog al wat verbeelding. Ze waren hoogmoedig. Ze verhieven zich op hun gaven en kwaliteiten. Zo gingen ze prat op hun wijsheid, maar Paulus vermaant ze om hun wereldse wijsheid in te ruilen voor de dwaasheid van […]
Betreft: 1 Ko 14: 35 Vraag: Maar als nu de vrouw meer van de Bijbel weet dan de man?Dan kan ze in veel gevallen moeilijk haar man om opheldering vragen. Antwoord: Het kan zijn dat een vrouw geestelijk hoger staat en ook meer van de Bijbel afweet dan haar man. Toch zal zij haar man […]
Betreft: 1 Ko 14: 35 Vraag: Hoe moet een vrouw handelen, die geen man heeft? Antwoord: De tekst gaat uit van het meest voorkomende geval, namelijk dat iemand getrouwd is. In andere gevallen moet een oplossing gezocht worden.Een alleenstaande vrouw kan zich dan tot een van de oudsten wenden of tot een echtpaar. Er zijn […]
Betreft: 1 Ko 4: 35 Vraag: Als een vrouw nu geen man heeft, wat dan? Antwoord: Het gemakkelijkste antwoord is: laat ze dan naar de oudsten gaan of naar een echtpaar dat haar verder helpen kan.Dan rijst echter de vraag waarom Paulus daar dan niet een aanwijzing voor geeft. Hij wist toch dat er ongetrouwde […]
Betreft: 1 Ko 14: 34-40 en 1 Tm 2: 11-14 Vraag: Geldt het voorschrift in 1 Ko 14: 34-40 gegeven nog wel voor ons? Is het niet tijdgebonden? In deze tijd zien we immers dat steeds meer vrouwen een belangrijke, onmisbare taak hebben in de kerk: er zijn vrouwelijke dominees, ouderlingen e.d. Dat zou dus […]
Betreft: 1 Ko 14: 34 Vraag: Wordt met de gemeenten hier de samenkomsten (ook de zakelijke) bedoeld of moet het anders verstaan worden? Antwoord: Het gaat in dit gedeelte om de samenkomst van de Gemeente. Zie bijv. 1 Ko 11: 17,18, 20,33,34;14: 23, 28 waar over samenkomen gesproken wordt en dat in tegenstelling tot in […]
Betreft: 1 Ko 14: 34 Vraag: a) Waarom storen de grote protestantse kerken zich niet aan dit ‘gebod des Heren’ (vers 37)?b) In deze tijd zien we dat steeds meer vrouwen een belangrijke, onmisbare taak hebben in de kerk, zoals vrouwelijke dominees, ouderlingen e.d. Hoe moeten we dit beschouwen? Antwoord: a) Hiervoor kunnen twee oorzaken […]
Betreft: 1 Ko 14: 34 Taak van de vrouw. Vraag: Mag een vrouw, die gespecialiseerd is in jongerenwerk onderricht geven over geloofsopvoeding op een gemeente-avond? Antwoord: De Schrift verbiedt een vrouw het spreken in een gemeentelijke samenzijn, zoals beschreven in 1 Ko 12 en 14.Dus in een eredienst of dienst des Woords tot stichting van […]
Betreft: 1 Ko 14: 34 (3) Vraag: Mag een vrouw jeugd-of jongerenwerk doen?Mag ze daarvan in de gemeente iets vertellen?Kan een vrouw op een gemeente-avond een inleiding houden, vragen stellen, opmerkingen maken, voorzitster van zo’n vergadering zijn?Mag ze catechisatie geven? Als ze een gave als lerares heeft ontvangen waar en wanneer mag zij die dan […]
Betreft: 1 Ko 14: 34,35 Vraag: Hoe staat het dan met zusters in en buiten Nederland die het Woord bedienen? Antwoord: Wanneer deze woordbediening geschiedt in de samenkomsten van de ‘gemeente’ dan is ze duidelijk strijdig met wat Gods Woord in de aangegeven verzen zegt.Als de bediening niet plaatsvindt in de gemeente, maar wel het […]
Betreft: 1 Ko 14: 32 Vraag: Betekent dit vers dat de oude profeten soms tot mensen kunnen spreken? Antwoord: Het gaat hier niet om gestorven profeten uit de oude bedeling zoals Jesaja, Jeremia en anderen, die tot ons zouden spreken. Nee, het gaat om hen in de gemeente, die een woord spreken dat de gemeente […]
Betreft: 1 Ko 14: 30 Vraag: Kunt u een uitleg van dit vers geven. Heeft het ook te maken met 2 Tm 2: 7? Antwoord: De vraag is waar het ‘geopenbaard worden’ op slaat. Ziet dat (1) op het ontvangen van een profetische boodschap en slaat het terug op vers 29 of (2) gaat het […]
Betreft: 1 Ko.14: 30 ( 2) Vraag: Hoe moet het voorschrift hier gegeven praktisch worden toegepast? Antwoord: Verstaan we onder ‘aan een ander iets geopenbaard wordt’ dat die ander ook een profetisch woord in zijn hart krijgt, dan kan er op twee manieren aan voldaan worden: a. de spreker wordt duidelijk door innerlijke overtuiging dat […]
Betreft: 1 Ko 14: 28 Vraag: Bedoelt Paulus de woorden: ‘ieder heeft een psalm, enz.’ niet negatief? Antwoord: Met wat moeite zou je dat erin kunnen lezen, maar dat is toch niet de bedoeling. In het vervolg corrigeert hij namelijlk niet het feit dat ze allemaal iets hadden, maar het feit dat ze niet wachten […]
Betreft: 1 Ko 14: 27,39 Vraag: In deze verzen staat toch duidelijk dat we ook in tongen moeten spreken. Antwoord: Het woord ‘moeten’ staat niet in deze verzen en dat geeft al aan, dat er van een gebod om in talen te spreken geen sprake is.Vers 27 zegt niet meer dan dat als iemand in […]
Betreft: 1 Ko 14: 23 St. Vert. Vraag: Wat wordt bedoeld met ‘uitzinnig’? Antwoord: Het Griekse woord ‘mainomai’ dat hier wordt gebruikt, heeft volgens deskundigen twee betekenissen. (a) Het kan weergegeven worden met ‘wartaal spreken’ of ook met ‘razen’, ‘onzin uiten’In Hd 12: 15 en 26: 24,25 gebruikt de Statenvertaling het woord ‘razen’ en de […]
Betreft: 1 Ko 14: 22, 23,24 Vraag: Is wat er in vers 23 en 24 staat niet in strijd met vers 22? Antwoord: De talen waren voor de ongelovige Joden een teken dat God ook door heidense lippen zou worden groot gemaakt. Ze fungeerden voor hen als een teken van oordeel.De profetie was voor de […]
Betreft 1 Ko 14: 20-22 Vraag: U zegt dat het horen van vreemde talen voor Israël een oordeel betekende, maar het spreken in talen op de Pinksterdag bracht toch enkel zegen? Antwoord: In Dt 28: 49 en Js 28: 11,12 kondigt God aan dat als Israël ontrouw zou wezen Hij het door andere volken tuchtigen […]
Betreft: 1 Ko 14: 20 Vraag: Betekent kinderen in de boosheid dat we niet snel tot boosheid geneigd zijn? Antwoord: Voor alle zekerheid eerst even wat het niet betekent. Het betekent niet, dat we niet gauw boos of kwaad moeten worden. Het woord boosheid slaat hier op verkeerde dingen, zondige zaken. Naar zulke zaken moet […]
Betreft: 1 Ko 14: 20 Vraag: a) Betekent dit vers dat we niet snel boos mogen worden?b) Wat houdt de term ‘kinderen in de boosheid in? Antwoord: a) Het woord ‘boosheid’ kan slaan op een gemoedstoestand. Zo in de zin van: ‘Hij is erg boos, maar zijn boosheid bedaarde al gauw.’. In die zin is […]
Betreft: 1 Ko 14: 2,14, 15 Vraag: Wat is het verschil tussen lofzingen met mijn geest en lofzingen met mijn verstand?Hoe kan mijn verstand onvruchtbaar blijven als ik in een tong bid?Hoe kan ik met de geest en met het verstand bidden en zingen?Heeft Rm 8: 26 hier ook wat mee te maken? Antwoord: Als […]
Betreft: 1 Ko 13: 13; Ko 1: 4; 1Th 1: 3 Vraag: In 1 Ko 13: 13 is sprake van geloof, hoop en liefde. In Ko 1: 4,5 en 1Th 1: 3 is de volgorde geloof, liefde, hoop. Als nu de liefde de meeste is waarom wordt die dan niet het eerst genoemd? Antwoord: Het […]
Betreft: 1 Ko 3: 10 Vraag: Wat wordt met ‘het volmaakte’ bedoeld? Antwoord: Vrij algemeen wordt hieronder verstaan de volmaakte toestand, die aanbreekt als de Heer weerkomt. Hiervoor pleit:a. dat van de liefde gezegd wordt dat ze nooit vergaat. Daarbij moet de apostel aan de eeuwige volmaaktheid gedacht hebben.b. de tegenstelling dat er nu nog […]
Betreft: 1 Ko 13: 1-3 Vraag: Ik begrijp deze verzen niet, vooral niet de uitdrukking ‘mijn lichaam overgeven om verbrand te worden’. Antwoord: De gelovigen te Korinthe waren hoogmoedig. Zij beroemden zich op hun gaven. De apostel toont nu aan dat het uitoefenen van gaven en het leveren van geweldige prestaties totaal geen waarde heeft […]
Betreft: 1 Ko. 12: 31 Vraag: Hoe kun je streven naar de grootste genadegaven? Antwoord: Enerzijds is het bezit van een gave een zaak van ontvangen van wat een ander – in dit geval God – geeft (lees 1 Ko 12: 4-11). Maar net als bij bekering en geloof dat door God bewerkt moet worden, […]
Betreft: 1 Ko 12: 28 Vraag: Kunt u dit vers globaal wat toelichten? Antwoord: De apostel geeft hier (na vers 8: 11) nog eens een opsomming van de gaven.Je kunt ze als volgt indelen:a. gaven die behoren bij het leggen van het fundament van de gemeente: apostelen en profeten (zie Ef 2: 20). Zie voor […]
Betreft: 1 Ko 12: 26 Vraag: Waarom staat er in 1 Ko 12: 26, dat alle leden meelijden en niet dat het lichaam dan lijdt (ten aanzien van het delen in de vreugde geldt hetzelfde)? Antwoord: Door te spreken over ‘alle leden’ wordt des te meer de nadruk gelegd op de betrokkenheid van de leden […]
Betreft: 1 Ko 12: 26 Vraag: Als ergens op de wereld een lid lijdt en je kent zo iemand niet, lijden wijs als christenen daar dan onder? Antwoord: De Gemeente wordt in de Schrift gezien in haar wereldwijde aspect en in haar plaatselijk aspect. In de plaatselijke Gemeente komt uit wat de wereldwijde gemeente is.Het […]
Betreft: 1 Ko 12: 22-24 Vraag: Kunt u deze verzen verklaren met een toepassing op de Gemeente? Antwoord: Dit gedeelte is moeilijk uit te leggen als het gaat om de direkte verklaring met het oog op ons lichaam. De toepassing op de Gemeente is niet gemakkelijk maar wel gemakkelijker.Laten we het eens proberen. In vers […]
Betreft: 1 Ko 12: 10,28,30 Vraag: Wat moeten we onder spreken in talen verstaan? Antwoord: Het bijbelse spreken in talen houdt in, dat iemand onder de werking van de Heilige Geest een vreemde taal spreekt zonder dat hij die taal geleerd heeft. Zoals uit Hd 2: 6, 8, 11 en uit 1 Ko 4: 21 […]
Betreft: 1 Ko 12: 10 Vraag: Als je de gave van onderscheiding van geesten niet hebt dan kun je dus onbewust toch verkeerde wegen bewandelen. Je bent dan toch niet schuldig, want hoe zou je het kunnen weten? Antwoord: Als het gaat om de waarheid of de leugen, Christus of de antichrist dan kan ieder […]
Betreft: 1 Ko 12: 9,10 Vraag: Hoe moeten we de genadegaven van genezing en spreken in tongen beschouwen? Antwoord: Deze gaven worden in Mk 16: 20 tekenen genoemd en hadden de funktie van ‘bevestiging’ van de evangelieprediking ofwel van de predikers. Ze bewezen, dat de boodschap van God kwam.Op grond van 1 Ko 14: 21 […]
Betreft: 1 Ko 12: 8 Vraag: Wat is het verschil tussen kennis en wijsheid ? Antwoord: In Gn 2: 9 en 17 lezen van de boom van de kennis van goed en kwaad. Die boom heet niet de boom van de wijsheid van goed en kwaad. Kennis heeft te maken met weten, iets in je […]
Betreft: Het voorkomen van de gaven van de Geest Vraag: In bepaalde kerkelijke kringen krijg je de indruk dat op het uitoefenen van bepaalde gaven de nadruk wordt gelegd, maar dat andere als tijdgebonden worden beschouwd. Antwoord: Uit 1 Ko 1: 7 blijkt dat het bezit van alle genadegaven in een plaatselijke gemeente niet een […]
Betreft: 1 Ko 12: 3 Vraag: Betekent dit vers, dat wanneer iemand spreekt over ‘Heer’ Jezus in plaats van over Jezus, je altijd met een gelovige te doen hebt? Antwoord: Met betrekking tot het gewone spreken. Als iemand in een gesprek over Heer Jezus spreekt dan zegt dat beslist nog niet dat hij daarin door […]
Betreft: 1 Ko 11: 32 Vraag: Kan een gelovige met de wereld veroordeeld worden? Antwoord: De Schrift maakt duidelijk, dat werkelijke gelovigen niet meer verloren gaan. Een tekst als Jh 10: 28 is wat dat betreft heel duidelijk. Er staat immers: ‘Zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid’.Maar ook de bovenaangeduide tekst uit 1 […]
Betreft: 1 Ko 11: 31 (2) Vraag: Waarom laat men dit vers altijd slaan op het profeteren, dat Paulus in hoofdstuk 14 aanbeveelt. Voert de weg van het najagen niet verder omhoog? Antwoord: Naar welke uitleggers de vraagsteller heeft geluisterd, weet ik niet, maar een andere uitleg, dan dat hij in feite aangeeft, heb ik […]
Betreft: 1 Ko 11: 31 (1) Vraag: Hoe kunnen we nu onder het oordeel komen als we de Heer Jezus aangenomen hebben als onze Verlosser? Hij is toch voor onze zonden gestorven? Denk aan 1 Jh 1: 9. Antwoord: Er is een verschil tussen geoordeeld worden in dit leven en veroordeeld worden wat de eeuwigheid […]
Betreft: 1 Ko 1: 30 Vraag: Dit betekent toch niet dat als in een bepaalde geloofsgemeenschap veel zieken zijn of velen zijn ontslapen (gestorven ?), dat dat een bewijs is van een zondige wandel van hen die deze gemeenschap vormen? Antwoord: We moeten altijd voorzichtig zijn met het omkeren van bepaalde uitspraken. Om een voorbeeld […]
Betreft: 1 Ko 11: 26 Vraag: De Heer Jezus leeft, waarom moeten we dan nog zijn dood gedenken? Waarom die toevoeging ’totdat Hij komt’, de Heer is toch teruggekomen uit de dood? Antwoord: Je gedenkt iets om het aan de vergetelheid te ontrukken en er de aandacht op te vestigen. De Heer Jezus heeft het […]
Betreft: 1 Ko 11: 24 Vraag: a) Wat is de Rooms-katholieke verklaring van dit vers?b) Waarom is dit een biblicistische opvatting?c) In welke literatuur kan ik dat vinden? Antwoord: a) De Rooms-katholieke Kerk leert dat als de priester de instellingswoorden van het avondmaal uitspreekt, de zelfstandigheid van het brood overgaat in de zelfstandigheid van het […]
Betreft: 1Kor.11: 19 Vraag: Wat betekent dit vers eigenlijk? Antwoord: In Gen: 45: 4 zegt Jozef tegen zijn broers, dat zij hem verkocht hebben naar Egypte, mar in vers 8 zegt hij, dat dit eigenlijk Gods werk is, want God wilde op die manier een groot volk in het leven houden (vs.7).Betekent dit nu, dat […]
Betreft: 1 Ko 11: 6 Vraag: Op mijn vraag waarom veel vrouwen het haar niet lang dragen, gaf u als antwoord: ‘omdat ze dit (niet) zo zien of ‘uit ongehoorzaamheid’. Maar een vrouw bepaalt toch niet wat er moet gebeuren, dat doet de Bijbel toch?! Antwoord: Als mij gevraagd wordt: ‘waarom zijn er zoveel vrouwen, […]
Betreft: 1 Ko.11: 1-16 Vragen in verband met praktische moeilijkheden Vraag 1: Wat moet je als vrouw doen als je man zijn verantwoordelijkheid als hoofd van het gezin niet wil of niet durft te aanvaarden? Antwoord: God geeft in de Bijbel aan hoe de dingen naar zijn gedachten behoren te zijn. Helaas zien we tekortkomingen […]
Betreft: 1 Ko 1-16 Naar aanleiding van les 17 van de B-4 kursus die handelt over 1 Ko. 11: 2-16 zijn in de loop van de tijd heel wat vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Al deze vragen zijn apart beantwoord. Daardoor overlapten de antwoorden elkaar soms gedeeltelijk We willen nu trachten daar één geheel van […]
Betreft: 1 Ko 10: 28 Vraag: Gaat het in dit vers om een gelovige of om een ongelovige? Een ongelovige kun je toch niet ten val brengen? Antwoord: In vers 27 is uitdrukkelijk sprake van een ongelovige, die als gastheer optreedt.In vers 28 wordt niet gesproken over iemand van de ongelovigen, maar alleen over iemand. […]
Betreft: 1 Ko 10: 25 Vraag: Was het vlees dat in de vleeshallen verkocht werd offervlees? Antwoord: Daar was vlees bij van dieren, die als offer aan de afgoden waren gewijd.Met dat vlees zelf was niets bijzonders aan de hand of het nu gewijd was of niet. Het bracht niets besmettlijks – om zo te […]
Betreft: 1 Ko 10: 13 & 2 Ko 1: 8 Vraag: Hoe zijn deze twee teksten met elkaar te rijmen? Antwoord: Heel letterlijk genomen lijkt het of deze twee teksten met elkaar in tegenspraak zijn. Logisch gezien kloppen ze niet. Maar taal is niet altijd wiskundig logisch. In 1 Ko 10: 13 wordt gezegd dat […]
Betreft: 1 Ko 10: 11 Vraag: Betekent de uitdrukking ‘de einden van de eeuwen’ dat wij in de laatste eeuw leven (zie 1 Pt 4: 17) of dat de eeuwen in deze tijd hun doel of hun vervulling gevonden hebben? Antwoord: Het woord voor einde is ’telos’ en dat kan ‘eind’ betekenen, maar ook ‘doel’. […]
Betreft: 1 Ko 10: 8 Vraag: In dit vers wordt gezegd, dat er na de valse raad van Bileam, hoererij werd gepleegd waarop God het volk oordeelde en er op één dag 2300 Israëlieten gedood werden. In Nm 25: 9 is echter sprake van 2400 gedoden. Hoe is dat met elkaar te rijmen? Antwoord: Er […]
Betreft: 1 Ko 10: 5 en 1 Tm 2: 11,12 Vraag: Is citeren van een bijbeltekst ook profeteren? En hoe zit het met deelnemen aan een goed geestelijk gesprek ? Waar begint 1 Tm 1: 11,12 dan eigenlijk? Antwoord: Profeteren is blijkens 1 Ko 14: 3 spreken tot opbouwing, vermaning en vertroosting. Het is dus […]
Betreft: 1 Ko 10: 5 Vraag: Was het merendeel van Israël dan wel werkelijk verlost? (meer vragen erbij behandeld, JGF) Antwoord: Merendeel verlost? Als volk was Israël verlost uit de aardse macht van de Egyptenaren. Dat betekent niet (a) dat ze allen stuk voor stuk voor eeuwig behouden waren wat de eeuwigheid betreft.Het merendeel viel […]
Betreft: 1 Ko 10: 4 Vraag: Moderne bijbeluitleggers beweren, dat Paulus zich in dit vers aansluit bij de mening van de Rabbijnen, die leerden, dat de rots met het volk meetrok (zie Kuitert: ‘Verstaat wat gij leest’ blz.29). Wat zegt deze tekst volgens u? Antwoord: De apostel heeft met de steenrots waaruit de Israëlieten dronken […]
Betreft: 1 Ko 10 en 11 Vraag: Kinderen mogen zingen, bijbellezen, enz., waarom zouden ze dan ook niet aan het avondmaal mogen? Antwoord: Als eerste punt moeten we bedenken, dat we het avondmaal niet vieren om iets te ontvangen, maar om de Heer te gedenken.Er staat niet: ‘Doe dit tot versterking van je geloof’, of […]
Betreft: 1 Ko 9: 27 Vraag: Wat is met het kastijden in dit vers bedoeld? Antwoord: De uitdrukking ‘ik tuchtig mijn lichaam’ is hier door Paulus niet letterlijk bedoeld. Hij roept ons niet op tot zelfkastijding (zie Ko 2: 23). Dit vers moet gezien worden in het licht van het voorafgaande. Paulus heeft als voorbeeld […]
Betreft: 1 Ko 9: 16,17 Vraag: Hoe is 1 Ko 9: 16 ‘Ik ben ertoe genoodzaakt’ te rijmen met 1 Ko 9: 17 ‘Doe ik dit (vrij)willig’? Antwoord: Paulus is geroepen om het evangelie te brengen. dat was zijn taak, hoe en onder welke omstandigheden dan ook. Hij was er dus toe genoodzaakt (vs.16) door […]
Betreft: 1 Ko 9: 15 a Vraag: Wat betekent ‘roem’ in dit vers? Antwoord: Het woord ‘roem’ betekent hetzelfde als ‘eer’. Geroemd worden of geëerd worden is hetzelfde.Paulus brengt in de verzen 15-17 het volgende naar voren: -het evangelie verkondigen is voor hem een noodzaak, een plicht die God hem opgelegd heeft. De evangelieprediking op […]
Betreft: 1 Ko 9 9 Vraag: (a) Zou God zich niets aantrekken van de wijze waarop mensen een beest behandelen? Waarom moet dit voorschrift op mensen slaan?(b) Er staat toch op zoveel plaatsen dat we voor de knechten van de Heer hebben te zorgen. Waarom dan een dier als voorbeeld? Antwoord: (a) God trekt het […]
Betreft: 1 Ko 9: 6 Vraag: Waarom wordt Barnabas hier genoemd, Paulus was toch met Silas in Korinthe geweest? Antwoord: In de brieven van Paulus wordt Barnabas alleen hier in de direkte zin genoemd. De enige plaats (in de brieven van de apostel) waar zijn naam ook wordt vermeld is Ko 4: 10, maar dan […]
Betreft: 1 Ko 9: 5 Vraag: Hoe kan Paulus het recht opeisen om een zuster als vrouw te mogen omvoeren of meenemen, terwijl hijzelf niet getrouwd wil zijn en hij de ongehuwde staat aanbeveelt. Antwoord: Paulus moet zich blijkens vers 3 verdedigen tegenover mensen, die zich een oordeel over hem aanmatigen.Er staat niet precies welke […]
Betreft: 1 Ko 8: 10 Vraag: Wat wordt met een afgodentempel bedoeld:a. een bioscoopb. een snackbarc. een dancing ofd. iets dergelijks? Antwoord: In de tekst wordt een daadwerkelijke afgodentempel bedoeld. Deze tempels hadden open zuilengangen waar men door heen kon lopen en waar men ook aan tafels kon aanzitten om te eten. De tempels dienden […]
Betreft: 1 Ko 8: 8 (en hfst. 10) Vraag: Kunt u mij uitleggen waar het in dit hoofdstuk nu eigenlijk om gaat? Antwoord: De gelovigen te Korinthe waren vroeger heidenen. In die tijd namen ze deel aan de afgodsriuelen en afgodsmaaltijden in de tempel. Daarnaast kon je in een afdeling van die tempel ook vlees […]
Betreft: 1 Ko 8: 8 Vraag: Wat betekent dit vers? Antwoord: In de Gemeente te Korinthe en ook elders waren ‘sterke’ en ‘zwakke’ gelovigen.Niet lichamelijk sterk of zwak, ook niet sterk of zwak in geloofsvertrouwen, maar sterk of zwak in geloofsinzicht.Er waren er die meenden dat je vlees van offerdieren niet mochst eten, anderen hadden […]
Betreft: 1 Ko 7: 39 Vraag: Wat betekent ‘in de Here’? Antwoord: Dat betekent, dat de man een gelovige moet zijn. De twee worden dan niet alleen door de huwelijksband verenigd, maar ze zijn ook als gelovigen in de Heer verbonden.Op een andere plaats lezen we dat we geen ongelijk span moeten vormen met de […]
Betreft: 1 Ko 7: 36-38 Vraag: Uit deze verzen kun je opmaken, dat een vader zijn dochter zou verbieden te trouwen, maar dat is in onze tijd toch niet haalbaar meer?! Antwoord: De grote vraag is of hier met maagd (‘parthenon’) iemands dochter of zijn maagd-zijn is bedoeld. (vergelijk Op 14: 4 waar over maagdelijk […]
Betreft: 1 Ko 7: 34; 2 Ko .7: 1 en 1Th 5: 23 Vraag: Wat is precies het verschil tussen kwaad dat de geest betreft (verontreiniging van de geest) en kwaad dat de ziel aangaat (verontreiniging van de ziel). Antwoord: In 1 Ko 7: 34 is sprake van heilig zijn naar lichaam en geest. Het […]
Betreft: 1 Ko 7: 32-34 Vraag: Gaat wat in deze verzen staat niet in tegen het woord van God gesproken bij de schepping, dat het niet goed was voor een man om alleen te zijn? Antwoord: We moeten bij dit hoofdstuk bedenken, dat Paulus geen richtlijn voor de mensheid als geheel geeft maar alleen voor […]
Betreft: 1 Ko 7: 26 Vraag: Wat bedoelt Paulus met de bestaande (aanstaande) nood? Slaat dit vers terug op vers. 25? Betekent het dat Paulus het goed vindt om ongetrouwd te blijven? Hoe is dit te rijmen met Gn 1: 28 en 9: 7? Antwoord: Tegenwoordige nood… van de gelovigen? Sommigen denken bij deze nood […]
Betreft: 1 Ko 7: 21 Vraag: Wat betekent: ‘gebruik de vrije liever’? Antwoord: Er staat in dit vers volgens de Statenvertaling: ‘maar indien gij ook kunt vrij worden, gebruik dat liever’. Het woordje ‘dat’ staat niet in de grondtekst (de oorspronkelijke Griekse tekst) en is voor de duidelijkheid door de vertalers toegevoegd.Dit woord is gericht […]
Betreft: 1 Ko 7: 20 Vraag: Ieder moet blijven in de roeping waarin hij was toen hij geboren werd. Als voorbeeld noemt Paulus de besnijdenis. Geldt dit dan ook voor de doop?Als je als kind besprengd bent moet je dat dan accepteren of moet je je laten overdopen? Antwoord: Als iemand als besnedene geroepen was […]
Betreft: 1 Ko 7. 15,16 Vraag: Mag de scheiding van een gelovige uitgaan? Zo nee, waarom niet? Vers 16 slaat toch terug op vers 15? Antwoord: In Ml 2: 15,16 lezen we dat God de echtscheiding of het verlaten haat. De Heer Jezus heeft volgens Mt 19: 6 gezegd: ‘Wat God samengevoegd heeft (door de […]
Betreft: 1 Ko 7: 14 Vraag: a. Waarom neemt deze man een bijzondere positie in als dit toch niets te maken heeft met zijn innerlijke toestand (geloof) en met zijn eeuwig behoud?b. Wat betekent dat de kinderen geheiligd zijn? Zijn zij wel behouden?c. Wat is het verschil tussen ‘heilig’ en ‘geheiligd zijn’? Antwoord: a. In […]
Betreft: 1 Ko 7: 14 (1) Vraag: (1)Waarom neemt deze man een bijzondere positie in als dit toch niets te maken heeft met zijn innerlijke toestand (geloof) en met zijn eeuwig behoud? Wat betekent dat de kinderen geheiligd zijn? Zijn zij wel behouden?(2) Geldt deze heiliging als ze al getrouwd zijn? Antwoord: Deze man wordt […]
Betreft: 1 Ko 7: 14 (3) Vraag: De ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder, wat wordt met ‘de broeder’ bedoeld? Antwoord: In dit versdeel gaat het om een echtpaar waarvan de man tot bekering is gekomen en de vrouw (nog) ongelovig is. Deze man wordt hier ‘de broeder’ genoemd. Hij is namelijk een broeder […]
Betreft: 1 Ko 7: 12 (1) Vraag: Was deze broeder (zuster) al getrouwd en is hij (zij) later tot geloof gekomen of is hij(zij) na zijn (haar) bekering met een ongelovige vrouw (man) getrouwd? Antwoord: Gezien in het licht van vers 39 moeten we ervan uitgaan dat Paulus hier doelt op een heidens echtpaar waarvan […]
Betreft: 7. 12 (3) Vraag: Waarom staat er in 1Ko 7: 12 ‘een broeder’ in plaats van ‘een man’ en in vers 13 ‘een vrouw’ in plaats van ‘een zuster’, zie ook vs.14: vrouw-broeder. Antwoord: a) 1Ko 7: 12.‘als een broeder een ongelovige vrouw heeft’,hiermee geeft Paulus aan dat het om een gelovige man gaat. […]
Betreft: 1Ko 7: 11 ((2) kwestie van echtscheiding Vraag: Er staat dat een vrouw dat als ze gescheiden is ze niet meer mag hertrouwen, waarom staat dat er niet van de man?In Mt 19: 1-12 staat dat een man zijn vrouw mag verstoten, waarom staat dat er dan niet van de vrouw? Antwoord: In 1Ko […]
Betreft: 1 Ko 7: 11 Vraag: Geldt het verbod van hertrouw ook als je voor je bekering gescheiden bent en je man opnieuw getrouwd is? Antwoord: Hierover zijn de meningen nogal verdeeld. Er zijn uitleggers die een hertrouw na scheiding ten alle tijde ongeoorloofd vinden. Zij beroepen zich erop dat het huwelijk een scheppingsinstelling is […]
Betreft: 1 Ko 7: 10, 12, 25, 40 Vraag: Betekent een uitdrukking als in vers 10 en 12 dat er bijbelgedeelten zijn, die niet zijn geïnspireerd en waar we dus geen rekening mee behoeven te houden? Antwoord: De hele Bijbel is geïnspireerd. God wilde dat alles beschreven werd zoals het is gebeurd en daartoe heeft […]
Betreft: 1 Ko 6: 18 Vraag: Hoe kan hier nu staan dat elke andere zonde -behalve hoererij- buiten het lichaam om gaat? Vraatzucht, dronkenschap, zelfmoord gaan toch ook niet buiten het lichaam om? Antwoord: Het is duidelijk dat je om te zondigen je lichaam nodig hebt. Bij diefstal heeft iemand zijn handen nodig om het […]
Betreft: 1 Ko 6: 12-20 Vraag: Hoe kun je God verheerlijken met je lichaam? Antwoord: De uitdrukking ‘God verheerlijken met je lichaam’ betekent hetzelfde als ‘God verheerlijken in je leven’.En dat laatste houdt in, dat we niet liegen, niet stelen, enz. maar waarheid spreken, met onze eigen handen werken om de kost te verdienen en […]
Betreft: 1 Ko 6: 11 Vraag: Waarom wordt hier gesproken over sommigen ? We zijn toch allen zondaars naar het vlees? Antwoord: Dat we als afstammelingen van Adam allen zondaars zijn, wordt in de Bijbel heel duidelijk aangegeven. Denk maar aan Rm 3: 23. Maar we hebben ons niet allen aan dezelfde soort zonden schuldig […]
Betreft: 1 Ko 6: 1-7 Vraag: Als niets meer helpt mogen wij ons toch ook ‘op de keizer beroepen’ in geschillen met medebroeders? Antwoord: Als Paulus zich op de keizer beroept, doet hij dat niet in een geschil met medegelovigen, maar in verbinding met valse beschuldigingen van de Joodse overheid.In 1Ko 6: 1-7 gaat het […]
Betreft: 1Ko 6: 1 nu Vraag: Hoe los je deze dingen tegenwoordig op? Als bijvoorbeeld iemand ten onrechte ontslagen wordt, heb je geen andere mogelijkheid als naar de aardse rechter te stappen? Antwoord: De apostel Paulus geeft hier(1) een voorschrift voor de verhouding van gelovigen onderling zie o.a.vers 5 b en 6 a. In die […]
Betreft: 1Ko 3: 17 Vraag: 1) Om wat voor mensen gaat het in dit vers?2) Wat wordt met verderven bedoeld.3) En hoe weet je of je Gods tempel verderft? Antwoord: 1) In 1Ko 3 spreekt Paulus in verband met de gemeente over drie soorten mensen.a) Er zijn mensen, die met goed materiaal bouwen. Zij brengen […]
Betreft: 1 Ko 5: 12,13 Vraag: Zijn zij die buiten zijn gelovigen of ongelovigen? Antwoord: Onder hen, die buiten zijn verstaat de Schrift hen die buiten de kring van de Gemeente verkeren en dus tot deze wereld behoren. Het zijn de ongelovigen om ons heen. De uitdrukking ‘hen die buiten staan’ in vs.12 en 13 […]
Betreft: 1 Ko 5: 11 Vraag: Wat is gewone broederlijke omgang? Wordt dat nog gevonden? Is men niet teveel met andere dingen bezig? Antwoord: In 1 Ko 5: 11 wordt met ‘geen omgang hebben’ bedoeld, dat je zo iemand niet meer hartelijk als broeder begroet. Dat je bij hem niet op bezoek gaat om eens […]
Betreft: 1 Ko 5. 11 (2) Vraag: (1) Hoe moet je nu ooit mensen tot Christus brengen als je geen omgang met ze mag hebben? 1 Ko 5: 12 zegt toch juist dat je wel contact met ze hebben mag(2) Moet je als gelovigen blijven omgaan met ouders en familie als ze niets over het […]
Betreft: 1 Ko 5: 6 Vraag: Wat verstaat men onder het oude zuurdeeg ? Antwoord: Hierover bestaan tenminste twee meningen en wel:a) Het ziet op de oude levenswandel van de Korinthiërs, dus op moreel/zedelijk kwaad.b) Het ziet op de oude levenswandel van de bekeerde Joden en de invloed daarvan op bekeerde heidenen, dus op wetticisme. […]
Betreft: 1Ko 5: 5 en 1Tm 1: 20 Vraag: a) Wat betekent deze tekst? Gebeurt dit ook vandaag nog?b) Hoe kan God toestaan dat Satan iemand doet lijden? En hoe kan Paulus iemand daaraan overgeven? Iedereen zondigt toch wel eens?c) Is al het lichamelijke lijden van Satan en hoe zit dat metgeestelijk lijden? Antwoord: a)* […]
Betreft: 1Ko 5: 1 Vraag: Joden hadden in de tijd van Paulus toch maar één vrouw. Antwoord: In de dagen van Paulus heerste er onder de Joden monogamie (één vrouw per man), maar onder de heidenen was dat niet zo. Daar was bigamie en polygamie nog in zwang en vele christenen in Korinthe waren van […]
Betreft: 1 Ko 4: 9 Vraag: Waar slaat het ‘als ten dode gedoemden’ op? Antwoord: Dit slaat op het feit, dat Paulus (en ook de andere apostelen) vervolgd werden en constant in levensgevaar verkeerden. Vers 11-13 laat er iets van zien , 2 Ko 11: 23-29 nog meer. Ze stonden als het ware ten dode […]
Betreft: 1 Ko 4: 8 Vraag: Doelt Paulus hiermee op wat in Op 20: 4 staat? Antwoord: De Christus-regering is de tijd van het duizendjarig rijk, waarover Op 20: 1-6 spreekt. Nu spreekt Paulus veronderstellenderwijs en zegt a.h.w. Ik wou dat jullie als koningen heersten, dan zouden wij (hij en zijn medewerkers) ook als koningen […]
Betreft: 1Ko 3: 15 Vraag: (a) Wat wordt precies bedoeld met ‘gered woorden door het vuur’?(b) Baseert de Roomskatholieke kerk op deze tekst de leer van het vagevuur? Antwoord: (a) De tekst van 1Ko 3: 15 luidt volgens de Statenvertaling: ‘doch alzo als door vuur’. Er staat dus niet dat deze gelovigen door vuur gered […]
Betreft: 1 Ko 3: 15 Vraag: Moet je dit vers zover doortrekken, dat de gelovige die schade lijdt, helemaal geen loon zal ontvangen? Ik kan me dat moeilijk voorstellen. Antwoord: Als iemand met niets anders dan hout, hooi en stro gebouwd heeft, dan verbrandt al zijn werk en blijft er niets over om te belonen. […]
Betreft: 1Ko .3: 15 Vraag: Betekent dit vers, dat deze ongelovigen door de Grote Verdrukking heen moeten? Antwoord: Dat valt uit dit gedeelte helemaal niet op te maken. Er wordt niet over een verdrukkingstijd gesproken, maar alleen over de dag waarin de werken beproefd worden.Dit doelt op de dag van Jezus Christus wanneer de gelovigen […]
Betreft: 1 Ko 3: 10-15 Vraag: Hoe moeten we ons het bouwen voorstellen? Wij kunnen toch niet uit onszelf goed bouwen? Hout, hooi en stoppelen vormen brandbaar materiaal, het kan om zo te zeggen de toets van het vuur niet doorstaan. Goud, zilver en edelgesteente kan dat wel.Het vuur is hier beeld van het oordeel […]
Betreft: 1 Ko. 3: 10-15 (i.v.m. Mt. 25: 14-30; Lk19: 11-27) Vraag: Is er dan toch loon naar werken. Krijgen we allemaal hetzelfde loon. Als je voor je bekering slecht geleefd hebt krijg je dan een mindere plaats in de hemel?Wat betekent ‘schade lijden als door vuur’? Antwoord: Uit 1 Ko 3: 10-15 blijkt dat […]
Betreft: 1 Ko 3: 9-23 Vraag: Er worden in vers 12 van 1 Ko 3 verschillende materialen genoemd waarmee op een fundament gebouwd kan worden. Waarom worden speciaal deze soorten materiaal genoemd en hebben ze dan ook een verdere betekenis? Antwoord: Paulus heeft in de voorafgaande verzen over landbouw of akkerbouw gesproken en daar de […]
Betreft: 1 Ko 2: 15 Vraag: Kan uit deze tekst afgeleid worden, dat een christen wel kritiek kan hebben op andere mensen, maar die anderen (zowel christenen als niet-christenen) kunnen geen kritiek hebben op hem? Antwoord: Dat het in de vraag gestelde niet de bedoeling van tekst kan zijn, volgt uit 1 Tm 3: 7 […]
Betreft: 1 Ko 2: 14,15 Vraag: Is er verschil tussen een ongeestelijk mens en een ongelovige. Kun je in deze verzen niet spreken van ‘niet-christen’ en ‘christen’? Antwoord: Er is een verschil tussen het begrip ‘ongeestelijk’ en ‘ongelovig’ of ‘niet-christen’ en wel in deze zin: een ongelovige is een ongeestelijke, maar ieder ongeestelijk mens behoeft […]
Betreft: 1 Ko 2: 11,12 Vraag: Waarom staat er niets over deze verzen in de les? Ik begrijp ze niet. Kunt u een uitleg geven? Antwoord: Deze verzen zijn helaas overgeslagen. Hier volgt de uitleg: Wat een mens denkt, hoe hij zich voelt, wat er in hem omgaat, dat kan niemand aan de buitenkant zien. […]
Betreft: 1 Ko 2: 10 Vraag: In 1 Ko 2 lezen we dat de Heilige geest aan Paulus de verborgen dingen heeft geopenbaard (vers 12,13) maar in vers 13 staat, dat God die geopenbaard heeft. En in Gal. 1;12 staat, dat Jezus Christus aan Paulus het evangelie heeft geopenbaard. Hoe moet ik dat verstaan, de […]
Betreft: 1 Ko 2: 9 en Js 64: 4 Vraag: In Js 64: 4 staat ‘Wat Hij doen zal, dien die op Hem wacht’. In 1 Ko 2: 9 staat ‘Hetgeen God bereid heeft, dien die Hem liefhebben’. Vanwaar dat verschil?Welk verband bestaat er tussen Jh 14: 3 en Js 64: 4; 1 Ko 2: […]
Betreft: 1Ko 2: 8 Vraag: Wat wordt bedoeld met de uitdrukking ‘het voorgeslacht weet er ook niets van’? Antwoord: Met de uitdrukking ‘het voorgeslacht weet er ook niets van’ wordt bedoeld dat de mensen die voor het kruis leefden, geen weet hadden van wat Paulus als wijsheid van God verkondigde.De gelovigen onder de mensen kenden […]
Betreft: 1Ko 2: 8 Vraag: Als de mensen de wijsheid van God hadden gekend, zouden zij de Heer der Heerlijkheid niet gekruisigd hebben. Maar de Heer Jezus moest toch voor ons sterven, anders zou de mens toch niet behouden kunnen worden?! Antwoord: Dit is een veronderstellende opmerking. Theoretisch gesproken zouden ze dan inderdaad de Heer […]
Betreft: 1 Ko 2: 6-16 voorbeeld van bron en kanaal Vraag: Het voorbeeld van het water dat in het kanaal even zuiver is als in de bron gaat m.i. niet op. Het water in het kanaal is niet zuiver omdat het stilstaat. Alleen de bron is zuiver. Antwoord: Wanneer we in verband met de inspiratie […]
Betreft: 1 Ko 2: 6 Vraag: Is hier niet bedoeld de periode zonder Christus, dus de mensheid die Christus niet wil kennen? Antwoord: Het hier gebruikte woord ‘aion’ kan soms vertaald worden met ‘wereld’. Maar dan moet niet gedacht worden aan de kosmos, de geschapen wereld op zichzelf, maar aan ‘de wereld zoals ze zich […]
Betreft: 1Ko 2: 2 Vraag: Wat bedoelt Paulus met de uitspraak, dat hij besloten had niets onder de Korinthiërs te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd? Antwoord: De kern van het christelijk geloof is de gekruisigde Christus. Dat betekent niet dat er niets meer te vertellen is. Neem de brief aan de Efeziërs of […]
Betreft: 1 Ko 1: 15 Vraag: Wie zijn Crispus en Gajus Antwoord: Crispus wordt ook genoemd in Hd 18: 8. Hij was overste van de synagoge te Korinthe en is tot bekering en geloof in Jezus Christus gekomen. Er zijn verschillende personen, die Gajus heten, te weten:-Gajus uit Efeze (Hd 19: 20);-Gajus van Derbe (Hd […]
Betreft: 1 Ko 1: 12 Vraag: Waren zij, die zeiden van Christus te zijn, niet de enigen, die juist stonden? Antwoord: Tegen de uitdrukking ‘ik ben van Christus’ of ‘wij zijn van Christus’ in het algemeen gebruikt kunnen we geen bezwaar maken. Er staat immers in 1 Ko 3: 23 dat de gelovigen van Christus […]
Betreft: 1 Ko 1: 10,11 Vraag: a) Waarom zegt Paulus dat de Korinthiërs één moeten zijn?b) Klikt Chloé eigenlijk niet? Klikken mag toch niet, waar blijft anders je individualiteit?c) Wat bedoelt de Bijbel met Gods Woord moeten weerleggen? Antwoord: a) De gemeente te Korinthe was nog wel één in die zin dat ze nog niet […]
Betreft: 1 Ko 1: 1 Vraag: Wie is Sosthenes? Antwoord: De naam Sosthenes betekent ‘Een die kracht heeft’, ‘Krachtige Redder’ of ‘Levenskracht’. De hier genoemde Sosthenes is medearbeider van Paulus. In Hd 18: 17 is ook sprake van een Sosthenes. Deze is overste van de synagoge. Aangezien deze man in Korinthe woont en door de […]
Betreft: Schrijfwijze Corinthiërs, Colossenzen Vraag: a) Is uw bijbel anders dan de mijne, want u schrijft Corinthiërs met een K, zo ook Colossenzenb) Is het de levendigheid van de Nederlandse taal of toevallig in mijn Bijbel zo, dat er sprake is van de brief aan de Corinthiërs in plaats van aan Korinthe en dat de […]
Betreft: 1 Ko 1: 2 en 2 Ko 1 Vraag: De eerste brief is gericht aan ‘alle geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen’. Dit onderstreept het algemeen karakter van de brief. Ook voor ons hebben deze voorschriften nog dezelfde waarde. De tweede brief is echter alleen gericht […]
Betreft: Rm 16: 26 en Ef 2: 20 Vraag: a) De geschriften in Rm 16 genoemd zijn toch de geschriften van de oudtestamentische profeten?b) Wie waren nieuwtestamentische profeten? Antwoord: a) In Rm 16: 25 staat ten eerste dat het geheimenis dat Paulus predikt en waarover hij schrijft eeuwenlang (of: in de tijden der eeuwen) verzwegen […]
Betreft: Rm 16: 1,2 Vraag: Hoe kan een zuster een dienares zijn. Volgens 1Tm 3 zijn dat toch alleen de broeders? Antwoord: Men heeft uit deze tekst afgeleid dat hier met dienares (grieks ‘diakonos’) geduid werd op een vrouwelijke diaken. Iemand dus die het ambt van diaken in Kenchreeën zou gekregen hebben. Het is echter […]
Betreft: Rm. 15: 26 Vraag: Wat is de bedoeling (het doel) van de profetische schriften waarover Paulus hier schrijft? Antwoord: In plaats van bedoeling kon in de vraag beter ‘doel’ staan en dat doel wordt in het betreffende vers aangegeven met: ’tot bewerking van gehoorzaamheid des geloofs’. God wil dat de boodschap geloofd wordt.Dat op […]
Betreft: Rm 15: 21 Vraag: a. Waarom wil Paulus niet bouwen op het fundament dat een ander gelegd heeft? Leraars die nu optreden bouwen toch ook op het fundament dat vroegere leraars gelegd hebben?b. Wat is bedoeld met ‘een vrije toepassing’ van deze tekst (te weten: Js 52: 15)? Antwoord: a. Uit dit woord van […]
Betreft: Rm 15: 18 Vraag: Wat betekent het, dat Paulus het niet waagt iets anders te spreken dan hetgeen Christus door hem bewerkt heeft? Antwoord: Paulus heeft in vers 16 uitgedrukt dat hij werkzaam is als een dienaar van Christus. Daarbij liet hij zich als een goed dienstknecht in alles leiden door de Geest van […]
Betreft: Rm 15: 3 Vraag: Betekent dit vers dat de smaadwoorden die God smaden op Christus neerkwamen? Antwoord: Dat betekent het inderdaad. De tekst is een aanhaling uit Ps 69: 10. Dat is een Psalm van David, maar het is een profetische Psalm ofwel een Messiaanse Psalm. Dat wil dus zeggen dat David het in […]
Betreft: Rm 14: 23 Vraag: a. Slaat dit vers op twijfel voor mijzelf of ziet het erop dat ik twijfel of die ander er aanstoot aan neemt?b. We doen toch altijd wel dingen waarvan we nu niet precies weten of het goed is of niet. Ik vind dit een ‘dreigende’ uitspraak. Antwoord: a. Het eerste […]
Betreft: Rm 14: 15 Vraag: Moet ik me dan richten naar het kleinzielig gedoe van mijn broeder waar ik geen grond voor zie in Gods Woord? Antwoord: Twee dingen zijn hier van belang. Ten eerste dat het niet moet gaan om kleinzielig gedoe. Paulus wijst op iets dat voor de jodenchristenen van toen een heel […]
Betreft: Rm 14: 14 Vraag: Bepalen wij dus zelf onze normen ? Antwoord: We moeten deze tekst natuurlijk in zijn verband bezien. Het gaat er niet om dat wij ieder voor onszelf zouden bepalen of een of andere daad wel mag ja dan nee. Het gaat om de kwestie van het eten. (Rm 14: 2,3). […]
Betreft: Rm 14: 10 en 2Ko 5: 10 Vraag: Wat is het verschil tussen de rechterstoel van God en de rechterstoel van Christus? Antwoord: In 2Ko 5: 10 is sprake van de rechterstoel van Christus in Rm 14: 10 van de rechterstoel van God.N.B. de Statenvert. heeft in het laatste geval echter ook rechterstoel van […]
Betreft: Rm 14: 3 Vraag: Kunt u eens duidelijk uitleggen wat nu precies het gevaar voor een ‘zwakke’ en voor een ‘sterke’ broeder is in hun verhouding tot elkaar? Antwoord: De zwakke broeder is zwak wat inzicht betreft, niet per se wat geloofsvertrouwen aangaat. Hij meent dat hij iets niet mag eten of doen, terwijl […]
Betreft: Rm 14: 2 Vraag: Was het een vrij algemeen verschijnsel dat men alleen moeskruiden wilde eten? Antwoord: De Gemeente te Rome bestond uit gelovigen uit de joden en uit de heidenen. We kunnen aannemen, dat ‘de zwakken in het geloof’ vooral onder de eersten gezocht moeten worden. De joden bleven vasthouden aan de spijswetten […]
Betreft: Rm 14: 1 Vraag: Hoe is iemand een zwakke of sterke in het geloof geworden?Komt het verbod om vlees te eten net zo goed van God als het gebod om wel vlees te eten?Of komt het neer op eigen inzicht en zijn er vele wegen die tot God leiden?Mag een zwakke in het geloof […]
Betreft: Rm 13: 14 Vraag: Wat wordt bedoeld met geen zorg wijden aan het vlees? Antwoord: Het woord ‘vlees’ heeft verschillende betekenissen. Er kan bijvoorbeeld het lichaam mee aangeduid zijn (Gl 4: 14, veel vertalingen hebben hier ‘in mijn lichaam’, maar letterlijk staat er ‘in mijn vlees’). Ook kan het slaan op de mens (Gl […]
Betreft: Rm 13: 11 Vraag: a. Wat betekent ‘het heil is ons nu nader’? b. Kun je dit vers zo uitleggen, dat we door werken der wet te doen, dichter bij de behoudenis komen dan toen wij de werken van der wet niet deden? Niet dat we door die werken behouden worden. Antwoord: a. Met […]
Betreft: Rm 13: 8 Vraag: Wat bedoelt men in verband met dit vers als men de term gebruikt ‘dit is ‘de enige schuld die we hebben en die we nooit mogen aflossen’? Antwoord: Deze opmerking is een beetje een grapje. In Rm 13: 8 staat: ‘Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben’. De […]
Betreft: Rm 13: 1-7 Vraag: (a) Gaat het hier ook om geestelijke machten?(b) Is iedere overheid door God ingesteld? Ook een communistische?(c) In welk opzicht is de overheid een dienares van God?(d) Moet je de overheid altijd gehoorzamen? Is er verschil tussen gehoorzamen en onderdanig zijn?(e) Moet je een overheid eren die abortus toelaat, die […]
Betreft: Rm 13: 1 militaire dienst Vraag: Kun je als christen in militaire dienst gaan Antwoord: Rm 13: 1 en andere schriftplaatsen roepen ons op de overheid onderdanig te zijn. Dat houdt in dat we de overheid moeten gehoorzamen. Er staat ook dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt.Anderzijds volgt uit Hd 4: 19 […]
Betreft: Rm 12: 14 Vraag: Hoe moeten we de inhoud van dit vers rijmen met Ps.5: 11; 10: 15; 17: 13, 14 en met de zogenaamdewraakpsalmen? Antwoord: Het is van belang te beseffen, dat God in de loop der tijden niet altijd op dezelfde wijze handelt en zich ten opzichte van de mensen niet altijd […]
Betreft: Rm 12: 8 Vraag: Wat is mededelen Antwoord: Andere Schriftplaatsen waar dit woord voorkomt, maken duidelijk wat bedoeld is. Mededelen kan betekenen een boodschap bekend maken, maar dat is hier niet het geval. Vers 13 van Rm 12 geeft aan wat dan wel de bedoeling is, want daar staat: ‘bijdragend in de noden van […]
Betreft: Rm 12: 6-8 Vraag: Kunt u het specifieke karakter van deze vermeldingen van gaven aangeven? Antwoord: In Rm 12 worden de meest uiteenlopende gaven aangeduid. Dit hoofdstuk handelt over het praktisch leven van hen die gerechtvaardigd zijn door het geloof. De gaven moeten als deel van deze christelijke dienst funktioneren.In dit gedeelte wordt dan […]
Betreft: Rm 12: 3-5 Vraag: Wat houdt de vermaning in deze verzen in? Antwoord: Deze geven aan dat je niet onder de maat van je bekwaamheid moet werken maar er ook niet boven.In Rm 12 gaat het vooral om de waarschuwing dat je niet te hoog van jezelf moet denken (zie vers 3).Het tegengestelde is […]
Betreft: Rm 12: 1; 1Pt 2: 2 Vraag: Wat betekent het woord ‘redelijk’ in deze verzen? Antwoord: In het gewone spraakgebruik betekent ‘redelijk’ zoveel als ‘nogal’, ’tamelijk’, maar ook ‘aanvaardbaar’, ‘normaal’. In het bijbels spraakgebruik heeft het de betekenis van ‘in overeenstemming met het ‘ redelijk geestelijk inzicht’.De ‘redelijke eredienst’ is de juiste geestelijke dienst […]
Betreft: Rm 11.36 Vraag: Betekent ’tot’ Hem dat alle dingen Hem eer bewijzen? Antwoord: Het antwoord op de vraag kan positief zijn, alleen bij ‘eer bewijzen’ denk je aan personen en niet zozeer aan dingen. Als een schilder een mooi schilderij gemaakt heeft, zeggen we niet dat dat schilderij hem eer bewijst, maar wel dat […]
Betreft Rm 11: 32: Vraag: Slaat het ‘allen’ op Israël en de heidenen samen? Antwoord: Wanneer vers 30 en 31 er niet tussen gestaan zouden hebben, zou vers 32 terug kunnen slaan op vers 26-29 en dus Israël betreffen. Nu die verzen er wel tussen staan en daarin ook over barmhartigheid over de heidenen sprake […]
Betreft: Rm 11: 28 Vraag: Worden de Israëlieten op grond van de verkiezing behouden, iedereen moet toch op grond van geloof behouden worden? Antwoord: Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen, dat geldt voor de heidenen zowel als voor de Joden. Vers 23 zegt dan ook dat God machtig is in de toekomst Israël […]
Betreft: Rm 11.26 Vraag: a) Betekent dit vers dat straks alle Joden (hoofd voor hoofd) behouden worden?b) Wat wordt bedoeld met ‘alle goddeloosheden van Jacob afwenden? Antwoord: a) Er zijn bekeerde Joden die dit zo uitleggen dat in de toekomst alle Joden, ook zij die in ongeloof gestorven zijn, behouden zullen worden. Dat is een […]
Betreft: Rm 11: 25 Vraag: Kun je zeggen, dat het volk Israël nu voor ons lijdt omdat de volheid der heidenen nog niet voltooid is? Antwoord: De verharding van Israël gaat nooit buiten de verantwoordelijkheid van het volk zelf om. Iedere Israëliet kan Christus aannemen. Als hij dat niet doet, kan hij nooit God de […]
Betreft: Rm 11: 25 (2) Vraag: Is het woord volheid hier kwantitatief gebruikt in de zin van volle aantal of kwalitatief in de zin van geestelijke voltooidheid. Vol van de Geest bijvoorbeeld? Antwoord: H.M. Matter schrijft bij dit vers: ‘Dit woord kan hier moeilijk iets anders betekenen dan in 11: 12, nl. de ‘brede stroom’, […]
Betreft: Rm 11: 21, 22 Vraag: Kun je deze verzen behalve op het lichaam ook toepassen op de ziel van de gelovige? Antwoord: Geen van die twee toepassingen is juist. Het gaat er namelijk niet om, dat iemand individueel, hetzij naar het lichaam hetzij naar de ziel, afgehouwen wordt. Dat kan ook niet, want er […]
Betreft: Rm 11: 16,17 Vraag: Deze manier van enten is precies omgekeerd aan wat men normaal doet in fruit-veredelingsbedrijven. Daar wordt een goede ent op een sterke wilde onderstam geënt. Gebeurde dat in de dagen van Paulus niet zo? Antwoord: Dat gebeurde in de dagen van Paulus ook zo, want anders bleef men wilde vruchten […]
Betreft: Rm 11: 16 Vraag: Wat zijn eerstelingen? Antwoord: Eerstelingen waren de eerste korenaren die tot rijping kwamen of het eerste koren dat geoogst werd. Net als de eerstgeborenen bij het vee, moesten ze de Here gewijd worden. Dit gold ook voor andere voortbrengselen van het land. De Israëliet erkende daarmee dat Hij alles van […]
Betreft: Rm 11: 14-25 Vraag: Graag een uitleg van deze verzen. Waarbij nog deze vragen: Zijn de wilde takken alle heidenen of het gelovig deel van de heidenen? Is dan de gedachte dat deze weer worden uitgehouwen wel juist? Gaat het niet meer om een waarschuwing dan om een realiteit? Antwoord: vs 14- Als de […]
Betreft: Rm 11: 12, 15 Vraag: Wat wordt met deze teksten bedoeld? Antwoord: In Rm 11 maakt de apostel Paulus duidelijk, dat Israël weliswaar gestruikeld is, maar dat dat niet de definitieve val van het volk inhoudt. Integendeel er zal voor dit volk een herstel plaatsvinden en dat zal voor henzelf en voor de wereld […]
Betreft: Rm 11: 11 Vraag: Als Israël de Christus had aangenomen dan waren er geen takken weggebroken. Wat was er dan van de bekering van de heidenen terecht gekomen? Antwoord: Er zijn heel wat van zulke ‘als…’ vragen te stellen. Bijvoorbeeld: ‘Als Adam en Eva nu eens niet gezondigd hadden, wat zou er dan gebeurd […]
Betreft: Rm 10: 19,20 Vraag: Graag een nadere uitleg van deze verzen Antwoord: Om behouden te worden zijn er een aantal dingen nodig:a. er moet een boodschap van vrede van God zijn,b. er moeten predikers uitgezonden worden om die boodschap te prediken,c. men moet de boodschap geloven (zie vers 14-17). Wat Israël betreft is aan […]
Betreft: Rm 10: 19 en 11: 11 Vraag: Kunt u voorbeelden uit de geschiedenis noemen, dat het de gemeente gelukt is Israël jaloers te maken? Antwoord: Er is een verschil tussen Rm 10: 19 en 11: 11. In het eerste geval gaat het om een boze afgunst, om nijdigheid. Dat blijkt uit de aangehaalde tekst […]
Betreft: Rm 10: 19 en Dt 32: 21 Vraag: Waarom houdt u zich niet aan de Schrift bij devraagstelling, want in Dt 32: 21 komen wij het woord jaloersheid niet tegen? Antwoord: De vraagstelling is inderdaad enigszins verwarrend, maar dat ligt gedeeltelijk aan de vertaling. Het volgende is aan de hand:De Statenvertaling heeft in Rm […]
Betreft: Rm 10: 15 Vraag: Hoe zit het met de toepassing van Js 52: 7 in dit vers? Antwoord: In Js 52 vinden we een profetie over het herstel van Jeruzalem, zie vers 1,8,9 en over de verlossing van het volk Israël, zie vs.3,5,6.Als de Heer dit heil gaat bewerken zullen vreugdeboden rondgaan om het […]
Betreft: Rm 10: 14,15 Vraag: Wat moet er achtereenvolgens gebeuren wil een zondaar gered worden? Antwoord: In de eerste plaats moet er iemand zijn, die het evangelie predikt (of verkondigt). Hoe zouden Lydia en de cipier te Filippi ooit tot geloof gekomen zijn en gered zijn geworden als Paulus niet in die stad was gaan […]
Betreft: Rm 10: 7 Vraag: Wat houdt de uitdrukking ‘Wie zal in de afgrond neerdalen’ in feite in? Antwoord: Als iemand een dergelijke vraag stelt dan blijkt daaruit, dat hij Christus niet wil aannemen.Zo iemand gaat finaal voorbij aan het feit, dat Christus voor ons in de afgrond is neergedaald.Je zegt dan in feite, dat […]
Betreft: Rm 10: 6, 7 Vraag: Kunt u deze verzen nader toelichten? Antwoord: In Rm 10 stelt Paulus tegenover elkaar: de gerechtigheid die uit de wet is en de gerechtigheid die uit het geloof is. De eerste berust op ‘doen’, dat wil zeggen ik moet wat doen om vrijspraak te krijgen, om van mijn schuld […]
Betreft: Rm 10: 5,6 Vraag: Hoe kun je de beide soorten rechtvaardigheid in vers 5 en 6 aangeduid kort omschrijven? Antwoord: Het gaat in deze verzen om de rechtvaardigheid of de gerechtigheid die uit(of: naar , op grond van) de wet is, tegenover de rechtvaardigheid die uit (of: naar, op grond van) het geloof is.Wel, […]
Betreft: Rm 10: 4 Vraag: Wat betekent het dat Jezus Christus ‘het einde van de wet is’ Antwoord: Er bestaat verschil van gedachte over de betekenis van dit vers. a. Je kunt lezen: Christus is de ‘vervulling’ van de wet. Op grond van Mt 5: 17 vat men dat dan vaak zo op dat Christus […]
Betreft: Rm 9: 33 en 10: 11 Vraag: Volgens de voetnoot haalt Paulus bij vers 11 Js 28: 16 aan, daar gaat het echter over een ‘steen’. Hoe zit dat eigenlijk? Antwoord: Het gaat Paulus niet om het begin van Js 28: 16. maar om het slot van dat vers en dat luidt:‘hij die gelooft […]
Betreft: Rm 9: 25 Vraag: Wij stammen als ‘heidenen’ toch allen af van Kaïn of van Noach, die zich van God afgekeerd hebben, maar toch vóór die tijd tot Gods volk behoorden? Antwoord: Eerst even twee correcties:1) Alle afstammelingen van Kaïn zijn in de zondvloed omgekomen, dus niemand die nu leeft stamt meer van Kaïn […]
Betreft: Rm.9: 22,23 Vraag: Graag een nadere toelichting met betrekking tot het onderscheid tussen deze verzen Antwoord: Het verschil tussen de beide verzen is erg belangrijk.Van de vaten (voorwerpen) van ontferming (barmhartigheid) staat; Van de vaten of voorwerpen des toorns staat er niet dat: God heeft namelijk geen mensen van te voren voor de hel […]
Betreft: Rm 9: 21 Vraag: Wordt bij vaten tot eer of oneer gedacht aan bijv. een bloempot tegenover een wc-pot? Die zijn op hun eigen plaats toch wel bruikbaar. Antwoord: Vers 21 grijpt terug op vers 14 tot en met 20. Het gaat er in die verzen om, dat God volkomen soeverein is; dat wil […]
Betreft: Rm 9: 17 i.v.m. Gal.3: 8 Vraag: Wat voor verbinding is er tussen deze twee teksten? Antwoord: Het bijzondere van Gl 3: 8 is: a. dat van de Schrift gezegd wordt, dat ze ‘voorzag’, welnu de Schrift, dat is een verzameling boeken, kan niet vooruitzien, zelfs een mens kan dan niet in absolute zin, […]
Betreft: Rm 9: 16 Vraag: Waarop slaat het woord ‘loopt’ in deze tekst? Antwoord: Dat woord houdt vrijwel zeker verband met het lopen van een wedloop. Zie daarvoor: 1 Ko 9: 24; Gl 2: 2; 5: 7; Fl 2: 16; 2 Tm 4: 7; Hb 12: 1.Dit vers wil zeggen, dat het verkrijgen van het […]
Betreft: Rm 9: 13 Vraag: Waaruit leidt u af, dat deze profetie niet Jacob en Ezau persoonlijk betreft, maar het volk Edom en het volk Israël ? Antwoord: Daarvoor zijn de volgende gronden aan te voeren:a. In Gn 25: 23 staat niet: Twee kinderen zijn in uw schoot, maar twee volken.Van die volken staat dat […]
Betreft: Rm 9: 4,5 Vraag: Wat is met ‘de dienst’ bedoeld? Antwoord: Sommige vertalingen hebben daar staan ‘eredienst’ of ook ‘dienst Gods’.Met die dienst is bedoeld de dienst in de tabernakel waarin God geëerd en grootgemaakt werd.De offers waren tot Zijn eer. Alles wat er gebeurde moest zijn tot lof en grootmaking van God.
Betreft: Rm 9: 4 Vraag: (a) ‘Hunner is de aanneming tot zonen’, wil dat zeggen dat Israël Gods ‘lievelingetje’ is. Dat Israël als een zoon is?(b) ‘Hun’ ziet echter op het volk, maar Israël als zijnde een zoon kan toch niet zijn eigen zonen aannemen? Antwoord: (a) ‘Hunner is het zoonschap’ betekent dat het zoonschap […]
Betreft: Rm. 9: 1-3 Vraag: Kunt u de negenvoudige van Israël nader toelichten? Antwoord: (1) ze zijn Israëlieten niet alleen maar ‘Joden’, als in 1: 16; 2: 9,10,17,28,29; 3: 1,9,29; 9: 24; 10: 12), de erenaam die aan Jakob was gegeven en die het volk plaatst in het licht van Gods raadsbesluiten en beloften; zie […]
Betreft: Rm 8: 35 en 39 Vraag: Waarom wordt in het ene vers gesproken over de liefde van Christus, waarbij bepaalde ‘gevaren’ opgesomd worden, en in het andere vers over de liefde van God, nadat er dan andere ‘gevaren’ zijn genoemd? Antwoord: Uiteraard is er geen verschil in de liefde van Christus tot ons en […]
Betreft: Rm 8: 33 Vraag: Gods uitverkorenen gaan toch ook nog wel eens in de fout en zijn dan toch te beschuldigen? Antwoord: We moeten een onderscheid maken tussen de positie van de gelovige in Christus en de levenspraktijk. Iedere gelovige heeft vergeving van zonden, sterker nog: hij is gerechtvaardigd, dat wil zeggen ‘vrijgesproken van […]
Betreft: Rm 8: 31, 32 Vraag: Bedoelt Paulus dat aan deze boodschap van God door ons mensen niets meer toe te voegen en geen verdere uitleg aan te geven is?En zeker geen antwoord, omdat het te groot, te overweldigend is?Ik lees vers 32 altijd zo: hoe zal God ons sparen, als Hij zijn Zoon zelfs […]
Betreft: Rm.8: 29 Vraag: Is het een kwestie van hoogmoed als je wat in deze tekst staat niet altijd aanvaardt? Antwoord: Los van de vraag wil ik opmerken, dat er niet staat, dat we altijd zien, dat alle dingen meewerken ten goede, maar dat we het weten. En hoe weten we het? Uit Gods Woord!Maar […]
Betreft: Rm 8: 26 Vraag: Zien de onuitsprekelijke verzuchtingen van de Heilige Geest op de intensiteit van de Geest waarvoor geen woorden te vinden zijn? Of is er letterlijk ‘onuitspreekbaar’ bedoeld? Antwoord: De schepping zucht ( vs.22) en gaat gebukt onder de gevolgen van de zondeval. Dier en plant ondervinden die gevolgen. Het dier kan […]
Betreft: Rm 8: 24 Vraag: Waarom is er sprake van hoop? Antwoord: In ons spraakgebruik heeft het woord ‘hopen’ de betekenis van: iets verwachten, maar niet zeker weten of het gebeurt. Een jongen kan tegen zijn vriend zeggen: ‘Ik hoop, dat ik een nieuwe fiets krijg met mijn verjaardag’. Hij heeft er dan misschien over […]
Betreft: Rm 8: 23 Vraag: a) Hebben we nu wel of niet de Geest ontvangen en zijn we nu zonen of niet?b) Wordt het zoonschap pas realiteit bij de verlossing van ons lichaam? God is toch nu al onze Vader (Ef. 1: 2)?! We bezitten toch al de geest van zoonschap (Rm 8: 15)?c) Wij […]
Betreft: Rm 8: 21 en 26 Vraag: Wat is de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid?Wat zijn de onuitsprekelijke verzuchtingen? Antwoord: Toen Adam en Eva zondigden had dat niet alleen gevolgen voor hen zelf, maar voor de hele schepping. De aarde werd om hunnentwil ‘vervloekt’ (Gn 3: 17).Rm 8: 20 zegt dat de schepping aan de vruchteloosheid […]
Betreft: Rm 8: 20 Vraag: Met Hem (hoofdletter) wordt in dit vers toch God bedoeld? Antwoord: Dat het N.B.G. hier Hem met een hoofdletter schrijft zegt niets over de vraag wie er taalkundig gezien met ‘hem’ bedoeld wordt.Het betekent alleen dat de N.B.G-vertalers meenden dat ‘hem’ op God sloeg, daarom hebben ze Hem met een […]
Betreft: Rm 8: 19 Vraag: Op grond waarvan stelt u, dat dit vers in vervulling gaat op het moment dat de gelovigen met Christus in heerlijkheid verschijnen? Antwoord: Dat de gelovigen eenmaal opgenomen worden de Heer tegemoet in de lucht om in het Vaderhuis gebracht te worden volgt uit: Jh 14: 1-3 en 1 Th […]
Betreft: Rm 8: 19 Vraag: Hoe moeten we ‘met reikhalzend verlangen’ opvatten?En wat hebben we te verstaan onder ‘aan de vruchteloosheid onderworpen’? Antwoord: De apostel gebruikt hier een zogenaamde ‘personificatie’ d.w.z. hij spreekt over de schepping als was het een bewust persoon.De schepping lijdt mee onder de gevolgen van de zondeval. Niet bewust natuurlijk, maar […]
Betreft: Rm 8: 17 (1) Vraag: Wat is bedoeld met ‘deelhebben aan het lijden van Christus’? Antwoord: De Heer Jezus Christus heeft twee soorten van lijden ondervonden en wel:-het lijden dat de mensen Hem aandeden: miskenning, wanbegrip, spot, haat, bespuwd worden, kinnebakslagen, geseling, doornenkroon, kruisiging.-het lijden dat Hij onderging van Godswege omdat Hij onze zonden […]
Betreft: Rm: 8:16 Vraag: Wat verstaat u onder het getuigenis van de Geest? Waarom zal de Geest niet met onze geest getuigen dat we kinderen van God zijn als we God niet op zijn woord geloven. Antwoord: Ieder die zich tot God bekeerd heeft en gelooft in de Heer Jezus als zijn Heiland, is uit […]
Betreft: Rm 8: 16 in St. Vert. Vraag: Wat is het verschil tussen de St. Vert. en de NBG weergave wat betreft het woord kinderen? Antwoord: De Statenvertaling laat het onderscheid tussen ‘zonen’ en ‘kinderen’ niet uitkomen. Zowel in vers 14 als in vers 16 spreekt ze over ‘kinderen’. In vers 14 staat volgens de […]
Betreft: Rm 8: 15 Vraag: Hoe moeten we ‘Abba, Vader’ opvatten? Antwoord: In Mk 14: 36, Rm 8: 15 en Gl 4: 5,6 komen we de aanspraak ‘Abba, Vader’ tegen. In de grondtekst, ofwel in het Grieks, staat er ‘Abba, Pater’. Abba is echter geen Grieks woord, maar een Aramees. Er staat dus twee keer […]
Betreft: Rm 8: 13 Vraag: Als je opnieuw geboren bent, kun je toch niet meer sterven? Antwoord: De eerste vraag waar we mee zitten, is of het in dit vers om de eeuwige dood gaat of om het lichamelijk sterven. Als het laatste het geval zou zijn, dan betekent deze uitspraak, dat als een gelovige […]
Betreft: Rm 8: 12,13 Vraag: Wat houdt dit voorschrift praktisch gezien in? Antwoord: Onder de werkingen van het lichaam moeten we natuurlijk niet de gewone werkingen van spijsvertering, ademhaling, enz. verstaan, maar de werkingen van de zondemacht in ons. Die macht wil over ons heersen en ons lichaam gebruiken om te zondigen.Nu stelt Rm 6: […]
Betreft: Rm 8: 11 Vraag: Moeten we uit dit vers afleiden, dat de Heilige Geest levend maakt? Antwoord: Er staat niet, dat de Heilige Geest ons levend maakt, maar dat God door de Heilige Geest ons levend maakt. Er staat namelijk dat ‘Hij die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft’ onze sterfelijken lichamen zal […]
Betreft: Rm 7: 24 en 8: 24-25 Vraag: Hoe zijn deze twee teksten met elkaar te rijmen. De eerste spreekt over verlossing ‘uit’ het lichaam en de twee over verlossing van het lichaam. Antwoord: Deze twee teksten handelen niet over hetzelfde. De persoon in Rm 7 wil door wetsbetrachting verlost worden van de macht van […]
Betreft: Rm 7: 22 Vraag: Wat betekent dit vers? Antwoord: Uit deze tekst blijkt dat het in deze verzen gaat om een bekeerd persoon waarover Paulus het sprekend in de ‘ik-vorm’ heeft. Met de innerlijke mens is het hart bedoeld, dat op God gericht. Deze persoon is dus bekeerd. Hij wil nu de wet houden […]
Betreft: Rm 7: 19,20 Vraag: Hoewel ik probeer tegen de zonden te strijden moet ik erkennen, dat ik nog steeds zonden doe. Ik geloof dat Christus mijn zonden vergeven heeft, maar ze blijven voorde mensen te zien. Hoe kan ik met deze zondige aard voor de ongelovigen, die deze les van Paulus niet verstaan, toch […]
Betreft: Rm 7: 14a Vraag: Wat betekent het dat de wet ‘geestelijk’ is? Antwoord: Geestelijk staat hier tegenover vleselijk, verkeerd, zondig. De apostel brengt naar voren dat de wet dus goed is. De inhoud is geestelijk en niet vleselijk of zondig.Hij gebruikt deze tegenstelling om duidelijk te maken, dat als de mens door de wet […]
Betreft: Rm 7: 12 Vraag: Wordt in dit vers onder de wet alleen de tien geboden verstaan? Of ook ook alle verdere voorschriften? Antwoord: Het woord wet kan verschillende betekenissen hebben. Er kan mee bedoeld zijn:-de wet van de tien geboden, die Mozes op twee stenen tafel gegrift op de berg Horeb ontving (Ex 24: […]
Betreft: Rm 7: 10 Vraag: Hoe kwam het, dat het gebod dat ten leven moest leiden, ten dode bleek te zijn? Antwoord: Het gebod was heilig, rechtvaardig en goed. Als iemand de wet had gehouden, zou hij daardoor gerechtvaardigd zijn. Echter …er is geen Adamskind in staat de wet te houden. De fout lag dus […]
Betreft: Rm 7: 7 (b) Vraag: Adam heeft toch door begeerte het gebod van God overtreden, hoe kan Paulus dan schrijven dat hij/wij de begeerte niet gekend zouden hebben als de wet niet gezegd zou hebben: ‘Gij zult niet begeren’? Antwoord: Even een kleine correctie: in 1 Tm 2: 14 staat dat niet Adam verleid […]
Betreft: Rm 7. 7b ‘bezig zijn met jezelf’ Vraag: Je kunt toch niet om jezelf heen. Vaak zit je met niet verwerkte schuldgevoelens en altijd weer moet je je toch afvragen of iets mag of niet? En dat is niet altijd even gemakkelijk. Antwoord: We moeten niet op een depressieve, ziekelijke manier bezig zijn met […]
Betreft: Rm 7 : 7-26 ‘Het kennen van je ellende’. Vraag: Moet je werkelijk door de diepte gaan? En kun je verlossing wel aangrijpen? Antwoord: De volgorde: kennen van ellende, weet hebben van de verlossing met als gevolg daarvan besef van dankbaarheid is op zich een bijbels gegeven. Bekering houdt namelijk in dat je jezelf […]
Betreft: Rm 7: 6b Vraag: Wat betekent ‘dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat van de letter’ Antwoord: De ‘oude staat van de letter’ slaat op het leven onder de wet. De wet eist. Ze zegt als het ware: ‘doe en leef’. Maar… ze geeft geen kracht om te […]
Betreft: Rm 7: 5, 7 Vraag: Moeten we de uitdrukking ‘die door de wet zijn’ (St. Vert.), ‘die door de wet geprikkeld worden’ opvatten als ‘die we ons door de wet bewust worden?’ Antwoord: De wet bewerkt twee dingen: -hij prikkelt tot zonde (de daad), wekt dus zonde op. Dat niet omdat die wet verleidelijk […]
Betreft: Rm 7: 3 Vraag: Een vrouw pleegt overspel als ze tijdens het leven van haar man de vrouw van een andere man wordt. Maar hoe zit dat dan met de man met wie ze trouwt? Antwoord: Als deze man -om die vrouw te trouwen-zijn eigen vrouw verstoten heeft, pleegt hij overspel (Mt 19: 9). […]
Betreft: Rm 7: (2e) Vraag: Laat Paulus in dit hoofdstuk zien wat er in de mens blijft leven ook na ontvangen genade?Hoe is dit hoofdstuk, vooral vers 14, te rijmen met teksten als Rm 6: 6,13,14; 8: 5,6,7,8,9,13; Gal. 5: 18 e.d. Antwoord: Paulus laat in Rm 7 de geestelijke strijd zien van iemand die […]
Betreft: Rm 6: 28 b Vraag: Hoe weet en ervaar je dat je geroepen bent? Antwoord: In vers 29 krijgen we een nadere toelichting van deze roeping, maar dat vers belicht alleen de goddelijke zijde van deze waarheid. We lezen daar: a. dat God ons tevoren gekend heeft. Petrus spreekt dan ook over ‘uitverkorenen naar […]
Betreft: Rm 6: 23 Vraag: Welke drie tegenstellingen zitten in dit vers? Antwoord: Tegenover: het loon staat de genade dat de zonde geeft staat die God schenkt (of: van God ) is de dood staat is het eeuwige leven
Betreft: Rm 6: 22 Vraag: Hebt gij tot vrucht uw heiliging, wat houdt dat in? Antwoord: De zin is deze, dat we – nadat we van de zonde vrijgemaakt zijn – geen dingen als vruchten voortbrengen, waarover we ons (achteraf gezien) schamen, maar dat we als vrucht de heiliging hebben.We leiden na onze bekering en […]
Betreft: Rm 6: 17 Vraag: Wat moeten we verstaan onder ‘het voorbeeld van de leer’, die u onderwezen is. Antwoord: Letterlijk staat hier ‘het voorbeeld’ net als in Rm 5: 14. De Statenvertaling heeft dit ook zo letterlijk weergegeven.Andere vertalingen geven dit woord vrijer weer en trachten de bedoeling duidelijk te maken. Zo spreekt de […]
Betreft: Rm 6: 14,15; 8: 4 ; 13: 8 Vraag: Kunt u deze verzen nader uitleggen? Antwoord: In Rm 13: 8 lezen we dat we schuldig zijn elkaar lief te hebben. En dan staat er achter ‘want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld’. Nu hebben we in Rm 6: 14,15 gezien dat we […]
Betreft: Rm 6: 11 Vraag: Als ik geloof, dat ik met Christus gekruisigd ben, hoef ik dan niet meer te strijden tegen de zonde en te bidden om vergeving? Antwoord: De Schrift roept ons nooit op om te strijden tegen de zonde-in-ons. Dat is namelijk net als het vechten tegen een schoorsteenveger daar wordt je […]
Betreft: Rm 6: 7 Vraag: a) Als een echte zondaar (geen gelovige) sterft, wat ‘gebeurt er dan met zijn zonde’. Die verdwijnt toch niet. Je moet toch rekenschap geven van je gedrag / levenskeuze in deze wereld?b) Trouwens het is toch ook niet zo dat een christen die zijn best doet, maar daar dus niet […]
Betreft: Rm 6: 12 en Ko 1: 22 Vraag: Dat de ‘oude mens’ dood is, weet ik, toch zondig ik telkens weer. Zal de Heer blijven vergeven?Je faalt steeds weer en je voelt je dan mislukt. Moet je dat gevoel uitschakelen.Hoe kan ik onberispelijk voorgesteld worden aan God? Antwoord: We moeten onderscheid maken tussen de […]
Betreft: Rm 6: 5 Vraag: Is het samengegroeid zijn met Christus door de doop de voorwaarde om ook met Hem samengegroeid te zijn in zijn opstanding Antwoord: De gelovige is ten opzichte van de zonde gestorven (vs. 3). Hoe en waar is dat gebeurd? Niet door de doop, maar doordat hij met Christus gestorven is, […]
Betreft: Rm 6: 4,7 Vraag: a. Wij worden op jeugdige leeftijd gedoopt en dan moeten we God toch nog leren kennenb. Wat in vers 7 staat geldt toch alleen van hen die bekeerd zijn ofwel gelovig zijn? Antwoord: b. Om met vraag b te beginnen: Paulus schrijft aan gelovigen, dus aan mensen die zich bekeerd […]
Betreft: Rm 6: 4 Vraag: Kunt u bij dit vers en het voorbeeldje dat u geeft een kleine toelichting geven? Antwoord: De parallel met het verhaaltje loopt als volgt:de boerderij is ons lichaam ofwel heel ons menselijk bestaan, dat zich in het lichaam afspeelt de oude eigenaar is de zonde of zo u wilt:de oude […]
Betreft: Rm 6: 4 Vraag: U vraagt hoe de gelovige laat zien, dat hij met Christus gestorven is en u doelt op de doop. M.i. is dit een onjuiste vraag. U weet immers dat er andere inzichten over de doop zijn? Antwoord: Deze vraag verbaast me een beetje. Er zijn inderdaad verschillende inzichten over de […]
Betreft: Rm 6: 2, 6 en 11 Vraag: Men vergelijkt het feit, dat wij met Christus gestorven zijn wel eens met een mens die in de zonde geleefd heeft (b.v. een dronkelap) en die echt gestorven is. Zo iemand geeft aan de verleiding om te zondigen niet meer toe omdat hij dood is, maar wij […]
Betreft: Rm 5: 21 Vraag: Kunt u een verduidelijking van dit vers geven? Antwoord: Vanaf vers 12 van Rm 5 worden twee personen en de daad die elk verricht heeft tegenover elkaar gesteld. Enerzijds is er Adam, die overtreden heeft en door wiens daad de dood is gaan heersen. Anderzijds is er de Heer Jezus, […]
Betreft: Rm 5: 20 Vraag: Is de wet gegeven opdat de mensen meer zouden zondigen? Antwoord: Deze tekst stelt ons voor een moeilijk probleem. Zo op het oog lijkt het inderdaad alsof de wet gegeven is opdat de mensen meer zonden zouden bedrijven. Dat de wet dit effekt heeft staat vast en wordt ook betuigt […]
Betreft: Rm 5: 12-14 contra vs 20 Vraag: In Rm 5: 12-14 wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen zonde en overtreding , het lijkt er echter op dat in vers 20 de beide begrippen op één hoop ‘gegooid ‘worden. Hoe zit dat eigenlijk? Antwoord: In Rm 5: 12-14 wordt duidelijk gemaakt dat ‘zonde’ het karakter […]
Betreft: Rm 5: 19 Vraag: (a) De nieuwe vertaling van het NBG heeft het over ‘zeer velen’, die tot zondaars zijn gesteld De Telosuitgave heeft hier ‘de velen’ staan. Wat is juist?(b) Is dit vers niet in strijd met Rm 3: 23 en 5: 12? Niet slechts velen zijn tot zondaars gesteld, maar allen?! Antwoord: […]
Betreft: Rm 5: 18 Vraag: Gaat het in deze tekst om ‘eeuwig leven’?Worden alle mensen dan gerechtvaardigd ofwel vrijgesproken?Wat betekent dat de genade over alle mensen komt tot rechtvaardiging des levens (St. Vert.)? Antwoord: Aangezien in het eerste deel van het vers gesproken wordt over veroordeling ofwel verdoemenis, moet in het tweede deel onder ‘leven’ […]
Betreft: Rm .5: 18 Vraag: De Statenvertaling heeft hier ‘rechtvaardigmaking des levens’. De Nieuwe Vertaling heeft rechtvaardiging ten leven’. Wat voor verschil in betekenis houdt dat in? Antwoord: Als we het eerste letterlijk nemen zoals het er staat zou betekenen dat niet wij rechtvaardig verklaard worden, maar ook het leven dat we geleid hebben en […]
Betreft: Rm 5: 14 Vraag: Kunt u dit vers verklaren? Antwoord: In vers 12 heeft de apostel betoogd, dat door één mens, Adam, de zonde in de wereld is gekomen. Gepaard daarmee is de dood ingetreden en die gaat door tot alle mensen, omdat ze allen gezondigd hebben. Nu zou iemand kunnen opmerken: ‘Maar hoe […]
Betreft: Rm 5: 14 Vraag: In plaats van ‘die komen zou’ zoals de Statenvertaling en Telosweergave hebben, geeft de Nieuwe Vertaling. ‘de komende’. Kun je deze uitdrukking dan ook op de toekomst laten slaan? Dus op de wederkomst van Christus? Want de Heer Jezus was toch al gekomen toen Paulus de brief aan de Romeinen […]
Betreft: Rm 5: 14a Vraag: De mensen in de tijd van Adam tot Mozes zijn gestorven hoewel ze niet gezondigd hadden zoals Adam. Nu krijgt iemand alleen het eeuwige leven door het geloof in Jezus Christus. De mensen die vóór de tijd dat de Here Jezus op aarde kwam, geleefd hebben, kwamen dus niet in […]
Betreft: Rm 5: 14a Vraag: Worden hier baby’s bedoeld. Zo ja tot hoe oud? Antwoord: Er staat in dit vers niet dat de mensen die leefden van Adam tot Mozes niet gezondigd hebben, maar dat ze niet gezondigd hebben op gelijke wijze (zoals) Adam namelijk door te overtreden. Adam had van God een gebod gekregen […]
Betreft: Rm 5: 13 Vraag: (1) Rekent God de mensen die voor de wet geleefd hebben de zonde wel aan? Zijn deze mensen eigenlijk niet behouden? Of worden ze op hun geweten geoordeeld?(2) Waarom werd de eerste zonde wel toegerekend? Toen was er immers ook geen wet? Antwoord: (1) Als er in Rm 5: 13 […]
Vraag: In Rm 5: 12-14 wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen zonde en overtreding , het lijkt er echter op dat in vers 20 de beide begrippen op één hoop ‘gegooid ‘worden. Hoe zit dat eigenlijk? Antwoord: In Rm 5:12-14 wordt duidelijk gemaakt dat ‘zonde’ het karakter krijgt van ‘overtreding’ als het een daad is […]
Betreft: Rm 5: 12 Vraag: In Gn 3: 1 lezen we dat de slang de mens tot zonde verleidt. Dus was er al zonde voordat de mens zondigde. (Zie Rm 5: 12). Antwoord: De Bijbel spreekt van zonde met betrekking tot verantwoordelijke wezens (engelen mensen) en niet m.b.t. redeloze dieren.Blijkens Op 20: 2 gaat achter […]
Betreft: Rm 5: 12 Vraag: Er wordt wel gesteld, dat onze verdorven, vleselijke natuur een gevolg is van de zondedaad, die wij in Adam bedreven hebben. Zoals Levi in Abraham de tienden aan Melchizedek gaf (Hb 7: 9,10) zo zijn wij in Adam ongehoorzaam geweest aan het gebod om niet van de boom te eten. […]
Betreft: Rm 5: 12,13,18 en 19) Vraag: In Rm 5: 19 staat dat zeer velen tot zondaars zijn gesteld. Dit suggereert dat niet alle mensen zondaars zijn geworden. In Rm 5: 12 wordt echter wel gezegd, dat de dood tot alle mensen is doorgedrongen omdat allen gezondigd hebben. Hoe zit dat? Antwoord: Het verschil in […]
Betreft: Rm 5: 12,14 i.v.m. Gn 3: 6 Vraag: De zonde is toch door Eva in de wereld gekomen, want zij at het eerst? Of telt de vrouw naar bijbelse normen niet mee? Antwoord: Inderdaad heeft Eva het eerst gezondigd. Zij nam van de vrucht, at ervan en gaf die daarna aan Adam, die er […]
Betreft: Rm 5: 12 Vraag: Klopt het wel wat in deze tekst staat? Henoch en Elia zijn immers niet gestorven? Antwoord: Dat zijn inderdaad twee uitzonderingen. Het woordje ‘allen’ behoeft echter niet te betekenen ‘allen zonder een enkele uitzondering’. De Bijbel spreekt niet onze westerse, exacte taal.In ons gewone spraakgebruik zijn we trouwens ook niet […]
Betreft: Rm 5: 12-21 Vraag: De lijn van Adam tegenover de lijn van Christus. Kunt u dit nader uitwerken? Antwoord: Juichend, roemend in God heeft Paulus ons meegenomen naar een bergtop. Gerechtvaardigd zijn wij, door het geloof, op grond van het werk van ‘Christus’. Het probleem van onze zonden is opgelost, en méér dan dat.Maar […]
Betreft: Rm 5: 11 Vraag: Wat betekent roemen in God? Antwoord: Roemen betekent eren. Ergens in roemen betekent: in iets je eer vinden of iets hoogschatten. Roemen in de hoop op de de heerlijkheid Gods, betekent dus die hoop hoogschatten en het een eer vinden daar uitzicht op te hebben. Roemen in de verdrukking betekent […]
Betreft: Rm 5:11 Het roemen in God Vraag: Waarom is dit het hoogste in vergelijking met roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods (vs.2) en roemen in de verdrukking (vs.3). Antwoord: We roemen in de verdrukking om wat ze uitwerkt. Op zichzelf is verdrukking helemaal niet iets moois of iets fijns. De verdrukking zelf […]
Betreft: Rm 5: 10 Vraag: Behouden worden en verzoend worden is toch identiek? Wij zijn verzoend, dan zijn we dus ook behouden?!Waarom is voor de verzoening de dood van de Heer nodig en voor het behouden worden het feit dat de Heer leeft? Antwoord: Iemand die verzoend is met God is ook behouden en tegelijk […]
Betreft: Rm 5: 9 en 1 Vraag: Is het bloed de grondslag en het geloof het middel tot rechtvaardiging of is het net andersom? Antwoord: Dat is maar hoe je het bekijkt. Als we geloof en werken tegenover elkaar stellen dan zeggen we: de zondaar wordt gerechtvaardigd op grond van geloof en niet op grond […]
Betreft: Rm 5: 5 Vraag: Als je dood gaat dan wordt de hoop niet beschaamd. Maar in dit leven geldt dat blijkbaar niet. Hoe kan ik b.v. mijn kind een positieve levenshouding meegeven of bijbrengen als ik zelf dit leven als negatief ervaar? Antwoord: Eerst iets over de ‘hoop’. Dat woord ziet niet op wat […]
Betreft: Rm 5: 2 Vraag: Waarom staat in dit vers Welken met een hoofdletter? Antwoord: De vorige tekst zegt dat wij vrede bij (St.Vert) of met (NBG) God hebben door Jezus Christus. Vers 2 vervolgt dan met: Door Welken wij ook de toeleiding hebben (St. vert). De nieuwe vert. van het NBG heeft: door wie […]
Betreft: Rm 5:1 Vraag: Waarom staat er in dit vers uit het geloof en niet door het geloof? Antwoord: Als er door het geloof had gestaan, dan werd daarmee uitgedrukt dat het geloof het middel is waardoor men wordt gerechtvaardigd.Met uit het geloof, dat ook kan weergegeven worden met op grond van het geloof, wordt […]
Betreft: Rm 4: 25b Vraag: Graag uitleg van dit tweede gedeelte van het vers Antwoord: Christus moest sterven om ons met God te verzoenen. Onze zonden maken scheiding tussen God en ons. Deze zonden doen ons schuldig staan. Om ons van de zonden te bevrijden nam Christus die op zich en Hij droeg de straf […]
Betreft: Rm 4: 25 Vraag: De St.Vert. heeft in dit vers staan: ‘overgeleverd om onze zonden’. De nw. vert. van het N.B.G heeft: ‘overgeleverd om onze overtredingen’. Wat is nu juist? Antwoord: In Rm 4: 15 wordt een woord gebruikt dat in St.Vert. en Nw.NBG met ‘overtreding’ is weergegeven. Hetzelfde is het geval in Rm […]
Betreft: Rm 4: 19 Vraag: Wat betekent het dat Abraham ’tegen hoop op hoop’ geloofde, of ’tegen hoop vertrouwend ‘ geloofde? Antwoord: Menselijkerwijs gesproken was er geen hoop dat Abraham nog een kind kon krijgen, maar dwars daar tegen in hoopte Abraham toch (of: vertrouwde Abraham toch) in geloof op Gods belofte.Wij zouden zeggen dat […]
Betreft: Rm 4:17 Vraag: In vers 17 wordt God genoemd: ‘God…die de doden levend maakt en het niet-zijnde tot aanzijn roept Waarom wordt Hij hier zo genoemd? Antwoord: Het gaat in dit gedeelte om het geloof van Abraham. Dat geloof was erg groot!! God had Abraham immers beloofd dat hij tot een groot volk zou […]
Betreft: Rm 4: 16 Vraag: Gaat het hier om twee groepen mensen: Joden en heidenen? Antwoord: Velen nemen dat aan, maar deze verklaring is zeer aanvechtbaar. In dat geval zou het om twee soorten mensen zijn waarvan de een op grond van het ‘uit de wet zijn’ de belofte ontvangt en de ander dat doet […]
Betreft: Rm 4: 14,16 Vraag: Graag een nadere uitleg van deze verzen Antwoord: In de brief aan de Romeinen maakt Paulus duidelijk, dat de volken (die geen wet hebben gekregen) schuldig staan voor God omdat ze Hem niet als Schepper hebben geëerd. (hoofdstuk 1)Vervolgens geeft hij aan dat ook de Joden (die bij de Sinaï […]
Betreft: Rm 4:13 Vraag: Wat houdt dit vers precies in? Antwoord: De gerechtigheid van het geloof houdt in, dat God iemand op grond van zijn geloof rechtvaardig verklaart. Ieder mens heeft gezondigd en staat schuldig voor God. Die schuld kun je onmogelijk wegwerken door eigen inspanning, ofwel door werken. In feite is er voor de […]
Betreft: Rm 4:10 Vraag: Abraham werd besneden toen hij tot geloof gekomen was. Waarom werd hij niet op de achtste dag besneden, zoals gebruikelijk was? Antwoord: De besnijdenis is het teken van het verbond dat God met Abraham sloot (Gn 17: 1-14). Als God met Terah dat verbond had gesloten en dan voordat Abram geboren […]
Betreft: Rm 4: 9-11 Vraag: a) Was de besnijdenis alleen voor Abraham het teken ( beter: zegel) van zijn geloof?b) Zo ja, waarom moesten dan alle jongens besneden worden?g) Zo nee, waarom werden dan ‘ongelovige baby’s besneden (Dan is de besnijdenis toch veel meer een teken van Gods genadige belofte!) Antwoord: a) In Rm 3 […]
Betreft: Rm 4:3 Vraag: Geldt de gerechtigheid op grond van geloof dan niet voor Noach, Henoch, e.d.? Antwoord: De rechtvaardiging op grond van geloof geldt voor allen., die vóór Abraham geleefd hebben en die geloofd hebben.Van Abraham echter wordt het voor het eerst gezegd, dat zijn geloof hem tot gerechtigheid gerekend werd.En in het betoog […]
Betreft: Rm 4: 1-8 Vraag: Als je gelooft, probeer je je werken daarmee in overeenstemming te laten zijn. Hoe kan er dan staan ‘hem die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem die de goddeloze rechtvaardigt, enz.’ Wat, hoe of waardoor wordt de goddeloze gerechtvaardigd? Antwoord: a. In Rm. 1 t/m 3 heeft Paulus […]
Betreft: Rm 4: 1-5 Vraag: Om welke tegenstelling gaat het hier? Antwoord: In Rm 4: 1-5 wordt naar voren gebracht, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken, maar alleen op grond van geloof.Er is dus ten aanzien van het verkrijgen van gerechtigheid een tegenstelling tussen ‘werken’ en ‘geloven’. Deze zelfde tegenstelling treffen we ook […]
Betreft: Rm 3: 31 Vraag: Bevestigen wij de wet doordat wij als vernieuwde mensen in de kracht van Gods Geest de wet volbrengen? Antwoord: Het woord ‘wet’ ziet hier op de hele openbaring die God aan Mozes gegeven heeft. Welnu, de prediking van de rechtvaardiging door het geloof is daarmee niet in strijd, want deze […]
Betreft: 3:30 Vraag: Waarom wordt voor de besnedenen het woord ‘uit’ gebruikt en voor de onbesnedenen het woord ‘door’? Antwoord: Kennelijk is hiervan de bedoeling, dat Paulus bij de besnedenen de nadruk legt op de grondslag van de rechtvaardiging.De Joden worden niet gerechtvaardigd ‘uit’ of ‘op grond van (de) wet, maar op grond van geloof […]
Betreft: Rm 3: 28 i.v.m l Jh 3: 18 Vraag: Wat is het verschil tussen gerechtvaardigd zijn en nietveroordeeld worden? Antwoord: Niet veroordeeld worden kan plaatsvinden als iemand nergens aan schuldig staat, zodat een rechter hem moet vrijspreken. Het kan echter ook zijn, dat iemand wel schuldig staat, maar dat hij niet tot een bepaalde […]
Betreft: Rm 3: 26 (m+vr?) Vraag: Waarom is hier het enkelvoud en dan ook nog wel mannelijk enkelvoud gebruikt. Waarom niet de meervoudsvorm? God maakt toch geen verschil tussen man en vrouw? Antwoord: Het enkelvoud kan hier gebruikt zijn om te laten uitkomen dat rechtvaardiging een zaak is tussen God enerzijds en de individuele mens […]
Betreft: Rm 3: 26 Vraag: (a) Kunt u ons dit vers in zijn verband uitleggen?(b) Is het wel rechtvaardig dat Jezus (God zelf dus) moest lijden voor onze zonden? Doet God zichzelf dan geen onrecht aan? Antwoord: (a) Uitleg 1) Alle mensen hebben gezondigd en verdienen het oordeel van God.2) Geen mens kan door werken […]
Betreft: Rm 3: 23-+30 Vraag: Wilt u een uitleg geven van deze verzen? Antwoord: vers 23. In het voorafgaande gedeelte heeft Paulus aangetoond dat alle mensen, zowel de volken (ook heidenen of Grieken genoemd)’ als de Joden gezondigd hebben. Dit wordt hier herhaald en er wordt aan toegevoegd dat ze de heerlijkheid van God verderven, […]
Betreft: Rm 3: 22 (het woord ‘geloof’ in de brief aan de Romeinen) Vraag: Wordt met dit woord geloof steeds hetzelfde bedoeld? Zie Rm 3: 22, 26, 27, 30 en Rm 1: 17 en 5: 1,2 Antwoord: In de Schrift kan het woord geloof drie betekenissen hebben en wel: a. het persoonlijk, zaligmakend geloof in […]
Betreft: Rm 3: 22 Vraag: De Statenvertaling heeft in dit vers staan ‘door het geloof van Jezus Christus’. De Nieuwe Vertaling geeft deze uitdrukking weer met ‘door het geloof in Jezus Christus’. Hoe moeten we dit nu lezen? Antwoord: Letterlijk staat hier in het Grieks een tweede naamvalsvorm. Men kan die met ‘van’ weergeven. In […]
Betreft: Rm 3: 21-28 Vraag: Graag een tekst voor tekst verklaring van deze verzen? Antwoord: vs 21: de wet zegt wat de mens moet doen om recht op het leven te hebben. Daar niemand de wet kan houden wordt ieder door de wet veroordeeld. Er is geen gerechtigheid te verkrijgen op grond van werken. Wil […]
Betreft: Rm 3: 20 Vraag: Waarom staat er in dit vers ‘voor Hem ‘ en niet ‘door Hem’ Antwoord: De tekst zegt, dat ‘uit’ of ‘op grond van ‘ werken der wet geen vlees gerechtvaardigd wordt voor Hem, dat wil zeggen voor zijn aangezicht of in zijn oog. Niemand kan op grond van werken van […]
Betreft: Rm 3: 19 Vraag: Door de wet zien wij dat we schuldig staan aan al de geboden van God. Als de wet niet voorgelezen wordt hoe zullen we dan weten dat we gezondigd hebben? Antwoord: Rm 2: 14 spreekt over de volken, die geen wet hebben en zegt: dat hen geweten meegetuigt en hen […]
Betreft: Rm 3: 10-12 Vraag: Doe je ook niet Gods wil als je vraagt of Hij je leven wil leiden, als je de wil van God wilt doen….? Antwoord: In Rm 3: 9-20 gaat het niet over gelovigen, maar over de mens zonder God, zoals hij afstamt van Adam. De zondaar leeft voor zichzelf en […]
Betreft: Rm 3: 9 Vraag: Wat wordt er met dit vers bedoeld? Antwoord: Dit vers wordt verschillend weergegeven, namelijk als:‘worden anderen boven ons gesteld?’ en als ‘zijn wij uitnemender!!?(ook andere lezingen worden gegeven, maar we beperken ons tot deze twee).Het probleem is nu wie de apostel bedoelt met ‘ons’ of ‘wij’. a. spreekt Paulus hier […]
Betreft: Rm.3: 5b Vraag: Waarom gebruikt Paulus hier de uitdrukking: Ik spreek naar de mens? Antwoord: De zon luidt: ‘Is God , die zijn toorn doet voelen -ik spreek op menselijke wijze (ik spreek naar de mens)- soms onrechtvaardig?In die vraag zit dus een veronderstelde beschuldiging aan God verborgen.Maar zo mag je eigenlijk niet van […]
Betreft: Ro 3: 5a Vraag: Graag een uitleg van dit vers. Antwoord: God heeft de Joden bijzonder bevoorrecht. En wel in de eerste plaats doordat Hij hun Zijn woorden heeft toevertrouwd (Rm 3: 1,2 vgl. H 7: 38). De Joden bezaten dat deel van de Bijbel dat wij het Oude Testament noemen.Hebben de Joden beantwoord […]
Betreft: Rm 2: 25-29 Vraag: Wat heeft de besnijdenis met geloof te maken? Wordt de besnijdenis nog toegepast? Antwoord: Om met de laatste vraag te beginnen: orthodoxe Joden passen de besnijdenis nog steeds toe. Bij Islamieten is dat trouwens ook het geval.De besnijdenis was voor Abraham, Izaäk, Jakob en diens nageslacht het teken van het […]
Betreft: Rm 2: 15 Vraag: Is het geweten aangeboren of verworven door opvoeding? Antwoord: Het woord ‘geweten’ heeft te maken met ‘weten’ en ziet op het weten van goed en kwaad. Bij de zondeval heeft de mens deze kennis verkregen, helaas in die zin, dat hij goed en kwaad kan onderscheiden, maar niet in staat […]
Betreft: Rm 2: 12-16 Vraag: Hoe zit het met het verschil in schuld tussen Joden, heidenen en naamchristenen? Antwoord: In de situatie voor het kruis moeten we onderscheid maken tussen joden en heidenen.a. een heiden had (voor zover hij niet met Joden in aanraking kwam) alleen de prediking die van de schepping uitging (Ps 19; […]
Betreft: Rm 2: 12 Vraag: 1) Vanaf de Pinksterdag kunnen we twee groepen onderscheiden: zij die het evangelie hebben gehoord en zij aan wie het niet verkondigd is, zo stelt u…maar wat heeft dat met m 2: 12 te maken?2) God zal toch voor het oordeel aan de gehele mensheid zich bekend maken? Dan kan […]
Betreft: Rm 2: 5b en 6 Vraag: Duidt Rm 2: 5b en, 6 op het oordeel, dat beschreven wordt in Op 20: 11-15? Antwoord: De vraag is dus waarop de uitdrukking ‘dag van de toorn’ ziet als ook de uitdrukking ‘de openbaring van het rechtvaardig oordeel’ van God, die een ieder zal vergelden naar zijn […]
Betreft: Rm 1: 24-32 Vraag: De reactie van God op de afval van de mens bestaat daarin: dat Hij hen overgeeft aan allerlei zondige daden.Kun je dan zeggen dat God de mensen die Hem zoeken voor dergelijke zonden bewaart of weten gelovigen zelf uit Gods Woord hoe een christen behoort te leven? Antwoord: Dit overgeven […]
Betreft: Rom. 1:19-20 Vraag: Jezus Christus is voor ons gestorven. Door het geloof in Hem is iemand voor eeuwig behouden. Maar hoe zit het:a) met de mensen (volken), die leefden voordat Christus stierf?b) met de mensen die daarna leefden, maar nooit van God of van Christus gehoord hebben?c) met de Joden die ‘voor het kruis […]
Betreft: Rm 1: 17 en 3: 21-31 Vraag: Graag een nadere uitleg van deze gedeelten. Antwoord: Rm.1: 17 zegt, dat in de behoudenis door het geloof ofwel in het evangelie gerechtigheid van God openbaar wordt. Nu zouden wij zeggen: ‘Niet de gerechtigheid van God komt daarin openbaar’, maar de genade van God. Nu is dat […]
Betreft: Rm 1: 16; 2: 9,10 Vraag: 1) Betekent de uitspraak ‘eerst de Jood, dan de Griek’ hetzelfde als ‘zowel Joden als Grieken’? Of geeft het aan dat de Joden voorop moeten gaan en de Grieken daarna?2) Had er in plaats van Griek ook Romein kunnen staan?3) Waarom niet de vergelijking: christen-heiden4) Waarom wordt de […]
Betreft: Rm 1: 15 en 1 Ko .9: 16 Vraag: Paulus is toch aan niemand iets schuldig?Hij heeft een dienst gekregen van God. Is hij daarom de heidenen de verkondiging van het evangelie schuldig?En waarom ‘wee mij’ als hij het niet doet? Antwoord: De betekenis van Rm 1: 15 wordt duidelijk als we deze tekst […]
Betreft: Rm 1: 14 Vraag: Wie bedoelt Paulus met de wijzen en wie met de onwijzen of onwetenden? Antwoord: Uit het verband valt het antwoord op deze tekst wel af te leiden. De apostel zegt namelijk: ‘Van Grieken en niet – Grieken’ en daarna ‘van wijzen en onwetenden ben ik een schuldenaar’.Het ligt dus voor […]
Vraag: Wie zijn de ‘wij’ die het apostelschap en de genade ontvangen hebben? Antwoord: Wanneer hier letterlijk aan een meervoud gedacht moet worden, dan zou Paulus alle apostelen op het oog gehad moeten hebben. Hij noemt ze echter niet. Zelfs wordt er geen enkele andere medewerker in de aanhef genoemd. Het is dan ook het […]
Betreft: Hd 26: 20 Vraag: Wat wordt bedoeld met ‘met hun berouw in overeenstemming’ Antwoord: Paulus heeft verkondigd dat de mensen zich met berouw tot God moeten bekeren.Maar hoe kun je dat zien? In wezen is het een innerlijke zaak, maar het moet ook zichtbaar worden. Ze moeten laten zien dat ze bekeerd zijn door […]
Betreft: Hd. 26: 18 Vraag: Gaat het hier niet om twee dezelfde dingen? Antwoord: De bekering is zowel een bekering van de duisternis tot het licht als tegelijk een bekering van de macht van satan tot God.Het gaat om dezelfde bekering, maar die heeft twee aspecten. Bij de bekering van de duisternis tot het licht […]
Betreft: Hd. 26: 18; 20: 32 Vraag: Wat is ‘een erfdeel onder de geheiligden’ Antwoord: Zie voor deze uitdrukking ook: Ko 1: 12 en Ef.1: 18. Voor de gelovigen of geheiligden in Christus Jezus is een erfenis weggelegd. Zij zijn erfgenamen van God en medeërfgenamen van Christus ( Rm 8: 17). Als Christus straks het […]
Betreft: Hd 21: 9 Vraag: Voor wie profeteerden deze dochters van Filippus? Antwoord: Vermoedelijk zullen ze dat thuis gedaan hebben voor hen die bij hen kwamen om een boodschap van de Heer te horen.We kunnen het w.s. vergelijken met gevallen als 2Kn 22: 14 waar we lezen dat koning Josia de profetes Hulda laat raadplegen.
Betreft: Hd 20: 29,30 Vraag: Moeten we van de twee in deze verzen genoemde personen zeggen dat ze allen ongelovigen zijn? Antwoord: In veel gevallen waarbij sprake is van de verantwoordelijkheid van de mens moeten we de vraag niet stellen of we met ongelovigen te doen hebben, ja dan nee. Uiteindelijk kan alleen God in […]
Betreft: Hd.19: 6 Vraag: Moet je na je doop je de handen op laten leggen om de Heilige Geest te ontvangen? Antwoord: Volgens Ef. 1: 13 wordt ieder die tot geloof komt op dat moment verzegeld met de Heilige Geest. Dat is de algemene regel. In het boek de Handelingen vinden we gevallen van dopen […]
Betreft: Hd: 18: 26 Vraag: Hoe zit het met de volgorde van namen van Aquila en Priscillain dit vers? Antwoord: De namen van dit echtpaar komen we zes maal tegen in het N.T. en wel als volgt:Hd 18: 1 Aquila …met zijn vrouw PriscillaHd.18: 18 Priscilla en AquilaHd.18: 26 Aquila en Priscilla (St.Vert. JNV) of […]
Betreft: Hd. 18: 7 Vraag: Hoe kan het nu dat de Joden Sosthenes , de overste van de synagoge, voor de rechterstoel slepen. Het ging toch om Paulus? Antwoord: Op de een of andere manier heeft Paulus in het tumult aan de Joden weten te ontkomen. Omdat ze bij Gallio geen gehoor vinden koelen ze […]
Betreft: Hd.18: 2 Vraag: Hoe moet je de naam van Priscilla uitspreken? Antwoord: De naam Prisca (oudje of ouderwetse) of Priscilla (verkleinwoord van Prisca) wordt in het Grieks met een ‘kappa’, dat is onze ‘k’ geschreven. De uitspraak was dus oorspronkelijk Priskilla. Zo zal b.v. Cicero als Kikero zijn uitgesproken. Op den duur kwam daarin […]
Betreft: Hd. 17: 30 Vraag: Wat wordt bedoeld met ‘voorbijzien van de tijden der onwetendheid’? Betekent dit vers dat zij, die nooit het evangelie gehoord hebben behouden worden? Antwoord: Na de zondvloed is de mensheid de kennis van God kwijtgeraakt omdat het geslacht dat God nog kende God niet in erkentenis wilde houden (Rm. 1: […]
Betreft: Hd. 17: 30,31 Vraag: (a) Uit welke twee woorden in deze verzen blijkt dat elk mens zich moet bekeren?(b) Als Joden Jezus Christus afwijzen is er dan sprake van bekering en behoudenis. Antwoord: (a) In vers 30 staat dat God heden aan de mensen verkondigt dat ze allen overal tot bekering moeten komen. De […]
Betreft: Hd. 16: 31; Jh. 1: 12; Hs. 4: 6 Vraag: De eerste twee teksten schijnen met de laatste in strijd te zijn. Hoe zit het daarmee? Antwoord: Er is een overvloedig getuigenis in de Schrift, dat iemand alleen behouden wordt op grond van geloof in Jezus Christus (Jh. 3: 16,18, 36; 5: 24; 20: […]
Betreft: Hd.16: 31 Vraag: Wat wordt bedoeld met ‘Gij en uw huis’? Omvat dat ook gelovige vaders, moeders, broers, etc. Antwoord: Voor God vormt het huisgezin van een gelovige een eenheid en God wil heel dat gezin redden. Uit 1Ko 7: 14 volgt dat God de kinderen van de gelovigen afgezonderd ziet van de wereld. […]
Betreft: Hd.16: 6 Vraag: Is de Geest van Jezus dezelfde als de Heilige Geest? Antwoord: Het is vrijwel onmogelijk er iets anders onder te verstaan.We zouden anders moeten denken aan de geest van Jezus, zoals er sprake is van zijn ziel. In beide gevallen wordt op het innerlijke van de Heer gedoeld. Maar van dat […]
Betreft: Hd.16: 1-3 Vraag: Waarom besneed Paulus Timotheüs wel en Titus niet? Ging dat niet in tegen zijn eigen leer (zie Ko 3: 11)? Antwoord: Paulus heeft Timotheüs niet besneden omdat die besnijdenis voor God enige waarde zou hebben, maar enkel en alleen terwille van de dienst van Timotheüs.Aangezien de moeder van Timotheüs een Jodin […]
Betreft: Hd.15: 29 Vraag: Zijn niet veel oudtestamentische voorschriften gericht op op het leven in die tijd. Dus deze herhaling ervan ook? Met de tegenwoordige technieken zijn deze produkten veilig te gebruiken? Antwoord: Er zijn inderdaad in de wet van Mozes voorschriften gegeven, die voor ons alleen of in de eerste plaats slechts symbolische waarde […]
Betreft: Hd.15: 20 Vraag: Jeh.Getuigen zeiden mij: ‘onthouden van bloed betekent: niet tot je nemen’, dus ook niet door bloedtransfusie. Ze beweerden verder, dat geen dokter kan garanderen of door bloedtransfusie iemand blijft leven; dat in het bloed van een ander ziektekiemen kunnen zitten (Aids, b.v.); dat als je alcoholist bent geweest, en je hebt […]
Betreft: Hd.15: 20 Vraag: 1) Hoe is Hd.15: 20 ‘Onthoud u van wat door de afgoden bezoedeld is’te begrijpen in verband met 1 Ko 8: 1-13?Speciaal vers 10: ‘Indien iemand u (=een gelovige, die kennis hebt) ziet aanliggen in een afgodentempel’. En hoe zit het met 1 Ko10: 19-23? Hoe lees je in dit verband […]
Betreft: Hd.15: 7 Vraag: Volgens mij heeft Petrus ook na zijn prediking aan Cornelius en de zijnen het evangelie aan heidenen gepredikt, zoals hij dat ook zegt in Hd.15: 7. Kunt u deze kwestie verduidelijken? Antwoord: Dat God Petrus geroepen had om aan de volken het evangelie te verkondigen, staat vast. Hij zegt dat in […]
Betreft: Hd.15: 20 Vraag: Wat verstaan we onder het verstikte? Waarom mogen we dat niet eten? Antwoord: Onder het verstikte verstaan we een dier dat door verstikking om het leven gekomen is. De reden dat we zo’n dier niet mogen eten wordt waarschijnlijk aangegeven door wat er volgt, namelijk dat we ons moeten onthouden van […]
Betreft: Hd. 13 Vraag: Welke teksten haalt Paulus in zijn (eerste) toespraak te Antiochië aan? Antwoord: Onder een aanhaling of een citaat verstaan we dat een tekst uit het Oude-Testament letterlijk wordt overgenomen. Het volgende overzichtje geeft antwoord op de vraag:1e aanhaling in vers 22 betreft Ps.89: 21 en 1Sm.13,142e aanhaling in vers 33 Ps […]
Betreft: Hd. 12: 17 Vraag: Wist Petrus niet dat Jacobus door Herodes met het zwaard gedood was? Antwoord: Onder de discipelen waren er blijkens Hd. 1: 13 twee die de naam Jacobus droegen. Eén van die twee, namelijk Jacobus, de zoon van Zebedeüs, de broer van Johannes, is door Herodes gedood. Er bleef dus nog […]
Betreft : Het is zijn engel (Hd 12:16) Vraag: Iemand zei dat we in Hd 12:16 bij de uitspraak “Het is zijn engel” moesten denken aan een uiting van volksgeloof. Is dat juist? Antwoord: Als in de Schrift uitspraken of gedachten van mensen (ook van gelovigen) worden weergegeven betekent dat niet altijd dat God zulke […]
Betreft: Hd 12: 12 Vraag: U stelt dat Markus ook Johannes heet, maar is het niet net andersom? Antwoord: In tijdsvolgorde gezien heeft u gelijk. Zijn eigenlijke naam was Johannes, maar om hem te onderscheiden van andere personen met die naam wordt zijn bijnaam of andere naam er (soms) in het begin aan toegevoegd.Dat gebeurt […]
Betreft: Hd.12: 1-12 Vraag: Hoe weten we dat Johannes Markus te Jeruzalem woonde? Antwoord: Dit staat niet met zoveel woorden in Hd.12: 1-12. Een eerste aanwijzing hebben we echter in vers 12 waar staat dat Maria, waar Petrus naar toe gaat, de moeder is van Johannes die ook Markus genoemd werd.Verder volgt uit vers 25 […]
Betreft: Hd.11: 28 Vraag: Als er een hongersnood over het hele (aard)rijk zou komen, waarom dan een inzameling voor Judea?Dan leed Antiochië daar toch net zo goed onder? Antwoord: Het woord ‘grote’ in grote hongersnood behoeft niet een zware hongersnood aan te duiden,maar een hongersnood over een uitgestrekt gebied. Dit laatste wordt dan nog versterkt […]
Betreft: Hd. 11: 17,18 Vraag: In Hd. 11: 17 is sprake van het ontvangen van de Heilige Geest op grond van het geloof.In vers 18 wordt echter gesproken over bekering ten leven. Is dat laatste het gevolg van het eerste? Antwoord: Het woord bekering kan slaan op de bekering van een zondaar tot God. De […]
Betreft: Hand. 11 Vraag: Er wordt gesuggereerd dat er in dit hoofdstuk sprake is van een bezoek van Paulus aan Jeruzalem. Ik kan dat er niet uitlezen. Wel, dat Barnabas in Jeruzalem was. Deze ging naar Antiochië en later naar Tarsus om Paulus te zoeken en hij vond hem. Antwoord: Barnabas is van Jeruzalem naar […]
Betreft: Hand. 10:42 Vraag: Als de doden voor de opstanding van Christus aan de Satan toebehoorden, hoe zit het dan met de O.T.- gelovigen, behoren de ongelovige doden ook God toe? Antwoord: Wat hun eeuwige bestemming en dus behoudenis betreft, behoorden de oudtestamentische gelovigen God toe. Maar toen ze stierven kwamen ze ‘op het terrein […]
Betreft: Hd. 10: 11; 11: 5; 22: 17 Vraag: Wat moeten we verstaan onder ‘geestvervoering’. Komt het nu nog voor? Antwoord: Onder een geestvervoering of vertrekking van zinnen (St. Vert.) verstaan we dat iemand het normale beheer over zijn zinnen voor een tijd verliest en hij dingen ziet, hoort of uitspreekt, die een hogere macht […]
Betreft: Hd. 10 en Gl.2 Vraag: Wat leren deze beide gedeelten ons? Antwoord: In Hd. 10 lezen we dat Petrus een visioen krijgt waarin hem opgedragen wordt allerlei dieren, reine zowel als onreine te slachten en te eten. Dit ging dwars in tegen de Joodse spijswetten (zie Lv. 11), want daarin werden diverse dieren onrein […]
Betreft: Hd. 10 Cornelius Vraag: Cornelius was toch al godzalig en godvrezend. Hij moet dan toch al tot geloof in Jezus Christus gekomen zijn? Antwoord: Cornelius was zeker een godvrezend man. Hij gaf aalmoezen en bad veel tot God. Maar dat betekent nog niet dat hij Jezus Christus kende en in Hem geloofde. De gelovigen […]
Betreft: Hd. 9: 22; 18: 28 Vraag: Hoe kon Paulus bewijzen dat Jezus de Christus is? Antwoord: De uitdrukking ‘bewijzen dat Jezus de Christus is’ komen we tegen in die gevallen dat de toehoorders Joden zijn. Deze Joden namen het Oude Testament aan als de heilige Schriften van God. Welnu, aan de hand van die […]
Betreft: Hd 9: 15 en Gl 2: 7,8 Vraag: Is er tegenspraak tussen deze beide teksten? In Gl 2: 7,8 staat immers dat Paulus het evangelie voor de heidenen is toevertrouwd en in Hd 9: 15 wordt gezegd, dat hij ook tot de zonen van Israel moet gaan. Antwoord: Het een sluit het ander niet […]
Betreft: Hd. 9: 7 en 22: 9 Vraag: Hoe zijn deze verzen met elkaar te rijmen? Antwoord: In het Nederlands lijken de beide verzen met elkaar in strijd. In het Grieks wordt bij ‘horen’ echter de ene keer de tweede, de andere keer de vierde naamval gebruikt en dat maakt een verschil. Je moet de […]
Betreft: Hd 9: 5 Vraag: Hoe kon Paulus zeggen: ‘Wie zijt gij, Here?’Waarom staat er in E 33: 11 tweemaal Here? Antwoord: Het woord ‘Here’ of ‘Heer’ in Hd. 9: 5 is in het Grieks ‘Kurios’ dat gebruikt werd als een aanspreektitel voor een meerdere. Zo werd door Festus over de keizer te Rome gesproken […]
Betreft: Hd. 8: 27 Vraag: Wat is nu precies een kamerling Antwoord: Een kamerling of kamerheer ging over de koninklijke slaapkamer of legerstede. De oosterse koningen hadden vele vrouwen en bijvrouwen ofwel ze hadden een harem. Daarover was een kamerling of waren kamerlingen aangesteld. Kamerlingen hielden ook toezicht op de hofstoet die in kamers in […]
Betreft: Hd.8: 27 Vraag: Deze Ethiopier was toch een heiden?Waarom handelde hij als een Jood? Is er ook lektuur over hem? Antwoord: Volgens sommigen moet het Morenland niet gelijkgesteld worden met Abessynie of Ethiopie maar met wat nu de Soedan heet. We laten echter die kwestie rusten.Zoals de koningen van Egypte de titel Farao voerden, […]
Betreft: Hd.8: 14-17 Vraag: a. Hoe konden de mensen in Samaria geloven, terwijl ze de Heilige Geest nog niet hadden ontvangen?b. Waarom staat hier niet dat ze gedoopt werden in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest?c. Kun je het ontvangen van de Heilige Geest (vs 17) vergelijken met de […]
Betreft: Hand. 8, 9 en 10 Vraag: Hoe weten we dat de schatbewaarder afstamt van Cham, Saulusvan Sem en Cornelius de hoofdman van Jafeth? Antwoord: De kamerling of opperschatbewaarder was een Ethiopiër of Moor. Ethiopië wordt in de Bijbel in de Statenvertaling met de Hebreeuwse naam Kusch aangeduid (zie 2 Kn.19: 9 en Jr.37: 9,vegelijk […]
Betreft: Hd 8: 5 Vraag: Is hier Samaria zelf of een andere stad, b.v. Sichem bedoeld? Antwoord: Het is moeilijk na te gaan welke stad in het landschap Samaria bedoeld is. De herziene Voorhoeve-uitgave van het N.T. geeft dit: ‘Filippus nu daalde af naar (de) stad van Samaria’ waarbij dus duidelijk ruimte is om aan […]
Betreft: Hd. 7.52; Mt. 5: 12;23: 30,31,35;2 Kr.36: 16; Jr. 2: 30 Vraag: Welke voorbeelden van vervolging zijn er te geven. Antwoord: Zacharia, die optrad ten tijde van koning Joas is een van de profeten, die vervolgd en gedood werden ( 2 Kr 24: 20-22).Een ander voorbeeld is Uria, die leefde t.t.v. koning Jojakim (Jr. […]
Betreft: Hd. 7: 16 Vraag: In Hd. 7: 16 staat, dat Jakob en de vaderen gelegd werden in het graf, dat Abraham voor een bedrag aan zilver gekocht had van de zonen van Hemor in Sichem . Hoe is dit te rijmen met Gn. 49: 29-32 Antwoord: Dit vers plaatst ons voor twee problemen: 1) […]
Betreft: Hd. 6: 8 en 8: 13 Vraag: Is het verrichten van tekenen en wonderen iedere gelovige toebedeeld? Antwoord: De vraag is niet of God zijn kinderen de eeuwen door op wondere wijze kan uitredden wanneer zij tot Hem bidden. Dit kan Hij en heeft Hij vaak genoeg gedaan. Hoewel we ook weer niet kunnen […]
Betreft: Hd. 5: 1-11 Vraag: Ananias en Saffira toonden geen berouw. Waren zij wel echte christenen en dus behouden of waren het schijnchristenen? Antwoord: Als een christen sterft op het moment, dat hij een zonde begaat (en dat kan voorkomen) dan kan hij geen berouw meer tonen.Als hij echt een christen was, dus wedergeboren , […]
Betreft: Hd.5: 1-11 Vraag: (a) vs 2: vrouwen hadden toen toch niet veel te zeggen??(b) vs 4: ze moesten toch hun land verkopen, was het dan wel zo vrijblijvend als Petrus zegt?(c) als alle gelovigen hun geld gaven, werd dat een gigantisch hoog bedrag. Hadden de apostelen daardoor (daarvoor) wel de macht (geld =macht)(d) rijken […]
Betreft: Hd. 2: 42-47 Vraag: Vormen de vier dingen in vers 42 met elkaar de vier onderdelen van de samenkomst van de gemeente? Kun je daar als beeld de vijf dwarsbalken van de tabernakel voor gebruiken? Als de bijbelbespreking steeds minder bezocht wordt en men schaft die tenslotte af hoe moet men dan daar tegenover […]
Betreft: Hd. 26: 32 Vraag: Welke keizer is in dit vers bedoeld? Antwoord: Het gaat om de keizer van het Romeinse rijk, want Paulus wordt naar Rome vervoerd om daar voor de keizer te verschijnen. Het vers verplaatst ons in het begin van de jaren 60 van onze jaartelling. Nu regeerde van 54-68 keizer Nero […]
Betreft: Hd. 2: 17 Vraag: U plaatst Jl 2: 28-32 in de toekomst, terwijl Petrus die profetie in het heden plaatst. Waarop grondt u uw opvatting? Antwoord: De profetie heeft dikwijls een vóórvervulling en een eindvervulling. Of anders gezegd: een gedeeltelijke en een definitieve vervulling. Dat is ook hier het geval.De profetie van Joël werd […]
Betreft: Hd 2: 1 en 1Ko16: 8 Vraag: Waar komt de naam Pinksteren vandaan? Antwoord: Het woord ‘pinksteren’ is afgeleid van het griekse woord ‘pentekoste’ dat vijftigste dag betekent.Het Pinksterfeest is herzelfde als het feest der weken waarover Lv.23: 15-22 spreekt. Ik doel nu op het pinksterfeest voor de Jood. Dit feest der weken werd […]
Betreft: Hd.1: 16 / 20 <> Ps.69: 26; 109: 8 Vraag: Volgens mij heeft Ps.69: 26 niets te maken met Judas. Waarom zegt Petrus hier dat hij de Schrift wil laten uitkomen? Antwoord: In het OT staan heel veel teksten die heenwijzen naar de Heer Jezus Christus. Dat is vooral in de Psalmen het geval. […]
Betreft: Hd. 1: 9 Vraag: Gaat het in Hd. 1: 9 en Op 11: 12 en 1 Th 4: 17, om een letterlijke wolk of om een wolk in de zin van Hb 12: 1? Antwoord: In Hd. 1: 9 is een letterlijke wolk bedoeld, want er staat geen enkele nadere aanduiding bij, die op […]
Betreft: Hd. 1: 5 Vraag: Vindt de doop met de Heilige Geest niet plaats in het 1000 jarige rijk? 9 (zie Jl 2: 28-32 Antwoord: De Heer Jezus zegt, dat het niet veel dagen na zijn hemelvaart zou zijn dat ze met de Geest gedoopt zouden worden…Na Hd.1 komt uiteraard Hd.2 en daar wordt beschreven […]
Betreft: Overbrengen van brieven in de tijd die in de Handelingen beschreven wordt. Vraag: Het overbrengen van de brieven van Paulus, geschiedde dit door Timotheüs en anderen te voet? Hoeveel tijd vergde dat en waar leefden ze onderweg van? Antwoord: Uit het boek de Handelingen weten we dat Paulus op zijn zendingsrijzen heel wat afstanden […]
Handelingen Vraag: Hoe weten we dat Lukas de schrijver is van ‘de Handelingen van de Apostelen’? Antwoord: De schrijvers van de vier evangeliën en de schrijver van de Handelingen van de Apostelen noemen zich in hun boeken niet bij name.We weten uit de overlevering wie zij waren. Van oudsaf heeft men voor het evangelie van […]
Betreft: Jh.21: 24,25 Vraag: Hoe moeten we dit vers opvatten? Er gaan nogal wat boeken in een flink pakhuis, laat staan in de hele wereld. Antwoord: Met dit vers 25 sluit de apostel aan bij vers 30 van het vorige hoofdstuk, waar hij zegt, dat Jezus nog vele andere tekenen voor de ogen van de […]
Betreft: Jh 20: 22 Vraag: Geeft Jh.20: 22 de vervulling van de belofte opgetekend in Jh.14: 16, 17, 26; 15: 26; 16: 7, 13? Antwoord: De verklaring van Jh.20: 22 is niet zo eenvoudig, maar het is wel eenvoudig in te zien, dat deze tekst niet de vervulling geeft van de andere genoemde teksten.Immers, Jh.7: […]
Betreft: Joh, 20: 17 Vraag: Op een bijeenkomst bij ons kwam Jh. 20: 17 ter sprake. Hier wordt door onze Heer tegen Maria gezegd: ‘ Hem niet aan te raken’, maar aan de broeders te zeggen, dat Hij zou opvaren naar zijn Vader.Nu werd er gezegd, dat voordat de Heer Zich aan de broeders vertoonde, […]
Betreft: Jh. 19: 30 / Lk.23: 43 Vraag: Toen de Heiland zei: ‘Het is volbracht’ was toen alles ook volbracht of vond er daarna nog strijd plaats met de satan?Als hij belooft: Heden zult gij met mij in het Paradijs zijn, is Hij dan meteen na zijn sterven het Paradijs ingegaan? Antwoord: Bij het bijbellezen […]
Betreft: Jh. 19: 26 Met ‘Vrouw zie uw zoon’ bedoelde de Heer, dat Zijn moeder Maria de discipel Johannes voortaan als haar zoon moest beschouwen en zich aan zijn zorg moest toevertrouwen.Met ‘zie uw moeder’ bedoelt de Heer, dat Johannes de moeder van de Heer Jezus als zijn moeder moest beschouwen en haar moest verzorgen.Johannes […]
Betreft: Jh. 17: 19 Vraag: Dit ‘heiligen’ van de Here Jezus zou zien op de taak, die de Heer Jezus voor ons verricht in de hemel. Kunt u dat nader uitleggen? Antwoord: Het woord ‘heiligen’ betekent ‘apart stellen’ en dat met het oog op het geven van een bijzondere plaats of een speciale taak of […]
Betreft: Joh. 16:23 Vraag: U stelt dat we tot de Heer Jezus mogen bidden, maar hoe legt u dit vers dan uit? Antwoord: Jh 16:23 lijkt het bidden tot de Heer Jezus Christus uit te sluiten. De oplossing is echter dat hier twee woorden worden gebruikt waarvan het eerste is ‘vragen’. Dat vragen zal slaan […]
Betreft: Jh. 15: 15 Vraag: Jehovah’s-getuigen zeiden me, dat we slaven waren van de Heer. maar dat klopt toch niet met Jh.15: 15? Maar in 1Ko 7: 22 lees ik wel over het slaaf zijn van Christus. Hoe zit dat nu? Antwoord: We moeten ons altijd goed afvragen, wat er in een bepaald verband met […]
Betreft: Jh. 15: 7 Vraag: Dit vers zegt, dat alle gebeden worden verhoord, maar in de praktijk is dat toch niet altijd zo. Hoe zit dat? Antwoord: Voorwaarden voor verhoring: Verhinderingen voor verhoring: De Schrift geeft niet alleen voorwaarden aan voor de verhoring van het gebed,maar beschrijft ook een aantal dingen die een verhindering voor […]
Betreft: Jh.14: 14 Vraag: Dit vers is wel een bewijs van de Godheid van de Heer Jezus, maar geeft het ook aan, dat we tot de Heer Jezus mogen bidden? Antwoord: Er is sprake van bidden in de naam van de Heer Jezus. Als je in iemands naam iets vraagt, vraag je namens (in opdracht […]
Betreft: Jh.14: 13 en 1Jh.5: 14 Vraag: Wat is bedoeld met ‘in de naam van, en ‘naar Zijn wil’? Antwoord: In de Schrift wordt ons nooit zonder meer de verhoring van onze gebeden toegezegd. Er is altijd een voorwaarde aan de verhoring verbonden. In de hierboven aangegeven teksten is dat ook het geval. Wanneer we […]
Betreft: Jh. 14: 12 Vraag: Volgt uit deze tekst niet dat er ook nu nog doden opgewekt kunnen worden? Antwoord: De tekst uit Jh. 14: 12 betekent niet dat bijvoorbeeld de apostelen grotere wonder werken zouden doen dan Christus. Geen van de apostelen heeft immers iemand opgewekt die vier dagen dood was?!Ook lezen we van […]
Betreft: Jh.13: 25 Vraag: Als men op zijn linkerzij lag, lag men met zijn rug naar de persoon, die zich links van je bevond, hoe moeten we ons dan voorstellen, dat Johannes blijkens Jh.13: 25 zich aan de borst van Jezus wierp ofwel naar Hen overleunde? Antwoord: Daarvoor behoefte de betreffende discipel zich niet helemaal […]
Betreft: Jh.13: 23 Vraag: Op grond waarvan neemt men aan, dat in dit vers Johannes de apostel is bedoeld? Waarom niet een van de andere discipelen? Waarom niet Lazarus van wie staat dat Jezus hem liefhad ( Jh.11: 3)? Antwoord: De uitdrukking ‘discipel die door Jezus geliefd werd’ of soortgelijke benaming komen we tegen in […]
Betreft: Jh. 13: 11,18, 26, 27 Vraag: Had Judas op het moment, dat de Heer hem ‘aanwees’ als verrader nog tot inkeer kunnen komen en van zijn zondige daad kunnen afzien?Of moet ik het zo zien, dat de Heer van te voren wist, dat Judas door zou gaan in zijn zondige daad en dat Hij […]
Betreft: Jh.13: 14 Vraag: Heeft dit voorschrift voor ons nog wel betekenis?Het gaat toch om een verouderd gebruik van voetwassing? Antwoord: In het oosten behoorde de voetwassing (of het beschikbaar stellen van water om je de voeten te wassen) bij het betoon van gastvrijheid. We lezen er in de Bijbel voor het eerst van in […]
Betreft: Jh. 12: 25 / 1 Jh.2: 16 Vraag: Ik haat het aardse leven niet. Veel heeft na mijn bekering een nieuwe glans gekregen.Valt alles in de wereld in de drie categorieën van 1 Jh.2: 16? Antwoord: Het woord ‘haten’ heeft in de Bijbel niet altijd de betekenis, die wij er in het gewone leven […]
Betreft: Jh. 12: 24 Vraag: Wat betekent dit vers? Antwoord: Dit vers geldt in volle zin alleen van de Heer Jezus. Hij is de tarwekorrel die moest sterven om vrucht voort te brengen. Zijn leven kon ons niet redden. Zoals een tarwekorrel liggend op een stenen vloer alleen blijft en zich niet voortplant zo zou […]
Betreft: Jh 11 Vraag: a. Waarom zou het voor Lazarus een teleurstelling kunnen zijn om weer in het aardse bestaan terug te keren?b. Was hij na zijn heengaan in het dodenrijk of in het Paradijs? Antwoord: Bij vraag b spelen twee dingen een rol. te weten:1 is het dodenrijk de plaats waar alleen de ongelovigen […]
Betreft: Jh. 11: 43 Vraag: Was het voor Lazarus niet erg frustrerend dat hijin dit onvolmaakte aardse bestaan terugkwam? Antwoord: Dit is beslist geen gemakkelijke vraag. We weten dat de gelovigen nu na hun ontslapen ‘met Christus zijn’ ( Fl. 1: 23). Ze vertoeven ‘in het Paradijs’ ( Lk. 23: 43) en dat is ‘zeer […]
Betreft: Jh.;11: 35 Vraag: Waarom weende de Heer Jezus? Antwoord: De Heer weende toen Hij het leed zag van Maria. Hij zag de gevolgen van de zonde: met de zondeval deed de dood zijn intrede.Het leed dat daardoor in de wereld gekomen is, ging aan de Heer Jezus niet voorbij. Hij leed daarin mee met […]
Betreft: Jh.10: 34-37 Vraag: Graag een uitleg van dit gedeelte. Antwoord: De Joden beschuldigden de Heer Jezus van lastering omdat Hij gezegd had dat Hij Gods Zoon was. Daarmee maakte Hij Zichzelf tot God (vs.33). De Heer wijst de Joden er nu op dat als Hij zou zeggen god te zijn, dat op zichzelf nog […]
Betreft: Jh. 10: 16 Vraag: Over welke schapen gaat het in dit vers? Antwoord: In dit vers gaat het duidelijk om twee soorten schapen, te weten: a. schapen van een bepaalde stal en b schapen die niet van die stal zijn. In verband met Jh. 10: 1-6 moet onder de stal Israël verstaan worden. Christus […]
Betreft: Jh. 9: 2, 3 Vraag: a) Reïncarnatie bestaat dat? Maar hoe moeten we dan aan met Joh. 9: 2,3. Deze man kon toch niet voor zijn geboorte gezondigd hebben als hij geen eerder leven had gehad?b) Er staat toch ook dat Johannes de Doper Elia is? Hoe zit dat? Antwoord: a) De reïncarnatieleer is […]
Betreft: Jh.6: 64 Vraag: Hier staat dat sommigen niet geloofden, maar dat deden ze toch geen van allen? Antwoord: Dat er bij vele volgelingen van de Heer slechts schijngeloof gevonden werd is duidelijk uit Jh.2: 23 en 8: 30-37.Daarnaast echter waren er die werkelijk in Hem geloofden. Dat waren o.a. de twaalven behalve Judas. Dat […]
Betreft: Jh.6: 44 i.v.m. 1Tm.1: 4 en Tt 2: 11 Vraag: a. Trekt de Vader allen of niet allen en indien niet allen, wie trekt Hij dan wel?b. Die door de Vader getrokken zijn, komen die ook allen tot geloof in de Heer Jezus (als wetmatigheid)? Antwoord: We stuiten hier op een heel moeilijk probleem, […]
Betreft: Jh.6: 40 en 54 Vraag: In Jh.6: 40 en 54 zegt de Heer: Ik zal hem opwekken ten jongste dagen’. In Jh.3: 11 zegt de Heer, dat Hij weet waarover Hij spreekt en in Jh.14 verzekert Hij de discipelen, dat ‘als het anders was’ Hij hen dat gezegd zou hebben. De Joden van zijn […]
Betreft: Jh. 5: 39, 40, 44 en 54 Vraag: Is de uitspraak ‘opwekken ten laatste dage’ niet in strijd met wat we in 1 Ko 15 lezen? Antwoord: Wanneer men in de christenheid spreekt over de laatste of de jongste dag dan bedoelt men daarmee de dag waarop deze wereld zal vergaan en de nieuwe […]
Betreft: Joh. 5: 17 i.v.m. Ex. 20: 11 Vraag: Hoe breng je deze twee teksten met elkaar in verband? Antwoord: Er zijn twee oplossingen voor de schijnbare tegenstrijdigheid tussen deze beide teksten en wel: a. Zowel in Ex. 20: 11 als in Gen. 2: 3 gaat het om rust op de zevende dag, na het […]
Betreft: Jh. 5: 17 Vraag: De sabbat is toch een rustdag? Wat betekent deze tekst? Antwoord: In Gn. 2: 3 lezen we dat God rustte van Zijn scheppingswerk en de zevende dag heiligde als rustdag. Gods rust is echter verstoord door de zondeval van de mens. Daarop doelde de Heer Jezus toen Hij zei, dat […]
Betreft: Jh. 4: 40b; 2 Pt 3: 8 Vraag: Iemand bij ons in de gemeente wil de twee dagen uit Jh. 4: 40 vergeestelijken met een beroep op 2 Pt 3: 8. Maar kan dat wel? Antwoord: Helaas wordt 2 Pt 3: 8 op twee manieren misbruikt. Daar waar sprake is van ‘duizend jaar’ ( […]
Betreft: Jh. 4: 23 Vraag: Wordt hier gedoeld op een wijze van aanbidden, namelijk zonder op een bepaalde plek te zijn of in een bepaalde richting te bidden? Of is er toch iets anders mee bedoeld? Antwoord: Het is duidelijk dat de Heer Jezus het aanvaardbaar zijn van aanbidding niet bindt aan een bepaalde heilige […]
Betreft: Joh. 4: 23 Vraag: Ligt in dit vers de nadruk op het feit, dat de Vader aanbidders zoekt of op het feit, dat Hij personen zoekt die Hem aanbidden in geest en in waarheid? Antwoord: In de Nieuwe Vertaling van het NBG luidt deze tekst: ‘want de Vader zoekt zulke aanbidders. Dan ligt de […]
Betreft: Jh. 3: 36 Vraag: Wat betekent ‘ongehoorzaam zijn’ in dit verband? Antwoord: (overgenomen uit de Korte Verklaring) Als tegengestelde van het geloven in de Zoon wordt hier niet genoemd ongelovig, maar ongehoorzaam zijn. Daarmede wordt niet bedoeld ongehoorzaam zijn tegen een van de geboden van des Heren wet voor het zedelijke leven, gelijk bv. […]
Betreft: Jh. 3: 36 (1) Vraag: a. Verklaart u s.v.p. eens nader dat geloven inhoudt ‘gehoorzaam zijn’?b. veel mensen geloven wel wat, maar dat is zo rekbaar. Maakt dat geloof hen zalig? Antwoord: a) Als tegengestelde van geloven wordt in Jh. 3: 36 niet gesproken over niet geloven of ongelovig zijn aan de Zoon, maar […]
Betreft: Jh. 3: 22 Vraag: Doopte Jezus met water? Antwoord: In Jh. 3: 22 staat inderdaad dat Jezus doopte. Dat betreft de waterdoop. We moeten echter Jh. 4: 1,2 erbij lezen, want daar staat, dat Jezus niet zelf doopte, maar zijn discipelen.Als er staat dat Salomo de tempel heeft gebouwd, betekent dat niet, dat hijzelf […]
Betreft: Jh. 3: 16 Vraag: Heeft God de wereld nog lief? Had er ook kunnen staan: ‘want alzo lief heeft God de mensen gehad’? Antwoord: Over deze tekst is nog al eens wat te doen geweest. Op grond van het gebruik van de voltooid tegenwoordige tijd ( zie voetnoot) is wel gezegd, dat God de […]
Betreft: Jh. 3: 8 Vraag: Wat is de eigenlijke betekenis van dit vers? Antwoord: De directe zin is dat men de wind wel kan horen, maar niet weet waar hij precies vandaan komt en waar hij zal heengaan. Natuurlijk is bedoeld dat de mens daar zonder hulpmiddelen niets van weet. Met onze moderne middelen kunnen […]
Betreft: Jh. 3: 5 Vraag: Wat betekent geboren worden uit water en Geest?Is wedergeboorte Gods antwoord op onze bekering?Waarom kan iemand die niet wedergeboren is het Koninkrijk Gods niet binnengaan? Als je uit / in het vlees geboren bent, maar je leeft volgens de Geest (de Heilige Geest) kan het dan wel? Antwoord: Met ‘Geest’ […]
Betreft: Jh. 3: 3 en 5 Vraag: Is wedergeboorte een eenmalige zaak of moet je altijd door wedergeboren worden? Je maakt immers iedere dag weer fouten en dan moet je toch weer opnieuw beginnen? Antwoord: Wedergeboorte is enerzijds een totaal andere geboorte dan de natuurlijke geboorte. We merken dat duidelijk op in het gesprek van […]
Betreft: Joh. 3: 3,5 Vraag: Op zekere dag geeft iemand zijn hart aan de Here Jezus.Hij voelt zich een nieuw mens, maar valt na enkele dagen terug in zijn vroegere zonde.Hij belijdt dat voor God. Was die persoon nu wel echt wedergeboren. Anders gezegd: vallen bekering en wedergeboren worden samen of zijn dat twee verschillende […]
Betreft: Joh. 2: 17/ Ps. 69: 10 Vraag: Wie zegt dat David in Ps. 69 dat bedoelde. Is het niet een invulling die mensen achteraf eraan gegeven hebben? Antwoord: We hebben hier te maken met het onderwerp: messiaanse psalmen. Dat kunnen we uitbreiden tot messiaanse bijbeluitspraken, want we vinden die ook buiten het boek van […]
Jezus Christus weet van optreden Hij maakte een zweep van touw en dreef allen uit de tempel… (Johannes 2 vers 15) Er zijn mensen, die zich een voorstelling van Jezus Christus gemaakt hebben als een wat goedige figuur. Ze zien het geloof in Hem als haarlemmerolie voor mensen die kampen met depressies, met eenzaamheid, onzelfstandigheid […]
Betreft: Jh 1:12-13 Vraag: Waarom staat in de nieuwe vertaling ‘die in Zijn naam geloven’ met een kleine letter z. dat wil zeggen ”zijn’ in plaats van ‘Zijn’? Antwoord: De Statenvertalers hebben voor bezittelijke en betrekkelijke voornaamwoorden die op God of Christus betrekking hadden altijd hoofdletters gebruikt.b.v. God, Die gezegd heeft in Zijn naam enz. […]
Betreft: Het evangelie naar Johannes i.v.m. de andere drie Evangeliën. B-1 les3 vraag 5. Vraag: Wat wordt met de andere opbouw van het evangelie naar Johannes bedoeld? Antwoord: Mattheüs, Markus en Lukas hebben erg veel overeenkomst met elkaar. We vinden in deze Evangeliën dezelfde wonderen en gebeurtenissen verhaald, maar elk van de drie evangelisten geeft […]
Betreft: De schrijver van het vierde Evangelie. Vraag: Staat het vast dat Johannes de schrijver van het vierde evangelie is? Antwoord: (overgenomen uit de Korte Verklaring) De schrijver van het vierde Evangelie noemt nergens zijn naam. Hij vermijdt angstvallig, over zichzelf te spreken. Wel doet hij dat een enkele maal, 1: 14,16, maar dan gaat […]
Betreft: Lk. 24: 45 Vraag: Als je verstand niet geopend wordt, kun je dan de Schriften niet begrijpen? Gebeurt dat bij je bekering? Antwoord: In 1 Ko 1: 14 lezen we dat de ongeestelijke of natuurlijke mens niet aanvaardt wat van de Geest Gods is. Het is hem dwaasheid en hij kan het niet begrijpen […]
Betreft: Lk. 24: 25 Vraag: In de Statenvertaling staat hier: ‘O, onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben’. In de Nieuwe Vertaling staat: ‘om niet te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben’. Dit maakt toch wel een heel groot verschil. Antwoord: Verschillende vertalingen ondersteunen de tekst van […]
Betreft: Lk.23: 43; Jh. 19: 30 Vraag: Toen de Heiland zei: ‘Het is volbracht’ was toen alles ook volbracht of vond er daarna nog strijd plaats met de satan?Als hij belooft: ‘Heden zult gij met mij in het Paradijs zijn’ is Hij dan meteen na zijn sterven het Paradijs ingegaan? Antwoord: Bij het bijbellezen moeten […]
Betreft: Lk. 23: 29 Vraag: Er staat ergens ‘wees blij dat u nog jonkvrouw bent, zonder dracht en zoging’. Waarom moet een meisje in dat geval daar blij om zijn? Antwoord: Zo ver na te gaan komt de tekst zoals die in de vraag geformuleerd is niet in de Bijbel voor. Bedoeld zal zijn Lk. […]
Betreft: Lk. 22: 35-38 i.v.m. 47-53 Vraag: (1) Hoe kan de Heer Jezus zijn discipelen aanraden een zwaard te kopen? Hij was toch vredelievend en heeft Zichzelf toch ook nooit verdedigd met het zwaar?(2) Moesten die zwaarden er zijn, opdat Jezus ‘onder de misdadigers gerekend’ zou kunnen worden?(3) In deze verzen is sprake van zwaarden.Wanneer […]
Betreft: Lk.22: 22 Vraag: Judas kon er toch niets aan doen, dat hij de Heer Jezus verradenheeft, het was toch van te voren door God voorzegd, dat dat gebeuren zou? Antwoord: God is alwetend, Hij weet van te voren wat er gebeuren zal. Hij staat boven alles. Niets loopt Hem uit de hand, nooit staat […]
Betreft: Lk. 19: 5b Vraag: De uitspraak ‘heden moet ik in uw huis vertoeven’ lazen we op een grafzerk. Wat bedoelt men daar mee? Die tekst slaat toch op Zacheüs? Antwoord: Inderdaad slaat deze tekst op Zacheüs die in een boom geklommen was om Jezus te zien. De Heer wil bij Zacheüs in huis komen […]
Betreft: Lk17: 28-32 Vraag: Wat bedoelt u met: op dezelfde wijze dekt de Heer met Zijn gezag de betrouwbaarheid van wat in Gn.19 wordt aangegeven? Antwoord: De Heer Jezus spreekt in Lk.17: 28-32 over Lot en over de ondergang van Sodom en Gomorra als over een historisch persoon en een historisch feit.De Heiland zegt niet, […]
Betreft: Lukas 17: 15 Vraag: U vraagt wie van de tien melaatse mannen terugkwam, maar hij die terugkwam kon net zo goed de vijfde als de zevende of de negende zijn? Antwoord: We stellen ons niet voor, dat deze tien melaatse mannen ieder een bepaald nummer droegen, of dat ze in een vaste volgorde liepen, […]
Vraag: Verwierpen de negen Joden de Heer Jezus net als vele ongelovige Joden dat deden? Antwoord: Alle tien melaatsen roepen tot de Heer om erbarming. Ze geloven dus dat de Heer dat doen kan. We kunnen de negen Joden dus niet gelijkstellen met Joden die de Heer verwierpen.Voor de negen Joden die door hun ziekte […]
Betreft: Lk.16: 27-30 Vraag: De rijke man is toch een onderdaan van Satan, hoe kan hij dan zijn broers willen bewegen zich te bekeren? Hij zal ze toch eerder ook in het verderf willen zien gaan? Antwoord: Op aarde was de rijke man een onderdaan van Satan. In het dodenrijk zijn zijn ogen opengegaan voor […]
Betreft: Lk. 16: 20 en Jh. 11: 1 Vraag: Wordt in deze beide schriftplaatsen over dezelfde Lazarus gesproken? Antwoord: De Lazarus waarover Lk.16 spreekt was een arme man, die als bedelaar voor de deur van het huis van de rijke man lag.Lazarus de broer van Maria en Martha was geen bedelaar, hij vertoefde in het […]
Betreft: Lk. 16: 19-31 Vraag: Het gaat hier toch om een gelijkenis?! Is het dan niet een wat simpele opvatting om te menen dat de gestorvenen echt door de engelen in de schoot van Abraham gedragen worden? Antwoord: Het is de grote vraag of het hier om een gelijkenis gaat. In een gelijkenis wordt namelijk […]
Betreft: Lk. 16: 8b, 9 Vraag: Wilt u dit gedeelte verklaren Antwoord: vs. 8b De onrechtvaardige rentmeester was zo verstandig om aan de toekomst te denken als hij uit zijn funktie gezet zou zijn. Niet voor zijn handelwijze zelf kan hij geprezen worden, want hij benadeelde zijn heer. Maar het was wel verstandig van hem […]
Betreft: Lk. 15: 7 i.v.m. Hd 17: 30,31 Vraag: Zijn er inderdaad mensen, die de bekering niet nodig hebben? Antwoord: In Lk 15: 7 is sprake van negenennegentig rechtvaardigen die de bekering niet nodig hebben. Deze uitspraak roept direct de vraag op of er zulke mensen wel zijn. We weten immers uit Rm. 3: 10 […]
Betreft: Lk.15: 7 en Mt 18: 13 Vraag: Wie zijn de rechtvaardigen uit Lk.15: 7?Deze personen moeten toch ook eerst tot geloof gekomen zijn? Antwoord: De gelijkenissen van Lk.15 zijn blijkens vers 3 gericht tot de Farizeeën. In de laatste gelijkenis, die van de verloren zoon, is de oudste zoon hun vertegenwoordiger. Hij had nooit […]
Betreft: Lk 14: 26 Vraag: Betekent dit dat je elke familieband zou moeten verbreken? Antwoord: Dat betekent het niet, want kinderen worden opgeroepen hun ouders te eren en er staat niet bij dat het dan gelovige ouders moeten zijn (Ef 6: 1).En vrouwen worden opgewekt hun ongelovigen man onderdanig te zijn om hem door stille […]
Betreft: Lk. 13: 23,24 Vraag: Om wat voor strijd gaat het hier? Waarom zal men niet binnen kunnen gaan? Dit staat toch haaks op de tekst: ‘Zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden opengedaan’?! Antwoord: De strijd betreft de bekering. Satan wil ons daarvan afhouden. Hij spiegelt ons de genoegens van deze […]
Betreft: Lk. 13: 10-17 Vraag: Gaat hier ziekte en bezetenheid wel samen? Is het niet een geval van labiliteit plus reuma? Antwoord: Er staat niet dat de vrouw zwak was, maar een geest van ziekte had. Verder is er in vers 16 sprake van een activiteit van satan. Deze twee dingen pleiten voor bezetenheid.Overigens echter […]
Betreft: Lk. 13: 1-5 Vraag: Moeten we uit dit vers opmaken dat degene die zich niet bekeert door rampspoed omkomt? Antwoord: Voor de Joden daar en toen geeft het aan dat als ze zich niet bekeerden, Gods oordeel hen treffen zou. Ze zouden omkomen dat kon zijn door rampspoed van bijv. natuurgeweld, ongelukken of ook […]
Betreft: Lk 13: 1-5 Vraag: Betekent de uitspraak ‘zult gij allen evenzo omkomen’, dat de betreffenden voor eeuwig omkomen? Dan moeten we wel hard aan het werk voor God om mensen te vergaderen. Antwoord: Deze verzen gaan over Gods wereldbestuur. In dat bestuur oogst een mens wat hij zaait. Dat geldt ook voor de gelovige. […]
Betreft: Lk.12: 47,48 en Mt 11: 20-24 Vraag: Uit deze teksten blijkt, dat God de ongelovigen in verschillende mate straft.Worden de gelovigen dan ook in verschillende mate beloond? Of is de beloning voor ieder gelijk, zoals bij de arbeiders in de gelijkenis van Mt 1-26? Antwoord: Ook uit Op 20: 13 blijkt, dat het oordeel […]
Betreft: Lk 10: 25-37 Vraag: (a)Is het voorschrift ‘Heb uw naaste lief als uzelf nog wel geldig voor ons. Het werd toch gezegd onder de wet? Wie is de naaste in Lk. 10: 25-37?(b)Ik heb een uitleg gehoord waarbij gezegd werd, dat de Barmhartiger Samaritaan Jezus Christus voorstelt en wij als zondaars voorgesteld worden door […]
Betreft: Lk. 8: 28 Vraag: Welke pijn verwachtte de bezetene? Antwoord: Bij de bezetene geeft niet de bezetene zelf antwoord, maar de demonen die in hem woonden, doen dat. Het gaat dus niet om de pijn die de man verwachtte, maar de pijn die de demonen voor ogen hadden. Wat ze vreesden blijkt uit vers […]
Betreft: Lk. 7: 36-50 i.v.m. Mt 26: 6-13.; Mk.14: 3-9 en Jh.12: 1-8 Vraag: a) Is de zondares die in Luk.7 genoemd wordt dezelfde als Maria van Bethanië? Of is Jezus twee keer gezalfd?b) Als deze vrouw minder ‘liefdevol’ was geweest, waren haar zonden haar dan niet vergeven? Antwoord: a) Matteüs, Markus en Johannes beschrijven […]
Betreft : Luk 4:18 Vraag: Wie zijn die armen, gevangenen, blinden en die verbrokenen?Wat is de link tussen de Geest des Heren is op Mij en de zalving? Antwoord: 1 De armen, blinden etc. waren in eerste instantie de armen enz. onder het Joodse volk De Heer was vol erbarmen met betrekkinbg tot hen. Je […]
Betreft: Luk.3: 21 Vraag: Bad de Here Jezus tijdens zijn doop of daarna? Antwoord: Uit de tekst is dat niet precies op te maken. De vertalingen verschillen dan ook in weergave.De Statenvertaling heeft: ‘en Jezus gedoopt was en bad’.De Korte verklaring geeft: ‘en ook Jezus gedoopt was en bad’.De zogenaamde Telosuitgave heeft dat ook zo.Afgaande […]
Betreft: Lk.2: 7 Vraag: Is Jezus niet in een stal geboren? Volgens Pé de Bruin (zie: geen geloof zonder bewijs, blz. 169-172) lieten de reinheidswetten van Israël dat zeker niet toe. Wat staat hierover in de Bijbel? Antwoord: Er wordt in de Bijbel alleen gezegd, dat er voor Jozef en Maria geen plaats was in […]
Betreft: Lk.1: 34 Vraag: Maria was met Jozef ondertrouwd, ze zou dus gauw trouwen. Dan was het toch niets bijzonders dat ze zwanger zou worden (van Jozef) en een zoon zou baren? Waarom dan de vraag van Maria in Lk. 1: 34 Antwoord: In de eerste plaats moet men de ondertrouw zoals die destijds (en […]
Betreft: Mt. 16: 27-28; Mk. 9: 1; Lk. 9: 27 Vraag: (a) Wat is het koninkrijk Gods?(b) U zegt dat wat in deze verzen staat, vervuld is in de verheerlijking op de berg, maar toen is Jezus Christus toch niet gekomen met zijn engelen? En toen heeft Hij toch niet ieder vergolden naar zijn daden.(c) […]
Vraag: De Heer was alwetend waarom stelt Hij dan deze vraag? Antwoord: Dit probleem is niet zo moeilijk, De vraag van de Heer komt namelijk niet voort uit onwetendheid alsof de Heer niet wist waarom Hij door God verlaten werd. Het lijden in Gethsémané laat zien dat Hem dat wel voor ogen stond. Wat is […]
Betreft: Mk. 15: 3 Vraag: In de Statenvertaling staat aan het slot van dit vers ‘maar Hij antwoordde niets’.In de Nieuwe Vertaling zijn deze woorden weggelaten.Wat is nu juist? Antwoord: Verschillen tussen de diverse vertalingen kunnen tot oorzaak hebben:a. een anders verstaan van de grondtekst. Dan is het een kwestie van vertaling.b. een andere bepaling […]
Betreft: Mk 10: 26 Vraag: Is dit wel een ongelovige vraag? M.i komt de vraag voort uit het besef van de discipelen dat het van de mens uit gezien onmogelijk is om behouden te worden? Antwoord: Over deze kwestie kan men van mening verschillen omdat er in het vers niet over ongeloof gesproken wordt en […]
Betreft: Mk 3: 17 Vraag: De Heer Jezus noemt Johannes en Jakobus ‘zonen des donders’, maar het gebruik van het woord ‘donders’ is toch vloeken. Waarom wordt het dan wel op deze manier in de bijbel gebruikt? Antwoord: Men kan de woorden ‘donder, bliksem’, enz. gebruiken als beschrijving van een natuurgebeuren. Zo staat er in […]
Betreft: Mt. 5-7 en belijden van zonden Vraag: Waarom noemen we deze toespraak ‘de Bergrede’? Antwoord: Uit Mt. 5: 1 volgt dat de Heer Jezus deze toespraak uitgesproken heeft op een berg en vandaar spreekt men van de Bergrede. Toevoeging: Het ‘Onze Vader’ wordt zo genoemd omdat het gebed met de woorden ‘Onze Vader’ begint. […]
Betreft: Mt 28: 1,2 Vraag: In Mattheüs wordt vermeld dat de beide Maria’s op weg naar het graf de aardbeving meemaakten. De andere evangeliën vermelden dat niet. Maar deze Maria’s waren er toch wel getuigen van?. Antwoord: Uit Mt 28 volgt niet, dat de vrouwen al bij het graf waren toen de aardbeving plaatsvond.Er staat […]
Betreft: Mt 27: 52 Vraag: Wat voor opstanding was dat? Antwoord: Opwekkingen tot het natuurlijk bestaan. Er is in de Schrift sprake van een achttal opwekkingen, waarvan er drie in het Oude Testament, drie in de Evangeliën en twee in de Handelingen beschreven worden. Het betreft de opwekking van: 1e. de zoon van de weduwe […]
Betreft: Mt .27: 46 Vraag: Soms hoor je een broeder in de samenkomst zeggen dat de Heer Jezus in de drie uren van duisternis door zijn Vader verlaten was. Ik weet dat dit niet juist is. Ik wil alleen graagweten op welke Schriftplaatsen dat gegrond is. Antwoord: In rubriek 4 van deze website heb ik […]
Betreft: Mt 27: 44 Vraag: Hoe komt het dat de mededelingen over de rovers in Mattheüs en Markus zo verschillen van die van Lukas? Antwoord: Wanneer er verschillen zijn tussen de weergaven van de evangelisten van een bepaald gebeuren dan zijn dat nog geen tegenstellingen, maar verschillen in belichting.Mattheüs en Markus leggen er de nadruk […]
Betreft: Mt 27: 19 Vraag: Betekenen de woorden ‘bemoei u niet’ of ‘heb niets te doen met’, dat Pilatus zijn handen maar van Jezus moest aftrekken? Antwoord: Nee, ze betekenen dat Pilatus zich niet moet laten overhalen om hier een rechtszaak van te maken. Zijn vrouw wil kennelijk dat hij stopt met dit proces. Hij […]
Betreft: Mt 27: 9 Vraag: In deze tekst wordt Zc. 11: 13 geciteerd, terwijl er door Mattheüs gezegd wordt, dat Jeremia dit gezegd heeft. Hoe kan dat? Antwoord: We zitten hier inderdaad met een probleem. Er zijn verschillende oplossingen voorgesteld om uit de moeilijkheid te komen.De eerste is deze dat men denkt aan een overschrijffout. […]
Mattheüs 27:1Ik heb gezondigd(Mattheüs 27:1-10) Zondigen… Kom nou! Wat een ouderwets word!: gezondigd. Kunt u niet beter schrijven: ik heb het mis gehad. Of: ik heb het verkeerd bekeken? Zo zal misschien menigeen die dit blaadje onder ogen krijgt, reageren. Dat we wel eens fouten maken, willen we nog wel toegeven; dat we niet volmaakt […]
Betreft: Mt. 26: 63 Vraag: Heeft Jezus met een eed antwoord gegeven aan de hogepriester? Antwoord: Uit dit vers volgt helemaal niet dat Jezus zelf een eed gezworen heeft. Je kunt alleen zeggen dat de hogepriester van de Heer een antwoord eiste onder eedzwering’. Het was Kajafas die de Heer bezwoer bij de levende God […]
Betreft: Mt. 26: 52 Vraag: Is dit geen oproep om geweldloos te zijn en geen conventionele, laat staan nucleaire wapens te gebruiken? Antwoord: We moeten onderscheid maken tussen dat wat voor het privéleven geboden wordt (en dan bijzonder wat ons als christenen gezegd wordt) en dat wat met het oog op de overheid gezegd wordt. […]
Betreft: Mt 26: 29 en Lk. 22: 18 Vraag: Het lijkt erop dat in Lk. 22: 18 de beker eerst rondgaat en dan pas het brood gegeven wordt, terwijl in Mt 26 de volgorde andersom is. Hoe zit dat? Antwoord: In Mt 26: 17-25 gaat het over het eten van het pascha. In vers 26-30 […]
Betreft: Mt. 26: 28 Vraag: Wat houdt de uitdrukking ‘mijn’ verbond in? Antwoord: Andere vertalingen hebben in plaats van ‘het bloed van mijn verbond’ staan ‘mijn bloed van het nieuwe verbond’. De Heer had met Israël bij de Sinaï een verbond gesloten. Daarbij werd de wet gegeven en die hield in: doe en leef. Op […]
Betreft: Mt. 26: 27 Vraag: Is het van belang dat er wijn bij het avondmaal gebruikt wordt en geen druivesap?En hoe zit het met het brood, moet dat niet ongezuurd zijn, want het paasbrood was toch ongezuurd? Antwoord: We moeten oppassen geen voorschriften of regels te willen geven of opstellen waar de Schrift dat niet […]
Betreft: Mt .26: 24 Vraag: Judas werd niet gedwongen de Heer Jezus te verraden, toch moest iemand het doen, want de Schrift had het voorzegd. En die iemand zal daarvoor gestraft worden. Dat laatste stond dus van te voren vast.Graag meer uitleg hierover. Antwoord: Met deze vraag betreden we het terrein van Gods Alwetendheid. Zijn […]
Betreft: Mt. 26: 13 Vraag: Heeft wat in dit vers staat met rechtvaardiging te maken? Of moeten we ervan leren om het beste wat de hebben aan de Heer Jezus te geven? Antwoord: Rechtvaardiging vindt niet plaats op grond van daden, maar op grond van geloof. Er is alle reden om aan te nemen, dat […]
Betreft: Mt.. 25: 31-46 Vraag: Het oordeel waarover hier sprake is wordt niet geveld aan de hand van de vraag of men in Jezus Christus heeft geloofd, maar aan de hand van wat men heeft gedaan. Worden we dan toch op grond van werken zalig? Antwoord: De vraag naar de grondslag van de behoudenis wordt […]
Betreft: Mt. 25: 31-46 en Ef. 2: 8,9 Vraag: Zijn deze gedeelten niet met elkaar in strijd. Uit Mt 25 volgt toch dat deze ‘ schapen’ behouden worden op grond van werken en in Ef.2 staat, dat we niet op grond van werken, maar op grond van geloof behouden worden.?! Antwoord: Eenzelfde tegenstelling merken we […]
Noemt u zich een Christen? Is u lid van de een of andere Kerk of groepering? Zegt u dat Jezus Christus uw Heer is? Wel, dan bent u te vergelijken met een slaaf die in dienst is van een heer. Volgens het woord van de Here Jezus zijn er echter 2 soorten slaven en wel:verstandige […]
Betreft: Mt 24: 36 Vraag: Als Jezus Christus God is, hoe moeten we dan Mt. 24: 36 verklaren? Antwoord: Jezus Christus is waarachtig God, maar Hij is ook waarachtig Mens geworden. Er zijn een groot aantal teksten, die laten zien dat Hij God is. Zijn Almacht, zijn Alwetendheid, zijn macht om zonden te vergeven, wordt […]
Betreft: Mt 24: 29,30 Vraag: De Grote Verdrukking komt toch na de opname van de gelovigen?! Antwoord: De Grote Verdrukking komt na de opname. Over de opname spreekt dit gedeelte echter niet. Daarover sprak de Heer alleen met de zijnen in de opperzaal (Jh. 14: 1-3) en daarover geeft Paulus ons nader onderwijs in 1 […]
Betreft: Mt 24: 22 Vraag: U stelt dat de opname moet plaatsvinden voordat de afval komt en de zoon des verderfs (de antichrist) openbaar zal worden. Hoe moeten we nu Mt.24: 22 verklaren, waar geschreven wordt dat de dagen van de antichrist, ter wille van de uitverkorenen verkort zullen worden. Dan zijn er toch uitverkorenen […]
Betreft: Mt. 23: 36 Vraag: Hoe moeten we de uitdrukking ‘dit geslacht’ verstaan? Antwoord: 1) ‘Geslacht’ (genea) betekent gewoonlijk ‘generatie’ (het heeft dus een tijdsaspekt): bijv. in Mt 24: 34; Mk.13: 30; Lk.1: 48; 21: 32; Fl.2: 15. vooral ook de opeenvolgende generaties als uitdrukkelijk tijdsaanduiding: Hd.14: 16; 15: 21; Ef.3: 5,21; Ko.1: 26. 2) […]
Betreft: Mt 22: 44,45 Vraag: Wat betekenen deze verzen? Antwoord: De Heer Jezus vraagt de Farizeeën ‘Wiens Zoon de Christus is’. Ze geven daarop prompt het antwoord: ‘Van David’. Dat antwoord is juist want Maria (en Jozef) stammen van David af. Als Mens stamt Jezus Christus van David af. Maar de Christus of Messias is […]
Betreft: Mt 22: 33 Vraag: De betekenis van dit vers is mij geheel onduidelijk. Kunt u mij hier uitleg over geven? Antwoord: In Mt. 22 lezen we over vragen die de Joden aan Jezus Christus stellen om Hem vast te zetten. Het zijn strikvragen. Ze gaan over de keizerlijke belasting (15-22), over de opstanding (23-33) […]
Betreft: Mt. 22: 14 (a) Vraag: Dit is geen bemoedigende tekst. Wat moet ik daarmee? Antwoord: Zoals altijd moet een tekst in zijn verband gelezen worden. De prediking van het evangelie en het heil dat God daarin beschikbaar stelt, wordt door de Heer Jezus vergeleken met een uitnodiging voor een koninklijke bruiloft.Wie zou niet bij […]
Betreft: Mt 22: 11 Vraag: Kregen alle mensen die van de straat in de bruiloftszaal gehaald werden wel voldoende tijd om naar huis te gaan om een bruiloftskleed aan te trekken (als ze dat al hadden)? Antwoord: Achter deze vraag gaat natuurlijk een andere vraag schuil, namelijk of die man zonder bruiloftskleed het eigenlijk wel […]
Betreft: Mt 20: 28; 1Tm. 2.6 Vraag: Waarom staat in Mt 20: 28 niet ‘voor allen’ Antwoord: In Mt 20: 28 staat dat Christus zich gegeven heeft tot een losprijs voor ‘velen’ en in 1Tm. 2: 6 dat Hij dat gedaan heeft voor ‘allen’. Het is daarbij van belang op te merken dat dat niet […]
Betreft: Mt 19: 28 (c) Vraag: (a) Wat is het verschil tussen ‘wedergeboorte’ en ‘wedergeboren worden’?(b) geldt de belofte in dit vers ook voor Judas? Antwoord: (a) De uitdrukking wedergeboren worden luidt in het Grieks ‘gennaomai anothen’ (Jh.3: 3, 7) en dat betekent opnieuw van bovenaf geboren worden. In 1 Pt.1: 3, 23 luidt het […]
Betreft: Mt 19: 28b Vraag: Wat houdt het ‘richten’ waarover in dit vers sprake is, in? Ziet dit op oordelen? Antwoord: Het woord richten betekent oordelen, maar ook regeren. Een koning op zit op zijn troon om te regeren, maar ook om recht te spreken.Ik denk dat we beide aspecten ook hier vinden. De twaalf […]
Betreft: Mt 19: 28 Vraag: Deze belofte geldt toch alleen voor de 12 discipelen? Welke plaats nemen wij dan in? Antwoord: Het is bij bepaalde teksten niet altijd even gemakkelijk uit te maken of ze alleen gelden voor de discipelen tot wie de Heer sprak of dat ze een algemene strekking hebben. We moeten dat […]
Betreft: Mt. 19: 24 Vraag: Deze tekst neemt toch veel moed en hoop weg? Antwoord: Deze tekst mogen we niet losmaken van zijn verband. Het gaat namelijk om een rijke jonge man, die vraagt: ‘wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven’? Hij wil dus het eeuwige leven verdienen. De Heer […]
Betreft: Mt 19: 11 Vraag: Over welke drie soorten gesnedenen gaat het in dit vers? Antwoord: Met de gesnedenen die uit de moederschoot voortgekomen zijn doelt de Heer op hen die geslachtelijk onvolmaakt geboren zijn. Uit de bewoording blijkt, dat ‘gesneden’ hier niet letterlijk opgevat moet worden als ‘ontmand’ door een bepaalde handeling die aan […]
Betreft: Mt 19: 6 Vraag: In hoever voegt God man en vrouw samen? Moeten we het alleen blijven afkeuren als niet zijnde Gods weg (Gn.3: 16)? Mag je blijven zoeken naar een levensgezel(lin)? Antwoord: De woorden ‘wat God samengevoegd heeft’ betekenen niet dat God, om zo te zeggen, Jantje en Marietje bij elkaar gebracht heeft. […]
Betreft: Mt 18:21 Vergeving schenken Vraag: Kun je iemand zijn zonde vergeven als hij die niet belijdt?En als hij steeds weer in de fout gaat, dan komt er -ook al belijdt hij zijn schuld- aan het vergeven toch wel eens een keer een eind? Antwoord: Willen wij van God vergeving ontvangen dan moeten wij ons […]
Betreft: Mt 18: 17,18 Vraag: Betekent het ‘in de hemel ontbonden zijn’ dat de betreffende persoon verloren gaat? Antwoord: De uitdrukking ‘zal in de hemel ontbonden zijn’ betekent dat God in de hemel de tucht die op aarde uitgeoefend wordt, erkent. Wij beschouwen de betreffende persoon als ‘heiden en tollenaar’ en zo beschouwt God hem […]
Betreft: MT 18: 10 en 11 Vraag: Mag uit deze teksten afgeleid worden, dat elke gelovige zijn beschermengel heeft? Antwoord: De in de vraag bedoelde konklusie gaat te ver. We kunnen wel stellen dat de kleinen waarover de Heer Jezus spreekt aan de bijzondere zorg van engelen zijn toevertrouwd.In Hb 1: 14 lezen we dat […]
Betreft: Verheerlijking op de berg Vraag: Waarom komt er geen verslag van de verheerlijking op de berg voor in het evangelie van Johannes. Hij was toch de enige van de vier evangelieschrijvers die bij deze gebeurtenis geweest is?! Antwoord: De verklaring zullen we moeten zoeken in de aard van het evangelie naar Johannes.Mattheüs stelt in […]
Betreft: Mt 16: 18 Vraag: Wat betekent dit vers precies? Antwoord: Petrus belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. Op die belijdenis van Petrus antwoordt de Heer: ‘Gij zijt Petrus (in het Grieks is dat Petros) en op deze Petra zal Ik mijn gemeente bouwen.’ Petros is een mannelijk woord […]
Betreft: Mt 16: 17; 1 Ko 15: 50; Gl.1: 16; Ef.6: 12 Vraag: Wat wordt met de uitdrukking bloed en vlees of vlees en bloed bedoeld? Antwoord: De uitdrukkingen vlees en bloed en bloed en vlees zijn aanduidingen voor de mens. Wij mensen bestaan uit vlees en bloed. Als de Heer tegen Petrus zegt: ‘vlees […]
Betreft: Mt 16: 6 en 12 in verg. met Mt 23: 3 Vraag: Zijn deze verzen niet met elkaar in tegenspraak? Antwoord: We zitten hier inderdaad met een moeilijkheid. Nemen we echter Lk.12: 1 erbij dan is de moeilijkheid wel op te lossen. In Mt.16: 6 waarschuwt de Heer voor de zuurdeeg van de Farizeeën […]
Betreft: Mt 15: 26/ 2 Pt 2: 22 Vraag: Moeten we aannemen dat de Kananese vrouw van ‘hond’ een ‘schaap’ geworden is? Antwoord: Een hond was voor de Jood een heel erg onrein dier, evenals een varken.In Mt 15: 26 ligt de nadruk echter niet zozeer op ‘onreinheid’.Het gaat om het ‘geen recht hebben op’. […]
Betreft: Mt 15: 19 Vraag: Wat bedoelt de Heer Jezus hier? Antwoord: De Heer maakt met Zijn antwoord duidelijk dat:-de mens niet verontreinigt wordt door wat de mond ingaat,-maar dat wat de mond uitgaat. En daarbij wijst Hij op de diepere bron van het laatste namelijk het hart. Daarbij zegt Hij niet dat uit het […]
Betreft: Mt 15: 5, 6 Vraag: Waardoor maakten de Farizeeërs Gods gebod krachteloos? Antwoord: Het gebod van God in de wet gegeven luidde dat kinderen hun ouders moesten eren (zie Ex.20: 12; Dt.5: 16; vgl. Ef.6: 2). Dat houdt in dat als de ouders verarmd zijn, of niet meer in hun onderhoud kunnen voorzien, de […]
Betreft: Mt 13: 55 en 10: 2-4 en Luk.6 Vraag: Zijn Jacobus, de zoon van Alfeüs, Simon de Zeloot (Kanaäniet) en Judas de zoon (broeder) van Jacobus lijfelijke broers van de Heer Jezus? Antwoord: Hoewel o.a. Roomskatholieke theologen daar anders over denken gaan de meeste protestantse schriftverklaarders ervan uit dat het in de genoemde verzen […]
Betreft: Mt 13: 45 Vraag: Stelt de koopman de zondaar voor, die de wereld en alles wat ze biedt opgeeft om Christus als Verlosser aan te nemen? Antwoord: Meestal wordt de in de vraag bedoelde uitleg aan deze gelijkenis gegeven. Daar is echter heel wat tegen in te brengen en wel het volgende: -nergens in […]
Betreft: Mt 13: 33 Vraag: U zegt dat zuurdeeg altijd iets verkeerds voorstelt maar wat zegt u dan van Mt 13: 33? Antwoord: Genuanceerdere uitleg: Destijds heb ik een antwoord op deze vraag gegeven waarbij ik uitging van de negatieve betekenis van de gelijkenis van het mosterdzaad en die van het zuurdeeg. Ik had toen […]
Betreft: Mt 13: 32 Vraag: Wat wordt bedoeld met de vogelen des hemels? Antwoord: Volgens sommigen moet men geen symbolische betekenis aan deze uitdrukking hechten. Het gaat er alleen om dat het koninkrijk der hemelen groot wordt. Willen vogels in een struik nesten kunnen maken en wil het gedierte des velds in de schaduw ervan […]
Betreft: Mt 13: 11,35 Vraag: Wat is de zin van het geheimhouden van deze geheimenissen? Antwoord: God gaat in de loop van de eeuwen, Zijn weg met de mensheid zoals een vader dat doet met een kind. Er zijn bepaalde dingen die een vader zijn kind nog niet vertelt, maar waar hij hem later over […]
Betreft : Mt 12:43-45; L:k 11: 24-26 Vraag: Hoe kan een onreine geest weer terugkeren in iemand die ‘zijn huis’ geveegd en op orde heeft?Zo iemand heeft zich dan toch tot God bekeerd en dan kan er toch geen onreine geest met zeven anderen intrekken waardoor het laatste van die mens erger is dan het […]
Betreft: Mt 12: 42 Vraag: Wie is bedoeld met de uitdrukking ‘koningin van het Zuiden’? Antwoord: De Heer Jezus verwijst hier naar de geschiedenis die we aantreffen in 1 Kn.10: 1. Daar is sprake van de koningin van Scheba, die van Salomo gehoord had en naar Jeruzalem kwam om zijn wijsheid te testen in verband […]
Betreft: Mt 12: 38-40 Vraag: Wat wordt bedoeld met het teken van Jona? Antwoord: Over het teken van Jona is sprake in Mt 12: 39,40; 16: 4; Lk. 11: 29,30.In de eerste van deze drie schriftplaatsen wordt duidelijk aangegeven waarop de woorden ‘het teken van Jona’ doelen, namelijk op het feit, dat Jona drie dagen […]
Betreft: Mt 12: 31,32; Mk. 3: 28,29; Lk. 12: 10 Vraag: (1) Een belediging van de H.Geest vindt geen vergeving. Wat is een belediging van de Geest? Is de Geest dan hoger dan God?(2) Het lasteren van de Geest bestond daarin dat men het werk van de Geest aan de duivel toeschreef. Kan het omgekeerde […]
Betreft: Mt 12: 3, 4 Vraag: Hoe weet u dat wat hier staat zich dit in Nob afspeelde, zoals u in de cursus stelt? Antwoord: In Mt 12: 3,4 wordt de naam Nob niet genoemd. De Heer Jezus spreekt slechts over wat David deed toen hij honger had zonder te zeggen waar het gebeurde. Uit […]
Betreft: Mt 11: 25 Vraag: Wat wordt met ‘deze dingen’ bedoeld? Antwoord: In het voorafgaande gedeelte gaat het om de vraag van Johannes de Doper of Christus nu werkelijk de beloofde Messias was of dat Israël ‘een ander’ moest verwachten (vs. 4,5). De Heer maakt hem duidelijk dat Hij werkelijk de Messias is. Aan zijn […]
Betreft: Mt 11: 13,14 Vraag: Is Johannes de Doper nu Elia of niet? Gaat alle profetie van het Oude Testament tot de tijd van Johannes de Doper? Antwoord: -Door Maleachi is aangekondigd, dat de profeet Elia zal komen voor de grote en vreselijke dag des Heren zal aanbreken (Ml. 4: 5). De verwachting van Elia […]
Betreft: Mt.10: 28; 1 Th.5: 23 en Hb 4: 12 Vraag: Is er verschil tussen ziel en geest. Zijn deze twee te scheiden met betrekking tot de wedergeboorte? Antwoord: Dit is een heel moeilijke kwestie waar heel wat verschil van mening over bestaat. De vraag is of de mens uit twee onderscheiden delen bestaat: ziel […]
Betreft: Mt 10: 10; Mk.6: 8; Lk.9: 3; 10: 4; 22: 35,36 Vraag: Wat betekent: ‘verkrijgt u .. noch male tot de weg’. En wat is de zin van dit verbod om iets extra’s mee te nemen? Antwoord: Het woord ‘male’ is een ouderwets woord voor ‘reiszak’. Het komt in bovenstaande Schriftplaatsen voor in de […]
Betreft: Mt 10: 5, 6 Vraag: Waarom werd aan de discipelen het bevel gegeven om niet naar de heidenen en niet naar de Samaritanen te gaan? Antwoord: De zending van Jezus Christus was in eerste instantie bedoeld voor het volk Israël. We lezen dat bijvoorbeeld al bij de aankondiging van zijn geboorte in Mt 1: […]
Betreft: Mt 9: 30 (vgl. 16: 20; Mk.1: 43) Vraag: Waarom verbood Jezus zijn discipelen te zeggen, dat ze genezen waren of dat Hij de Christus was? Antwoord: Deze vraag zou natuurlijk niet gesteld zijn als de verklaring in de bedoelde teksten er direct bij stond. Dat betekent dat we een verklaring moeten zoeken. Een […]
Betreft: Mt. 8: 12 Vraag: Hoe kunnen kinderen/zonen van koninkrijk uitgeworpen worden? Zij behoren toch in het Koninkrijk? Antwoord: In het evangelie van Mattheüs wordt op twee manieren over kinderen of zonen van het Koninkrijk gesproken. Hier in Mt. 8: 12 gaat het om hen aan wie het Koninkrijk was toegezegd. Zij zijn dezelfden als […]
Betreft: Mt. 6: 13; Jk.1: 13 Vraag: (1) Wat betekent: ‘Leid ons niet in verzoeking’? God verzoekt toch niemand?(2) Hoe is de bede ‘Leid ons niet in verzoeking’te rijmen met de uitspraak ui Jk.1: 13 dat God niemand verzoekt? Antwoord: Inleiding: (1) ‘Leid ons niet in verzoeking’ betekent: Laat ons niet in omstandigheden komen, die […]
Betreft: Mt 6: 9-13; (Lk. 11: 2-4) Vraag: In Mt. 6 treffen we het volmaakte hogepriesterlijke gebed aan. Nu wordt soms gezegd, dat dit een gebed voor de Joden en niet voor Christenen is. Hoe zit dat eigenlijk? Antwoord: Dit is een belangrijke vraag, die ik graag puntsgewijs wil beantwoorden: 1) Eerst even een kleine […]
Een drievoudige test De Heer Jezus gaf zijn discipelen de opdracht te bidden tot de Vader die in het verborgen is. In feite bevat deze opdracht een drievoudige test. Het is een test voor ons geloof. Iemand iets vragen die je nooit gezien hebt, die je niet zien kunt omdat hij voor jou verborgen is, […]
Betreft: Mt 6: 6 Vraag: Betekent dit vers dat je niet voor je eten mag bidden als je b.v. in een restaurant een maaltijd gebruikt? Antwoord: Dat betekent het zeer zeker niet. De Heer keert zich tegen iets anders, namelijk het opzichtig bidden van de farizeeën. Deze mensen deden hun privé-gebed op straat, op de […]
Betreft: Mt 5: 43,44 Vraag: Kan ik van iemand houden die mij kwaad doet?Kan ik de baas van mijn vader liefhebben als hij mijn vader ontslaat omdat die te duur is? Antwoord: Het antwoord is: Nee, dat kan’ ‘IK’ niet. Ik, zoals ik van Adam afstam kan dat niet. Maar als ik wedergeboren ben en […]
Betreft: Mt 5: 39 Vraag: U contrasteert in de cursus Rm.12: 17 met Ex.21: 24. Vervolgens verwijst u naar Mt 5: 39. Wat is echter het verband hier tussen? Antwoord: De brief aan de Romeinen behandelt de leer van het heil en laat zien dat we niet gerechtvaardigd worden door werken van de wet, maar […]